Het middelbaar onderwijs en de Confucius Classrooms

Het aantal scholen dat het vak Chinees aanbiedt is in vergelijking met tien jaar geleden behoorlijk toegenomen. Op sommige scholen is het een tijdelijk keuzevak, op andere plekken is het in bepaalde jaren verplicht. Er zijn ook enkele tientallen middelbare scholen waar leerlingen examen kunnen doen in het vak Chinese taal en cultuur. Ter ondersteuning van het vak biedt het Confucius Instituut (CI) scholen de mogelijkheid een Confucius Classroom te openen. Met de adoptie van dit klaslokaal, en de bijbehorende mogelijkheden voor financiële middelen, lesmaterialen en lessen door docenten van het CI, geeft het CI support aan het vak. Een mooie oppepper, maar wel eentje die ook bezwaren komt.

Confucius Classrooms: impuls voor het vak Chinees

Op dit moment zijn er in Nederland dertien scholen met een Confucius Classroom en drie scholen met een Teaching Point; een kleinere vorm van het Classroom-principe. In alle gevallen zijn de Classrooms opgericht op scholen waar het vak Chinees al aangeboden werd. Zo’n Classroom is dus in feite een steuntje in de rug voor een school in de ontwikkeling van het vak Chinees. Net als op de universiteiten betekent een samenwerking met een Classroom vooral een financiële impuls voor het schoolvak. En omdat Chinees op bijna alle scholen een klein vak is, waar weinig budget voor wordt vrij gemaakt, is zo’n financiële impuls zeer welkom.

Voldoende bewustzijn van schoolbesturen?

Net als bij het hoger onderwijs, is het ook bij het middelbaar onderwijs belangrijk hoe het schoolbestuur met de Confucius Classroom en de mogelijkheden ervan omgaat. Uit eigen ervaring weet ik dat er enkele schoolbesturen zijn die goed omgaan met de Classroom, maar toch zie ik ook regelmatig het tegenovergestelde. Dan gaat men tamelijk naïef en nonchalant om met de overheidsstatus van de Classrooms en hun ‘gekleurde lesmateriaal’. Schielijk overdreven, denken ze dan. Of ze schatten in dat docent en leerlingen kritisch genoeg zijn om zelf onderscheid te kunnen maken. Wat ik ook vaak hoor, is dat er zonder de bijdrage van de Confucius Classroom überhaupt geen toekomst zou zijn voor het vak Chinees bij hen op school, en dat het dus een kwestie van kiezen of delen is.

Chinees als vak moet een weloverwogen keuze zijn

Deze naïviteit en nonchalance vind ik erg betreurenswaardig en getuigen van een ondoordacht schoolbeleid. De uitspraak over de noodzaak van de financiële bijdrage van het CI om het voortbestaan van het vak te bewaken vind ik zo mogelijk nog bezwaarlijker. In mijn ogen maak je als school een bewuste keuze om het vak aan te bieden of niet. Daar hoort visie, durf én een investering bij. Iedere school heeft een beperkt budget en geld is altijd een probleem. Maar als je ziet welke bedragen vrij worden gemaakt om planten te huren voor de open dag op school, of voor hoeveel geld een head hunting bureau wordt ingeschakeld om een nieuwe bestuurder aan te trekken, dan denk ik dat er genoeg geld voor het vak zou moeten zijn. Als je écht wilt tenminste. Als je dat als school niet bereid een investering te maken bent, dan mist misschien de juiste mindset om het vak Chinees aan te bieden.

Geen keuze maken is een slechte keuze

Zoals gezegd, worden in Nederland dus alleen Confucius Classrooms geopend als het vak Chinees op school al draait. Dat betekent dat er in eerste instantie wel degelijk de financiële middelen en juiste mindset waren om het vak autonoom aan te bieden. Hoe kan het dan dat sommige scholen later afhankelijk worden van de bijdrage?

Dit heeft met meerdere zaken te maken. Veel scholen hebben last van het mode-effect. Toen Chinees nèt op school werd aangeboden was het nieuw, sexy en interessant, en kozen veel leerlingen er dus voor. Maar toen de nieuwigheid eraf ging, bleef er slechts een kleine groep geïnteresseerden over. Daarnaast blijkt in sommige regio’s het vinden van een gediplomeerde en kundige docent heel moeilijk. Het gebrek aan een goede docent kan ervoor zorgen dat Chinees steeds minder leerlingen trekt en op een gegeven moment niet meer rendabel blijkt. Dan kun je als school twee dingen doen: er vol voor gaan omdat je echt gelooft in het vak, of ermee stoppen omdat je dat niet doet. Op sommige scholen met CI-geldstroom wordt echter voor geen van beide opties gekozen.

De taak voor het schoolbestuur

Terug naar de Confucius Classrooms en de Chinese staatsinvloed in het klaslokaal: die invloed is er. Daar is het CI zelf ook open en eerlijk over. Hun doel is een zo positief beeld van China te verspreiden en een dialoog tussen culturen op gang te helpen. Is dat doel kwalijk? Ik denk van niet, tenminste niet als we zelf op de regiestoel blijven zitten en kritisch zijn én blijven. Deze taak ligt bij het schoolbestuur. En om schoolbesturen te helpen een zorgvuldige afweging te maken bij het open houden van een Classroom, heb ik een checklist gemaakt.

1) Heb je naast een Confucius Classroom ook:
  • Een gediplomeerde en ervaren vakdocent Chinees (die docentenopleiding in Leiden is er niet voor niets!)
  • Een helder beeld van de inhoud van het vak Chinees, en komen daarin alle gewenste facetten van de Chinese taal, cultuur, geschiedenis, aardrijkskunde en politiek aan bod?

Zo ja; heel goed! Ga door naar deel 2.

Zo nee; jullie school is niet geschikt voor een Confucius Classroom.

2) Is er bij jullie op school:
  • Een duidelijke curriculumvisie waarvan het vak Chinees deel uit maakt?
  • Ook voldoende geld en draagvlak voor het vak Chinees zonder de steun vanuit het CI?

Zo ja; heel goed. Jullie maken gebruik van de voordelen van de Classroom en hebben het vermogen om behendig om de nadelen heen te laveren.

Zo nee; jullie school is niet geschikt voor een Confucius Classroom.

Invloed uitoefenen

Kortom, je kunt als schoolbestuur niet kritisch en voorzichtig genoeg zijn als het gaat om de Classroom. Realiseer je dat je als school daarmee een bepaalde Chinees staatsinvloed naar binnen haalt. Klein misschien, maar wel aanwezig.  Als schoolbestuur moet je goed kijken of dit wel past. Voorwaarde is dat je een duidelijke visie hebt voor het vak Chinees, waarin het vak niet afhankelijk van externe geldstromen is. Investeer in een goede, kritische docent, die het vak kan dragen! Zo zorg je er voor dat Confucius Classroom niet sturend is, maar een impuls voor de lijn die je zelf hebt uitgezet.  Op die manier maak je het vak Chinees niet alleen toekomstbestendig, maar ook actueel en relevant.

Dit is het tweede deel in een blogtweeluik over Chinese staatsinvloed in het Nederlandse leslokaal. Het eerste deel, over bet hoger onderwijs en de Confucius Instituten, kun je hier teruglezen.