Ongeacht welke bronnen je raadpleegt over de betrekkingen tussen Afrika en China, het is duidelijk dat er geen uniform standpunt bestaat over de ware intenties van China op het Afrikaanse continent.

Enerzijds is er een opinie die China’s kwade intenties insinueert, en claimt dat China zogenaamde ‘debt-trap’ diplomatie gebruikt om neokoloniale doelen en strategische voordelen te realiseren. Anderzijds is er een opinie die juist de positieve kanten van de betrekkingen tussen Afrika en China benadrukt, en claimt dat de neokoloniale opvatting slechts gebaseerd is op een vorm van westerse ‘negativity bias’.

Deze blog werpt licht op deze tegenstrijdige opvattingen om zo de negativiteit rond de China-Afrika betrekkingen ietwat weg te werken en tot een meer neutraal standpunt te komen.

Debt-trap diplomatie

‘Debt-trap’ diplomatie is een concept dat oorspronkelijk werd bedacht door Brahma Chellaney in een Noord-Indiase denktank, en in het Westen verder werd verspreid door twee Harvard University studenten. Het is een strategie waarbij het ene land buitensporige hoeveelheden geld uitleent aan een ander land met de bedoeling deze schuld te gebruiken om strategische middelen of politieke concessies te verkrijgen wanneer blijkt dat de lening niet kan worden terugbetaald.

Behoud van economische groei en behoud van politieke stabiliteit

Zoals iedereen weet heeft China een uitzonderlijke economie. Vooral als je je realiseert dat deze in het eerste kwartaal van 2021 maar liefst 18,3% groeide ten opzichte van het eerste kwartaal van het jaar ervoor – de grootste stijging in een kwartaal sinds het begin van de kwartaalrecords in 1992.

Toch zal het steeds moeilijker worden om dit groeipad vast te houden, wat ook bleek uit de cijfers van het tweede kwartaal (‘slechts’ 7.9% ten opzichte van vorige jaar). Daarom is het voor China van belang om ook over de eigen grenzen te kijken en hun multilaterale engagementstrategie uit te breiden. Dit doen ze bijvoorbeeld met verschillende de Belt and Road Initiative (BRI) projecten, waarmee China (nieuwe) banden aangaat met (ontwikkelings)landen via enorme infrastructuurprojecten. In veel gevallen zijn deze landen niet alleen strategisch gelegen, maar beschikken ze ook over grote hoeveelheden natuurlijke grondstoffen die nodig zijn voor aanhoudende economische groei in China – en daarmee politieke stabiliteit.

Afrika voldoet aan deze voorwaarden en bezit veel van wat China nodig heeft. Zo wordt meer dan een derde van de Chinese olie geïmporteerd van het continent, heeft Afrika ongeveer de helft van de wereldvoorraad mangaan (essentieel voor staalproductie) en bezit de Democratische Republiek Congo alleen al de helft van de wereldvoorraad kobalt (o.a. voor oplaadbare batterijen).

Daarnaast heeft China ook wat Afrika nodig heeft. Zo beloofde president Xi Jinping in 2018 een financieel steunpakket van $60 miljard aan Afrika. Bovendien zijn er volgens McKinsey al meer dan 10.000 Chinese bedrijven gevestigd in Afrika met een waarde van meer dan $2 biljoen. Mede hierdoor is China de VS en Europa nu voorbij als de grootste handelspartner van Afrika, met een waarde van $200 miljard per jaar.

Kortom, China heeft zich gerealiseerd dat Afrika de sleutel kan zijn tot het consolideren van de eigen economische groei en daarmee politieke stabiliteit.

‘Debt-trapping’ Afrika?

Dit roept voor sommigen de vraag op: houdt China zich bezig met ‘debt-trap’ diplomatie? Volgens sommige Westerse kranten, politici en andere bronnen, lokt China kwetsbare landen in een ‘debt-trap’. Wanneer deze landen de schuld niet kunnen aflossen, worden ze volgens Chellaney gedwongen om aandelen in door Chinees gefinancierde projecten te verkopen, of de controle over het project over te dragen aan Chinese staatsbedrijven.

