De eerste contacten tussen Nederland en de CCP
In de twee voorgaande delen van dit drieluik beschreef ik hoe Nederland pas laat overging tot het aanknopen van contacten met de Chinese Communistische Partij (CCP), maar juist weer vooraan stond om de kersverse Volksrepubliek te erkennen. In dit derde en laatste deel staat de hedendaagse herinnering centraal. Waarom zien we de laatste jaren een heropleving van dit verleden? Staat de geschiedenis op het punt zich te herhalen?
Naspeuringen in Nanjing
In de zomer van 2011 was ik voor veldonderzoek in Nanjing. Bij een voorgaand bezoek, jaren eerder, had ik mij al wel eens verdiept in de geschiedenis van deze zuidelijke hoofdstad, waar ruim zeshonderd jaar geleden de eerste Ming-keizer de Drakentroon besteeg. Dit keer was ik echter op zoek naar sporen uit een veel recenter verleden.
Bovenaan mijn lijstje prijkte het voormalige Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Nationalistische regering. Hier hadden zowel mijn grootvader als mijn oudoom ooit gewerkt, voordat de Chinese regering landinwaarts verhuisde en de stad in Japanse handen viel. Op een goede tweede plek stond de voormalige kanselarij van de Nederlandse ambassade. Hier hadden François van Aerssen en zijn staf na de oorlog kantoor gehouden, zoals ik in deel 1 beschreef. Beide locaties waren gemakkelijk te traceren, al kon ik ze niet betreden. Maar ook van buitenaf waren de kenmerkende trekken van de Nederlandse kanselarij duidelijk te ontwaren.

De voormalige Nederlandse ambassade te Nanjing, in 1949 en in 2011
Bronnen: Marnix van Aerssen; auteur
Er was echter nog een derde locatie die mijn nieuwsgierigheid prikkelde. Aanleiding hiervan was een mail die ik kort ervoor had ontvangen van Roland van den Berg, zoon van de ‘tweede man’ onder Van Aerssen. Roland en ik correspondeerden al een tijdje over de Nederlandse historie in China; hij vanuit Normandië, waar hij zich sinds zijn pensionering als diplomaat had gevestigd, en ik vanuit mijn toenmalige woonplaats Chongqing, de oude oorlogshoofdstad, waar Roland als kind had gewoond. Roland schreef mij dat een goede vriend van hem, genaamd Marnix van Aerssen, van plan was samen met zijn vrouw Henriëtte een sentimental journey te maken naar China. Daarbij zouden zij onder meer Chongqing aandoen alvorens naar Nanjing door te reizen. Of ik er iets in zag hen wegwijs te maken in Chongqing, want Marnix zou graag ‘iets terugvinden van de Nederlandse aanwezigheid daar tijdens de oorlog’. Vanzelfsprekend zegde ik onmiddellijk toe.
Wat mij vooral intrigeerde in Rolands mail, met mijn veldreis naar Nanjing in het verschiet, was een zijdelingse opmerking over de voormalige Nederlandse residentie aldaar. Roland schreef dat hij in 1987, toen hij zelf ambassadeur was in China, in Nanjing ooit op zoek was gegaan naar de twee Nederlandse huizen aan de voormalige ‘Pompoenenmarkt.’ Tot zijn spijt bleken zowel het woonhuis van zijn ouders als de ambtswoning van Aerssen te zijn afgebroken en te hebben plaatsgemaakt voor nieuwe huizen. Die bevinding verbaasde mij, aangezien mijn Chinese bronnen suggereerden dat in ieder geval de ambtswoning nog zou bestaan.
Zo kreeg mijn speurtocht in Nanjing er dus een extra doelwit bij. Uiteindelijk trof ik op het besloten personeelsterrein aan de achterzijde van het Nanjing Grand Hotel een huis aan dat qua ligging en trekken leek te passen, zij het dat het pand wat aan de hoge kant was (later zou blijken dat er ooit een extra verdieping op is gebouwd, waardoor Roland het niet had herkend). Gewapend met historische foto’s kreeg ik toestemming het pand te betreden. Dit moest via de voortuin gebeuren, die weer alleen kon worden bereikt via de keuken en een donker gangenstelsel van het hotel. Bij het huis aangekomen schoot ik vlug wat foto’s van gevel, tuin en trap, want het was wel duidelijk dat de hotelmanager niet heel trots was op de rommel en verwaarlozing die ik er aantrof.

De twee ‘Nederlandse’ huizen in Nanjing, omstreeks 1946. Rechts de (latere) ambtswoning van Aerssen.
Bron: Roland van den Berg
Herkenning en herinnering
Een paar weken later ontmoette ik Marnix en Henriette in Chongqing. Ik nam hen mee naar het voormalige hoofdkwartier van Chiang Kai-shek in de bergen buiten de stad, aan de overkant van de Yangtze, en enkele karakteristieke oude wijken die intussen zijn verdwenen. Ook bezochten we de plek waar de Nederlandse vertegenwoordiging tijdens de oorlog was gehuisvest, en waar Roland als achtjarig jongetje met zijn ouders had gewoond. Toen ik Marnix op een rustig ogenblik de foto’s van het huis in Nanjing toonde, herkende hij onmiddellijk ‘zijn’ trap. Twee weken later belde hij mij opgetogen vanuit Nanjing op. Hij had in zijn oude kamer gestaan! In de biografie over zijn vader beschrijft Marnix dat hij zijn speelkamer steeds moest opruimen wanneer de heren ambassadeurs in zijn vaders aangrenzende werkkamer samenkwamen voor het ‘stuurgroep’-overleg.

