Om eerlijk te zijn had ik de nodige twijfels voor ik dit boek opensloeg. In het verleden had ik al verschillende artikelen van de schrijfster, journaliste Eefje Rammeloo, die in 2014 als freelance journaliste naar Shanghai verhuisde, met veel plezier gelezen. Ik volgde haar echter ook een tijdje op Twitter en alhoewel de kaft het boek prijst als ‘zonder hang naar drama en zonder oordelen’ kwam dat beeld niet helemaal overeen met haar soms cynische tweets. Het leek geregeld alsof Eefje zo nu en dan even gal moest spuien na een ‘bad China day’. Ik was dus wel wat bang voor dat dit boek zou overlopen van de frustraties en verhalen over ‘die rare Chinezen’. Gelukkig bleek niets minder waar…

Het Geluk van de Chinezen is een erg leesbaar en vermakelijk boek waarin Eefje op luchtige en verhalende wijze diverse aspecten van de hedendaagse Chinese samenleving beschrijft, van milieuvervuiling tot innovatie, van spanningen in Xinjiang en Hong Kong tot vergrijzing en de grote hoeveelheid singles onder jonge Chinezen, van moslims in het westen tot christenen aan de oostkust. Voor mensen die al langer in China geïnteresseerd zijn bevat het boek geen grote openbaringen maar is het wel een boek dat mooi in het rijtje van internationale publicaties als China Road, From The Dragons Mouth en Little Emperors and Material Girls past en vooral bedoeld is voor mensen met beperkte kennis van, maar een grote interesse in China. Het boek geeft op heldere wijze meer inzicht in de manier waarop de Communistische Partij over het algemeen toch echt wel het beste voor heeft met het volk. Een genuanceerd beeld dat naast discussies over mensenrechten en protectionisme in het handelsbeleid toch vaak ontbreekt in de westerse pers.

Zeer positief aan het boek is, dat Eefje niet zoals zovelen alleen verslag doet vanuit Shanghai of Bejing, maar ook kennis heeft van het land buiten deze ‘1st tier’-steden. En alhoewel ze vrij vaak citeert uit andere publicaties onderzoekt ze zelf ook veel en bezoekt ze vervuilde steden in Hebei en verre provincies als Gansu, Xinjiang, Shaanxi en Sichuan.

Kritiekpuntjes

In het nawoord vertelt Eefje, dat gedeeltes van het boek eerder zijn gepubliceerd in verschillende Nederlandse en Belgische kranten. Helaas is dat soms te merken en lezen bepaalde hoofdstukken een beetje als een equivalent van het monster van Frankenstein, waarbij stukken tekst als lichaamsdelen aan elkaar genaaid zijn tot een hoofdstuk over een bepaald onderwerp. Het resultaat is dat dergelijke hoofdstukken soms onnodig in herhaling vervallen. In het hoofdstuk over gepensioneerde Chinezen vertelt de schrijfster bijvoorbeeld hoeveel Chinezen er momenteel ouder dan 65 zijn en hoeveel dat er zullen zijn in 2050, om negen pagina’s verderop deze illustrerende statistieken nogmaals te noemen, maar dan met 60 jaar, respectievelijk 2040.

Storender zijn de slordige fouten die gemaakt worden in sommige namen en feiten: Yidianhao in plaats van Yihaodian. Taklimakan in plaats van Taklamakan. Ma Jun in plaats van Ma Yun (Jack Ma). En dan weer Lei Yun in plaats van Lei Jun. En deze baas van Xiaomi zei in India niet Do you like me or I? maar Do you like Mi4i?, refererend aan het nieuwste Xiaomi telefoonmodel. China’s economische systeem noemt het land natuurlijk ‘socialisme met Chinese karakteristieken’ en niet ‘kapitalisme met Chinese karakteristieken’ zoals in het boek wordt beschreven. En de in 2011 aangereden Yuan Yuan is niet ‘terplekke’ overleden zoals Eefje beweert, maar een week later in het ziekenhuis. Ook de bewering “een kleine 15 jaar na het begin van Alibaba koopt vrijwel niemand nog iets in een fysiek winkelcentrum” is zwaar overdreven in een land waar zo’n 80% van de aankopen nog steeds offline plaatsvindt. En de bewering dat in 2010 40% van de mensen in China overleed aan de gevolgen van luchtvervuiling is een verkeerd gebruikt citaat uit de 2010 Global Burden of Disease Study, waarin staat dat 40% van het wereldwijde aantal mensen dat overleed aan de gevolgen van luchtvervuiling uit China kwam.

Toegevoegde waarde

Het Geluk van de Chinezen mag dan geen perfect boek zijn, het is een boek met een grote toegevoegde waarde dat een groot aantal lezers verdient. Zoals Eefje in het nawoord aangeeft is het kennisniveau van de gemiddelde Nederlander over China erg laag. Dat zal Eefje ook aan den lijve ondervonden hebben toen ze naar China verhuisde en besefte hoe weinig ze zelf eigenlijk over het land wist. Net zoals ik me dat in 2011 realiseerde toen ik naar Xi’an verhuisde.

Er worden in Nederland niet heel erg veel boeken uitgebracht over China en als dat wel gebeurt zijn het meestal vertalingen van internationale publicaties zoals Evan Osnos’ uitstekende Age of Ambition of boeken van Nederlandse schrijvers als Jan van der Putten, Frank Pieke en Henk Schulte Nordholt. Deze boeken richten zich echter overwegend op politiek en internationale betrekkingen en zullen het grote publiek mogelijk wat minder aanspreken. Maar de interesse in de ‘lao bai xing’, de gewone man of vrouw in China, is de laatste jaren flink aangewakkerd door de documentaireseries van Ruben Terlou. Wat Ruben met videobeelden laat zien, beschrijft Eefjes in haar boek; een goede weergave van het echte leven van de Chinezen in China. En dan niet alleen de probleemgevallen, maar ook de mooie persoonlijke gelukjes.

China’s problematiek is erg complex en bij tijd en wijle ontbreekt het in het boek misschien aan diepgang en stapt Eefje toch wat gemakkelijk over bepaalde discussies heen. Haar boek geeft echter wel overduidelijk aan voor welke grote uitdagingen China in de 21e eeuw staat. Eefje’s verhalen over de diverse karakters die aan het woord komen zijn minder diepgravend en openhartig dan die van Ruben, met uitzondering van de 4 korte hoofdstukken over mensen die in haar xiao qu, haar buurt, wonen en werken) en zijn vaak niet veel meer dan een profielbeschrijving van enkele regels plus een of twee citaten. Soms maakt de eindeloze stroom Chinese namen, voorzien van leeftijden tussen haakjes en een enkel citaat, het lezen zelfs wat vermoeiend. Maar het grote aantal mensen dat kort aan het woord komt geeft wel een mooi beeld van de diverse ideeën die er in de Chinese samenleving bestaan. Het boek verdient daarom net zoals Ruben Terlou’s documentaires een groot publiek. Het is een belangrijke publicatie die de kenniskloof wat verder kan verkleinen, de interesse in China verder kan aanwakkeren en de stereotypen wat meer kan nuanceren. Want we zouden allemaal wat meer moeite moeten doen om het land en haar bevolking beter te begrijpen. Immers, zoals schrijver Mai Jia in het ietwat verdwaalde hoofdstuk ‘Rode Verf’ zegt: “Het hart van een Chinees is een stuk moeilijker dan een westers hart”.