Deze beschuldigingen worden aangevuld door Parker & Chefitz (2018), die het voorbeeld noemen van de Hambantota-haven in Sri Lanka. De bouw van de haven begon in 2007, werd gefinancierd met Chinese leningen en gebouwd door een Chinese staatsbedrijf. Na jaren van financiële strijd dreef de schuldenlast de regering van Sri Lanka ertoe om de strategisch goed gelegen haven over te dragen aan een Chinees staatsbedrijf met een huurovereenkomst van 99 jaar. Staat ook Afrika dit te wachten?

Westerse ‘negativity bias’

Alleen omdat lenen riskant is, betekent niet dat er gelijk sprake is van een ‘debt-trap’ scenario. Volgens Brautigam (2020) bepaalt ‘negativity bias’ hoe het Westen kijkt naar China’s rol in Afrika. Men is volgens deze theorie namelijk geneigd om negatieve gebeurtenissen eerder en sterker te herinneren dan positieve gebeurtenissen. Vooral sinds 2006 begonnen de westerse media en politici China te bestempelen als een bedreiging, neokolonialistisch en een geldschieter met verborgen agenda. Het resultaat is dat men geneigd is China en zijn acties in een negatief daglicht te zien.

Nu we ons bewust zijn van onze ‘bias’, is het ook belangrijk om onze aandacht te verleggen naar het Afrikaanse perspectief. Op basis van de geraadpleegde bronnen en gesprekken met Botswaanse studenten blijkt namelijk dat de invloed van China op het continent ook als positief wordt ervaren.

Uit een discussie met Botswaanse studenten bleek dat Chinese bedrijven in Afrika ook goed zijn voor de lokale werkgelegenheid. Zo hadden vrienden en medestudenten al een stage of baan gevonden bij bedrijven als Huawei. De beweringen van Chellaney dat China zijn eigen arbeiders stuurt ten koste van lokale werkgelegenheid worden hiermee direct tegengesproken.

Daarnaast hebben Westerse bronnen de neiging om de enorme Chinese leningen te benadrukken die in Afrika worden gepompt. Echter, volgens Brautigam et al. (2020) spelen Chinese leningen een veel kleinere rol dan wordt gesuggereerd. Zo ligt dit percentage slechts rond 15% van de schuldvoorraad bij de landen die kampen met de hoogste schulden.

Tot slot wordt gezegd dat Chinese infrastructuurprojecten niet gericht zijn op de lokale economie, maar slechts op het vergroten van de afzetmarkt voor Chinese exportproducten en het verbeteren van China’s toegang tot grondstoffen op het continent. Uiteraard probeert China haar eigen belangen te behartigen, maar tegelijkertijd heeft Afrika de kans om ook zelf optimaal van deze projecten te profiteren. Het verbetert namelijk één van de grootste bottlenecks op het continent: de connectiviteit tussen steden, platteland en stad, en tussen mensen en kansen.

Conclusie

Hoewel het Westen vreest dat China een ‘debt-trap’ strategie toepast in Afrikaanse landen is dit niet altijd gerechtvaardigd. Zo beweren sommige bronnen dat er zeer beperkt bewijs is om deze vrees te ondersteunen, en dat het zelfs een creatie zou zijn van concurrenten die de groeiende invloed van China willen inperken.

Daarnaast kunnen deze angsten gebaseerd zijn op ‘negativity bias’, met als gevolg dat China in een kwaad daglicht wordt gezet, bestempeld als bedreiging, neokoloniale macht, en ‘debt-trap diplomaat’.

Waar we bovenal voor moeten waken, is dat we zelf niet in een ‘trap’ vallen, waarin we alles geloven wat we zien of horen. Het is waar dat China grote hoeveelheden geld investeert in het Afrikaanse continent, maar dat impliceert niet gelijk kwade intenties. Zolang men bewust, doordacht en strategisch de onderhandelingen met China aangaan, valt er vooral ook veel te winnen voor Afrikaanse landen.

 

Dit blog is onderdeel van de blogreeks “Scriptie van de maand”, waarin we studenten de kans bieden om hun onderzoek te delen met een breder publiek. Iedere derde donderdag van de maand besteden we aandacht aan een nieuwe scriptie, binnen een diversiteit aan onderwerpen. Houd China2025.nl in de gaten voor meer blogs over interessante scripties! Eerdere blogs in deze serie kun je hier teruglezen.

Heb jij zelf onderzoek gedaan naar een China-gerelateerd thema, en zou jij dit graag willen delen op China2025? Neem dan contact op met de redactie.