Residentie van de Van Aerssens, getekend door de 11-jarige Marnix, 5 september 1948
Bron: Marnix van Aerssen

Het huis (met de extra verdieping) en de trap van Marnix anno 2021
Bron: Chun Qing
Ambtenaren van de gemeente hadden Marnix en Henriette hartelijk ontvangen en vergezeld bij hun bezoek aan de woning. De aanwezige medewerkers van Monumentenzorg waren erg geïnteresseerd in wat Marnix zich nog wist te herinneren over de inrichting van de voormalige residentie en de kanselarij, die ze natuurlijk ook bezochten. Ook de plaatselijke media doken enthousiast op het verhaal van de teruggekeerde (ambassadeurs)zoon. In de Volksrepubliek rust al lang geen taboe meer op de Republikeinse periode, en zeker in steden als Nanjing en Chongqing struikel je over de musea, monumenten, en memorabilia die de herinnering aan dit deel van de geschiedenis levend houden. Bovendien weten de staatsmedia altijd wel een insteek te vinden die de historische vooruitgang benadrukt, in dit geval door de armoede van weleer – via Marnix’ persoonlijke indrukken – te contrasteren met de welvaart van nu.

‘Zoon van Nederlandse ambassadeur tijdens de “Republiek” in Nanjing op zoek naar herinneringen’
Bron: Jinling wanbao (Nanjing avondkrant), 10 oktober 2011
Hoe dan ook is het bemoedigend dat dit verleden een plaats heeft gevonden in het stadsgezicht en de publieke herinnering van Nanjing. In tegenstelling tot het voormalige Chinese consulaat in Willemstad, waarover ik in deel 2 schreef, zijn zowel Van Aerssens residentie als de oude ambassade onlangs gerestaureerd en van informatieve plaquettes voorzien. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van de plattegronden, foto’s, en vele andere gedetailleerde bescheiden die decennialang bewaard zijn gebleven in het Nationaal Archief en in de door Marnix zorgvuldig beheerde persoonlijke archieven van zijn vader. Het was de bedoeling geweest dat Marnix nog een keer zou terugreizen naar Nanjing om de beide opgeknapte gebouwen te bezoeken. Helaas mocht het zover niet meer komen. Op 29 maart 2020, precies 70 jaar na de Nederlandse erkenning van de Volksrepubliek die zijn vader had bepleit, overleed Marnix. Ik denk vaak en graag terug aan ons eerste treffen in Chongqing en de vele mooie uitwisselingen die daarop volgden.

De voormalige Nederlandse ambassade te Nanjing, na restauratie in 2016
Bron: Ifeng
Herlevend verleden
Intussen beleeft de geschiedenis van de eerste Nederlandse contacten met de CCP een bescheiden heropleving in China. De 124-pagina lange memoir van Brondgeest werd onlangs in het Chinees vertaald, nauwgezet geannoteerd, en van een introductie voorzien, en zal samen met andere vertaalde bronnen naar verwachting later dit jaar in druk verschijnen. Ook op politiek niveau bestaat er sinds kort oog voor de Nederlandse erkenning van 1950. Waar voorheen de normalisering van betrekkingen in 1972 steevast het referentiepunt was, memoreerde President Xi Jinping tijdens zijn staatsbezoek aan ons land dat Nederland een van de eerste Westerse landen was geweest die de Volksrepubliek had erkend. Een volgende stap zou moeten zijn dat op dit niveau ook kan worden teruggeblikt op de lange en rijke historie van bilaterale banden vóór 1950.
De erkenning van 1950 bracht niet de toenadering tot China die de Nederlandse regering zich had voorgesteld. Pas in 1972 zouden de betrekkingen tussen Den Haag en Beijing worden aangehaald. De ruim 20-jaar durende ‘bevriezing’ ertussenin was een gevolg van de Amerikaanse politiek tijdens de Koude Oorlog en het onvermogen van Europese landen – waaronder naast Nederland ook het Verenigd Koninkrijk – een autonome China-politiek te voeren.
Een vergelijkbare problematiek lijkt Europa vandaag weer parten te spelen. Opnieuw staat de relatie met China voor een kantelpunt en is de Amerikaanse koers niet zonder meer de onze. Ondanks de vele verschillen bestaan er ook duidelijke overeenkomsten tussen de vraagstukken van nu en van toen. Reden temeer om nog eens goed te rade te gaan bij de vragen, antwoorden en kleurrijke hoofdpersonen van weleer.
Dit is het laatste blog in een drieluik over bijzondere Nederlanders die in de nadagen van de Nationalistische regering en rond 1949 in China waren. Lees ook deel 1 en deel 2.
Dit blogdrieluik is onderdeel van een serie blogs die we publiceren ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de CCP in juli 2021. De komende weken zal een aantal China2025.nl bloggers verschillende aspecten van de CCP behandelen. Lees de andere blogs in deze serie elders op China2025.nl.
Waarde Vincent,
‘Waarde’ want mij lijkt je werk waardevol, cultureel en geopolitiek goed actueel.
Zoals je ook al aanstipt in de laatste alinea van deel III.
De Nederlandse berichtgeving in pers en radio-TV schiet sterk te kort m. i. , via internationale satelietverbindingen, (w.o. ook CGTN) ben ik goed op de hoogte, ook in de ons omringende Europese landen Frankrijk (Le Monde Diplomatique !), België en Duitsland leveren bredere Geo-politiek relevanter informatie.
Je moeder Hilda stuurde me het driedelige indrukken verslag toe, wetend dat ik geïnteresseerd ben in alles wat China en de Hollandse koloniale contacten met China betreft, ik heb er ook meerdere keren met je vader Tenmin over gesproken.
Succes gewenst met je verder stappen vanuit het Leidse zowel als weerkerend in China.
Hartelijk gegroet,
Hneri Soeterik