Ik ben er kapot geschopt, doodgeknuffeld, omgekocht, bejubeld en verrot gescholden. Wie denkt dat Chinezen geen emoties tonen, heeft duidelijk nooit in China op het voetbalveld gestaan. Ook in de stadions gaat het er explosief aan toe. Massale vreugde-uitbarstingen worden afgewisseld met de meest verschrikkelijke verwensingen aan het adres van spelers, trainers en scheidsrechters.

Al dertien jaar heeft voetbal mij de mooie en minder mooie kanten van China laten zien die voor velen onzichtbaar zijn. Belangrijker nog, voetbal heeft mij geluk en vriendschap gebracht in een land waar dat in het begin onmogelijk leek.

Voetbal als lichtpuntje

We leven in een tijd waarin de hele wereld China probeert te begrijpen. De ene China-kenner die kundig uiteenzet waarom China de leider van een nieuwe wereldorde wordt, struikelt over de andere vakexpert die waarschuwt voor het grote Rode Gevaar. Het land krijgt steeds meer de vormen van een kolossale vijand voor ons democratisch systeem.

Hoe anders was dit in 2006, toen ik na mijn middelbare school had besloten Chinees te gaan studeren in Peking. Op onze diepgewortelde vooroordelen na, wist ik helemaal niks van het land. Op school had ik er nooit wat over geleerd en het kwam ook niet vaak in het nieuws. Zonder enige kennis van de Chinese taal, cultuur en geschiedenis stapte ik op het vliegtuig naar een onbekende toekomst.

Peking bleek nog buitenaardser dan ik had verwacht. Het moment dat ik de universiteit verliet, viel ik van de ene verbazing in de andere. Zelfs met handgebaren kon ik geen enkel contact maken met de lokale mensen, ik verdwaalde continu en ik had meestal geen idee wat er op mijn bord lag. Ik voelde mij een vreemdeling en kon mij totaal niet voorstellen dat dit ooit zou veranderen.

Toch was er één lichtpuntje: voetbal. Ook daar werd er gejuicht na een doelpunt, de scheids deed het nooit goed, ik kreeg de bal als ik vrij liep en ik werd gewisseld als ik een draak van een wedstrijd speelde. Zonder dat ik er een woord van verstond begreep ik hen en zij begrepen mij. Door een gedeelde passie was er verbinding mogelijk. Voetbal werd mijn houvast, toen de rest van mijn leven op zijn kop stond.

Voetbal als leermeester

Natuurlijk waren er ook verschillen. Zo kon ik er niet aan wennen dat je met een hǎoqiú (mooie bal) beloond werd als je huizenhoog over schoot. Maar juist als je wat verder keek kon voetbal een wijze leermeester zijn.

In Chengdu leerde ik alles over de corruptie en matchfixing van mijn Chinese teamgenoten, die recent verbannen waren uit het professionele voetbal. Tijdens mijn latere verblijf in Chongqing speelde ik in een internationaal team. Tijdens de wedstrijden tegen de lokale brandweer, politie of legerafdelingen, begon ik het concept van gezichtsverlies steeds beter te doorgronden. Als ik de bal rond het doelgebied van de tegenstander aan mijn voet kreeg bij een 3-0 voorsprong schreeuwden mijn teamgenoten dat ik opzettelijk over moest schieten. Een oorwassing zou zowel voor de Chinese tegenstander als ons eigen team vervelende repercussies hebben. Mijn belangrijkste observatie was dat ook in China een team bestond uit elf individuen. Leiders, werkers, creatievelingen, idioten, teamspelers, pingelaars, pinchhitters, niemand was hetzelfde. Dé Chinees bestond helemaal niet.

