In de serie Chinablijvers praten we met Nederlanders en Vlamingen die al meer dan tien jaar in China zijn. Hoe hebben zij het land zien veranderen, wat zijn hun ervaringen en hoe zien zij de toekomst?

“Ik weet niet of ik me nog erg thuis zou voelen in Nederland”

Ze is net uit quarantaine na eindelijk weer eens in Nederland te zijn geweest. “Het was bijna twee jaar geleden dat mijn man en ik onze familie en vrienden hadden gezien, dus we wilden graag op bezoek. Alles is goed gegaan, maar het was wel een hele onderneming. Dat gaan we niet drie keer per jaar doen”, vertelt Anouchka van Driel.

Al bijna twintig jaar loopt Anouchka rond in het Chinese culturele circuit. “Ik wilde altijd al naar het buitenland en niet in Nederland blijven. Voordat ik naar China verhuisde, ben ik er drie keer langer op vakantie geweest tijdens mijn studie. Tijdens een van die vakanties werd aangekondigd dat de Olympische Spelen in Beijing zouden zijn en iedereen was door het dolle heen. Er was een enorme energie en optimisme, een heel fijne sfeer. Hoewel ik de stad op het eerste gezicht best lelijk vond, hield ik daar ook weer van. Dat je echt op zoek moet gaan naar de mooie plekken die je erin trekken.”

Nadat ze in 2004 klaar was met haar bachelor studie mode in Arnhem, had ze behoefte aan een nieuwe omgeving en inspiratie. Omdat China zo goed was bevallen, besloot ze er voor langere tijd naartoe te gaan. “Ik heb eerst een lerarencursus gedaan en heb daarna Engelse les gegeven in Tangshan, een stad in de provincie Hebei. Maar na mijn eerste jaar verhuisde ik al naar Beijing.”

Eerst werkte Anouchka als freelancer in de lokale, Chinese culturele sector, maar vanaf 2012 zat ze langere tijd bij de Nederlandse ambassade. “Door de jaren heen heb ik verschillende rollen gehad op de afdeling Pers en Culturele Zaken. Als ik het vergelijk met de huidige situatie, vind ik dat ik er in een hele mooie tijd heb gezeten. Het beleid was aan beide kanten erg positief, er was budget en veel interesse vanuit het veld. Ik heb het idee dat toen ik op de ambassade begon het een gouden tijd was voor de cultuursector in heel veel landen.”

Lokale veranderingen en verschuivingen

Hoewel ze altijd Beijing als standplaats had, is Anouchka op verschillende plekken actief geweest. “Ik doe nu een fellowship in Hong Kong, heb behoorlijk wat trips naar Shanghai gemaakt en gewerkt aan projecten in Tianjin en Shenyang.” Sowieso geeft ze aan dat Shanghai zich ontwikkelt als nieuwe culturele hotspot. “Er gaan allerlei nieuwe musea open, bijvoorbeeld het Museum of Art Pudong. Dat is een overheidsproject, echt heel mooi opgezet. Zulk soort musea heb je in Beijing nog niet”, vertelt ze.

De culturele sector groeit nog steeds ontzettend hard. Naast de overheid zijn volgens Anouchka ook veel commerciële partijen hiermee bezig. “Momenteel werk ik bijvoorbeeld als consultant aan een ontwikkelingsproject in Shanghai. Ze willen een hotel en ziekenhuis in een woonwijk integreren, op het hele terrein kunst plaatsen en een cultureel programma opzetten. Je ziet ook meer projecten komen vanuit bijvoorbeeld winkelcentra. Iedereen wil cultuur en beleving creëren, en er is veel vraag vanuit het publiek om dat te doen op dit soort plekken.”

Tegelijkertijd merkt Anouchka dat de internationale gemeenschap in Beijing krimpt. Volgens haar komt er nog vooral vervangend ambassadepersoneel en weinig ‘echte’ nieuwkomers. Vandaar dat ze er ook over nadenkt om te verhuizen, binnen China of daarbuiten. “Mijn man en ik hebben wel eens gekeken naar huizen in Shanghai, maar dat is nog niet doorgezet. Over een jaar of vijf zou ik wel geleidelijk naar Nederland of Europa willen gaan en dan via freelance projecten nog actief blijven in China. Maar ik weet niet of ik me nog erg thuis zou voelen in Nederland.” Daarom blijft Azië ook een optie. “We kijken ook naar andere landen in de regio zoals Vietnam en Thailand. Bovenal zijn we echte stadsmensen, maar ik houd van dynamische en economisch groeiende plekken, terwijl hij juist een rustige en meer ontwikkelde omgeving prettig vindt.”

Flexibiliteit qua werk en cultuur

Hoewel ze tot nu toe alleen in China heeft gewerkt, kan Anouchka zich wel indenken dat sommige dingen in Nederland heel anders gaan. “Na de ambassade ben ik bij K11 gaan werken als Public Programs Manager. Na 1,5 jaar werd ik bij hen al hoofdcurator van een reizende tentoonstelling. Dat ik al zo snel de verantwoordelijkheid kreeg om de tentoonstelling van A tot Z op te zetten in Hong Kong en Shenyang vond ik wel speciaal. Ik was heel blij dat ik die kans zo snel kreeg. In Nederland zal het hiërarchischer zijn of moet je eerst jezelf bewijzen.”

Behalve werkcultuur, kan Anouchka nog een verschil tussen Nederland en China aanwijzen. Zo merkt ze op dat “de biologische supermarkten en duurzame producten in Nederland heel betrouwbaar zijn. In China is dat aanbod ook gegroeid, en kom je nu een heel eind als je op Taobao ‘biologisch’ zoekt. Maar voor vlees of vis is het moeilijker om te weten of het daadwerkelijk gecertificeerd is.”

Iets wat Anouchka wel zeer waardeert zijn de Chinese flexibiliteit en vindingrijkheid. “In Nederland kun je het eigenlijk niet maken om op het laatste moment iets af te spreken of af te zeggen. Dat sprak me vanaf het begin heel erg aan in China, dat er altijd van alles mogelijk is en ze een probleem linksom of rechtsom proberen op te lossen. Qua karakter ben ik ook niet echt een lange termijnplanner, dus daarin voel ik me hier helemaal thuis.”

 

Dit is een interview in de serie Chinablijvers. Houd China2025.nl de komende maanden in de gaten voor meer interessante verhalen over Nederlanders en Vlamingen die al meer dan tien jaar in China wonen. De komende maanden publiceren we iedere eerste maandag van de maand een nieuw interview. 

Lees ook de eerdere blogs in deze serie, over Chinablijvers Mirjam Thieme en Gilbert Van Kerckhove.