De grote kwesties Hong Kong, Taiwan en de handelsoorlog zullen ook komend jaar het nieuws over China domineren. Maar ook de relatie tussen Nederland en China komt onder druk te staan, verwacht Fred Sengers.
Begin 2019 sprak president en partijvoorzitter Xi Jinping tegenover partijgenoten de verwachting uit dat hen een jaar van zwarte zwanen en grijze neushoorns te wachten stond. Waarbij zwarte zwanen onverwachte gebeurtenissen zijn en grijze neushoorns problemen die zich al langer aandienen en plotseling manifest worden.
Zo’n voorspelling kun je gerust doen, want die komt elk jaar uit. Denk in het jaar achter ons bijvoorbeeld aan de varkenspestuitbraak, onrust in Hong Kong en verzuurde relaties met de Verenigde Staten. Waarbij ik vermoed dat Hong Kong een grijze neushoorn was die zich voor Xi als zwarte zwaan openbaarde.
Ik ga ervan uit dat Xi’s hoofdpijndossiers van 2019 ook het komend jaar het nieuws over China zullen domineren: Hong Kong, Taiwan en de relatie met de VS. Bovendien zal ik iets zeggen over de relatie tussen Nederland en China, waarvan voortekenen erop wijzen dat die komend jaar onder druk komt te staan. Maar misschien heb ik het mis. Neushoorns kunnen heel hard op je af rennen, maar een andere karakteristieke eigenschap is dat ze plotseling tot stilstand komen omdat ze vergeten waar ze eigenlijk mee bezig zijn.
Onrust in Hong Kong
Protesten houden al meer dan zeven maanden aan. De uitslag van de districtsverkiezingen afgelopen november hadden een startpunt voor dialoog kunnen vormen. Maar het tegendeel hebben we eigenlijk gezien. Stadsbestuur, noch protestbeweging lijken tot compromissen bereid.
Het stadsbestuur zit de storm uit, ook al weet het dat het in de toekomst opnieuw zal gaan waaien. En reken maar dat de barometer op storm staat als in september de verkiezingen voor het stadsparlement LegCo worden gehouden.
Hoe verder? Er zal met de geldbuidel worden geschud om de ‘zwijgende meerderheid’ te paaien (uit de verkiezingen blijkt echter dat een meerderheid het protest steunt). Er zal een pleidooi worden gehouden om de liefde voor het moederland bij jongeren te stimuleren (heeft vorige keer averechts gewerkt). Er zal worden gehamerd op het vasthouden aan Eén Land, Twee Systemen (veel burgers vinden juist dat China dit beginsel uitholt).
Eėn ding is zeker: onafhankelijkheid is onbespreekbaar. Dat is ook de reden, zeggen mensen in Hong Kong, dat echte dialoog uitblijft: in de ogen van Beijing is die rode lijn allang door de protestbeweging overschreden en valt er niets meer te bespreken. De demonstranten zeggen wel “If we burn, you burn”, maar het omgekeerde is ook waar. Beijing is bereid toe te staan dat de stad zichzelf onherstelbare schade toebrengt, maar zal hem nooit opgeven.
Spanningen met Taiwan
President Tsai is herkozen en haar Democratische Progressieve Partij behaalde een absolute meerderheid in het parlement. China’s aanpak van wortel (naar de burgers) en stok (naar de Taiwanese regering) heeft niet gewerkt. Veel Taiwanezen maken zo’n onderscheid helemaal niet: de maatregelen tegen hun regering beschouwen zij als gericht tegen hun maatschappij.
Tot op het hoogste niveau hebben de Chinese leiders keer op keer herhaald dat de Taiwanese kwestie de hoogste prioriteit heeft en hereniging de enige optie (waarbij de term hereniging het Chinese perspectief is; Taiwan heeft nooit tot de Volksrepubliek behoord). De Taiwanezen hebben zo bezien alleen de keus of dat vrijwillig of gewapenderhand gebeurt.
Dus ook in dit dossier komend jaar meer van hetzelfde. Meer prikkels voor persoonlijke uitwisselingen van studenten en investeerders. En nog meer dreigen, economische chantage en diplomatiek isoleren van Taiwan. Het is moeilijk voor te stellen hoe dit moet gaan werken. Uiteindelijk maakt het weinig uit hoe vaak een Chinees vliegdekschip voor de Taiwanese kust opduikt en of Taiwan door vijftien of door nul kleine landen wordt erkend.
