China innovatiecentrum van de wereldHet gaat minder dan 20 jaar duren voordat China het innovatiecentrum van de wereld is. Het Westen moet hier één les uit trekken: Zorg dat je er nu bij bent, anders ben je te laat. Daarom moet elk Nederlands bedrijf en elke universiteit de relatie met China nu gaan opbouwen om erbij te zijn.

Deze uitspraak deed Piet Derks (Philips) op het congres “Samenwerking met China in onderzoek en innovatie” op 19 juni in Den Haag. Het is ook een goede samenvatting van het overheersende gevoel bij de deelnemers; namelijk dat China hard op weg is om dé kenniseconomie van de 21e eeuw te worden. Voor Nederland betekent dat er een groot belang is om de relaties met China op het gebied van onderzoek en innovatie te versterken.

Vanuit bedrijfsleven, overheid en wetenschap gaven verschillende experts tips over hoe je op een succesvolle manier met China kunt samenwerken op het gebied van innovatie. Hieronder een kleine greep uit het grote aanbod van sprekers.

 

Chinezen kunnen heel innovatief zijn

Piet Derks (General manager Philips Lighting R&D China) noemt Philips “een Chinees bedrijf” en heeft op het vlak van innovatie al veel ervaring opgedaan. Hij schetst drie fasen van innovatie in China die een bedrijf moet doorlopen om op lange termijn succesvol te kunnen zijn.

  1. Produceren in China voor de export
  2. In China lokaal producten ontwikkelen voor de lokale markt
  3. Ontwikkelen in China voor de wereldmarkt

Om fase 3 te bereiken is een lange adem noodzakelijk en moet een bedrijf al gauw 10 – 15 jaar uittrekken. Derks gaf daarbij nog een aantal aanvullende inzichten om succesvol te zijn met innovatie in China:

  • Deel kennis met Chinezen: Als je bang bent dat je kennis kwijtraakt, ga dan niet naar China
  • Leer Chinezen om dingen te ‘challengen’, dan zal blijken dat ze erg innovatief kunnen zijn
  • Wat we in het Westen van China kunnen leren is dat hun innovatie gedreven wordt door uitdagingen. En dat ze deze uitdagingen ook expliciet formuleren, waardoor ze op een praktische manier nieuwe oplossingen kunnen vinden

Als je niet maakt, ontwikkel je ook geen kennis

Jac Gofers is directeur van Promolding, een bedrijf dat hoogwaardige innovatieve producten maakt op basis van kunststof. Zijn bedrijf is actief in China maar hij pleit er wel voor om de maakindustrie niet teveel naar China te verplaatsen. Want als Nederland de maakindustrie niet in eigen land houdt, dan verlies je als land op den duur kennis. Want als je niet maakt, ontwikkel je ook geen kennis.

Hij stelt dat het cruciaal is om de tijd te nemen om innovatie in China van de grond te krijgen. Als je haast hebt, dan is dat daar een teken van zwakte. Verder schetst hij een aantal verschillen in wat er nodig is om te innoveren in beide landen:

Nederland China
Nieuwsgierigheid Leergierig
Lef Hiërarchie
Improvisatietalent Improvisatietalent
Fouten maken Gezichtsverlies kan niet
Doorzettingsvermogen Gehoorzaamheid
Analytisch Probleemoplossend
Zelfstandig Chaotisch

 

Focus op topuniversiteiten

Kees Beenakker (directeur TU Delft – Beijing research Centre) vat de noodzaak TUom  samen te werken met China als volgt samen:

  • in Nederland zijn te weinig studenten met een technische achtergrond om aan de vraag te voldoen
  • in de toekomst komt steeds meer kennis uit China; de TU wil daaraan mee doen door vroege samenwerking te starten.
  • China is een belangrijke toekomstige markt voor de Nederlandse High-Tech industrie

De aanpak van de TU is als volgt:

  • Focus op de top universiteiten
  • Richt de samenwerking op zowel MSc als PhD programma’s. Het MSc programma kan een ‘talentenpool’ zijn voor het PhD-programma en daarnaast ook de vraag naar ingenieurs vervullen
  • Initieer sponsoring vanuit de industrie
  • Heb regelmatig contact met Chinese collega’s en laat je gezicht zien
  • Betrek de studieverenigingen voor de sociale kant van studentenuitwisseling

Hoog collegegeld is een obstakel voor Chinese studenten in Nederland

Harry Steinbusch richtte vanuit de Universiteit Maastricht samen met naburige universiteiten in Duitsland, België en Frankrijk Euron op, een consortium op het gebied van neurowetenschapen.

Deze universiteiten bundelen de krachten in de samenwerking met China om gezamenlijk een grotere toegevoegde waarde te kunnen leveren aan de Chinese partners, die deze behoefte kenbaar hadden gemaakt. Elke Universiteit kan zo zijn grootste expertise inbrengen en daarmee het consortium sterker maken.

Steinbusch noemt het hoge collegegeld van 12.500 euro als een van de grootste obstakels voor Chinese studenten om in Nederland te studeren. Via het consortium kunnen studenten zich inschrijven aan een Duitse Universiteit (waar het collegegeld 500 euro is), en zo doorstromen naar andere Universiteiten.

Hierdoor mist de Universiteit Maastricht weliswaar inkomsten, maar kan het wel excellente studenten selecteren die bijvoorbeeld in een PhD traject verder kunnen. En daardoor kan de Universiteit ook weer makkelijker excellente hoogleraren uit het buitenland aantrekken die naar Maastricht willen komen.

Steinbusch gaf nog een aantal andere tips over hoe zij met de samenwerking met China omgaan:

  • Iedere universiteit in het consortium heeft een Chinese hoogleraar benoemd op een strategische positie
  • Aanbieden van Double degrees (één jaar in China, één jaar in Nederland studeren) om zo het collegegeld naar beneden te krijgen
  • R&D faciliteiten in China van Nederlandse bedrijven zoals DSM en Philips  openstellen voor Chinese studenten van eigen programma’s

 

Bezuinigingen op China samenwerking?

In de afsluitende discussie gaat het vooral over de geruchten dat het ministerie Science Alliance congresvan OC&W de regelingen met betrekking tot de Chinaprogramma’s waarschijnlijk gaat afbouwen in de komende jaren.

Harry Steinbusch merkte over deze bezuinigingen op dat kennisinstellingen de China programma’s in de toekomst mogelijk best zelf kunnen financieren, omdat het om relatief kleine bedragen gaat. Het signaal echter dat de Nederlandse overheid met de stopzetting aan China afgeeft zou negatief zijn en nadelig kunnen uitpakken voor de samenwerking.

Deze voorgenomen bezuinigingen staan ook in schril contrast tot het advies van de Adviesraad voor Wetenschap en Technologie (AWT), die er onlangs juist voor pleitte om de samenwerking tussen Nederland en China verder te structureren door middel van een Chinaplatform. Dat platform zou opkomende bedrijven moeten gaan helpen om beter voorbereid de samenwerking met China aan te gaan. Het antwoord van de Tweede Kamer op dat advies komt binnenkort.

 

Het congres werd georganiseerd door de Science-alliance. Meer informatie vind je op hun website

 

Follow Rutger Brouwer on Google+!