De belichaming van mijn studiereis over de Chinese voetbalvelden was mijn vriend Tao, een jeugdtrainer in Peking. Tijdens mijn tweede periode in de hoofdstad hielp ik Tao met zijn trainingen voor de lokale jeugd. Zijn grote droom was het oprichten van een eigen voetbalclub. Hij maakte zich zorgen over de nieuwe generatie, die opgroeide in een vervuilde, competitieve en vaak eenzame omgeving. Dit alles kwam tot uitdrukking in de heuse obesitas-plaag waar China zich in bevindt. Met behulp van voetbal, wil Tao de kinderen helpen in hun fysieke en sociale ontwikkeling.

Symbool voor de impact van Tao zijn trainingen staat de eerste training van Vivi. Op een zaterdagochtend arriveerde het vierjarige verlegen meisje op een klein kunstgrasveldje dat ook regelmatig gebruikt werd als parkeerplaats. Het was meteen duidelijk dat ze doodsbang was en verschool zich achter haar moeder. We probeerden van alles om haar op haar gemak te stellen, maar zonder succes. De tranen bleven maar komen en mama wist zich ook geen raad. Tot Tao halverwege de training de andere meisjes overhaalde om hun nieuwe ‘zusje’ aan de hand te nemen. Niet veel later was Vivi dolgelukkig aan het rondrennen. De bal en haar nieuwe vriendinnen spelen inmiddels een centrale rol in haar levensplezier.

Ondanks de overduidelijke verschillen, zag ik mezelf. Ik was vijf jaar toen ik naar mijn eerste voetbaltraining ging. Ook ik was zó bang, dat ik niet achter mijn moeder vandaan durfde te komen. Op dat moment pakte mijn twee jaar oudere zus mijn hand en trok me mee het veld op. Aan de hand van mijn grote zus leerde ik mijn angst overwinnen en kon ik het voetbalplezier omarmen. Een luxe die velen in China niet is gegeven door de welbekende éénkindpolitiek. Des te meer behoefte hebben ze aan vriendinnetjes om die rol te vervullen. Het waren inzichten zoals deze die al mijn onbegrip en frustratie overschaduwden.

Voetbal als overeenkomst

Sinds mijn eerste bezoek aan China heb ik altijd moeite gehad om mijn ervaringen te delen met familie en vrienden. Hun beeld en ervaringen staan vaak lijnrecht tegenover het China wat ik heb leren kennen. Ze missen de persoonlijke connectie en zien daardoor China vaak slechts als uniform geheel. Niet in de laatste plaats vanwege het narratief van onze media. President Xi, de CCP en economische belangen domineren de identiteit van 1,4 miljard individuen. Door ze op een hoop te gooien en weg te zetten als bedreiging, bereik je naar mijn idee een averechts effect. Je gaat er namelijk alleen maar minder van begrijpen. Door in de verdediging te gaan drijven we ze alleen maar verder weg van onze normen en waarden. Deze frustratie en zorg heeft mij er toe bewogen om dit actief te bestrijden.

Een ander perspectief zorgt voor waardevolle inzichten. Ik ben ervan overtuigd dat de voetbaldroom van Tao een persoonlijke kant van China laat zien die nieuw is voor velen. Dat is waarom ik drie jaar geleden besloot om mijn bankiersbestaan vaarwel te zeggen en zijn verhaal te delen met de wereld. Zoals iedereen inmiddels wel doorheeft, zal China een bepalende rol gaan spelen in de toekomst – ook  die van ons. Dat brengt een hele hoop vragen en weerstand met zich mee.

Ja er zijn verschillen, maar zoals ik zelf heb ervaren ligt de oplossing vooral in de zoektocht naar overeenkomsten. Voetbal is voetbal, ook in China. Vind jouw ‘voetbalveld’, en je zult zien dat er nog veel meer is dat je gemeen hebt.

De documentaire ‘Tao – Fighting for Football in China’ is reeds vertoond bij premières in Nederland en China waarna hij geselecteerd is voor filmfestivals in Berlijn en Parijs. Sinds september is Dutch Core (NPO) de exclusieve internationale distributie partner. Houdt de kanalen van Kicking Cultures in de gaten voor meer informatie over toekomstige vertoningen en uitzendingen.