Een invasie is geen optie. Het Chinese leiderschap ergert zich groen en geel aan Tsai, maar een militair conflict kan het zich momenteel niet veroorloven.
Handelsoorlog met de VS
Vorige week is in Washington een handelsakkoord met China getekend. Daarmee tonen beide regeringen in ieder geval bereidheid een pas op de plaats te maken.
Hoezeer Trump ook tamboert op de ‘biggest deal anybody has ever seen’; het verdrag stelt inhoudelijk niet veel voor. Het meest concreet is de Chinese belofte om flink Amerikaanse waar in te kopen. Het gaat om zo’n groot bedrag (200 miljard dollar in twee jaar) dat je je afvraagt of die belofte wel kan worden nagekomen. Niet vanwege het geld; daarvan is er in China genoeg. Maar wat moet China met al die Amerikaanse soja, brandstof en diensten? Het heeft immers ook nog bestaande contracten na te leven.
Een cynicus zou zeggen: veel beloven en weinig geven, doet de gek in vreugde leven. Trump kan in het verkiezingsjaar 2020 goede sier maken doordat hij zijn verkiezingsbelofte nakomt het handelstekort terug te dringen, terwijl de Chinezen het akkoord alleen als onderdeel van hun vertragingstactiek beschouwen.
Onderhandelingen over veel gecompliceerdere onderwerpen moeten nog beginnen. De kans dat daarover overeenstemming wordt bereikt is veel kleiner, om niet te zeggen nihil, omdat die China niet alleen zou dwingen hun (succesvolle) economisch model te wijzigen, maar ook dat ze hun ambities om een moderne, welvarende natie te worden moeten opgeven.
Komend jaar kan de handelsoorlog, kortom, ieder moment weer oplaaien, ongeacht welke president de Amerikanen in november ook kiezen. Dat de opkomst van China een bedreiging vormt voor de positie en belangen van de VS is een van de weinige kwesties waarover democraten en republikeinen het eens zijn. Dat is ook de crux van de spanningen tussen de bestaande en opkomende wereldmacht. De handelsoorlog is slechts een onderdeel van die machtsstrijd.
Spanningen in de Nederland-Chinese relatie
Afgelopen jaar verscheen de China-notitie van het Nederlandse kabinet. Je kunt er van alles van vinden, maar positief is dat het de opkomst van China als een gegeven beschouwt en realistisch is over de mogelijkheden van Nederland invloed uit te oefenen over hoe er in Beijing wordt gedacht en beslist.
Belangengroepen, China-alarmisten en politieke partijen buitelden over elkaar heen in hun kritiek. Minister Blok werd in de Kamer geconfronteerd met een stortvloed van moties met de opdracht zich assertief en standvastig ten aanzien van China op te stellen. De notitie lijkt aldus een averechts effect te hebben. In plaats van dat we ons aanpassen aan de realiteit van de 21e eeuw en een relatie op basis van wederkerigheid met China ontwikkelen, wordt het kabinet met een eisenlijst op pad gestuurd.
Ondertussen blijven de China-dossiers zich opstapelen. Er moet een beslissing vallen over de 5G-aanleg. Er moet een knoop worden doorgehakt over de levering van een chipmachine door ASML. Zelfs op de markt voor elektrische bussen is gedoe; staatssecretaris Keijzer was er als de kippen bij een onderzoek naar oneerlijke concurrentie te gelasten.
De Amerikaanse regering oefent grote druk op het kabinet uit om hun kant te kiezen. Verschillende belangen worden daarbij op een hoop gegooid: veiligheid, economie en geopolitiek. De Chinezen geven tegengas. Onaangenaam was dat Ambassadeur Xu Hong openlijk dreigde met verslechtering van de relaties. Dat was niet nodig en in het huidige debat onhandig.
Nederland wordt gevraagd partij te kiezen. Het huidige sentiment in de kamer is nogal Chinafoob en veel partijen klampen zich vast aan de Transatlantische band. Dat is begrijpelijk gezien het verleden, maar heeft wel consequenties voor de toekomst.
De huidige situatie vraagt om een realistische en heldere positiebepaling van Nederland, waarmee we beslissingen in individuele gevallen kunnen motiveren. Wat Washington en Beijing van ons willen is duidelijk. Laten wij toch vooral ons eigen belang voor ogen houden: goede relaties met beide grootmachten en onze handen vrijhouden om zelf keuzes te maken. Xinnian kuaile.