Donderdag 24 april is de Internationale Dag van de Filantropie. Goede doelen staan in China nog in de kinderschoenen. Maar voor nieuwe rijken is filantropie een prima middel om hun rijkdom te etaleren.

Nadat op 12 mei 2008 een verwoestende aardbeving de provincie Sichuan treft, schieten een kwart miljoen Chinezen te hulp, met kleding, voedsel en hun blote handen.

De overheid weet niet wat ze aan moet met het leger vrijwilligers dat honderden, soms duizenden kilometers heeft afgelegd om te helpen in de getroffen regio. De betrokkenheid van gewone burgers is een motie van wantrouwen aan bestaande structuren van de staat en liefdadigheidsinstellingen. Ze vertrouwen niet op de overheid, ze doneren geen geld; alleen als ze zelf gaan weten ze dat hun hulp goed terecht komt.

Deskundigen van de non profit sector in China noemen deze gebeurtenis een keerpunt. Tot dan toe is de Chinese liefdadigheidssector relatief klein geweest. Wie doet er vrijwilligerswerk in een land met een werkweek van zes dagen van tien uur? Wie geeft er geld voor vreemden als je iedere yuan die je over hebt beter kunt sparen voor het geval je ziek wordt?

Oudere Chinezen zijn opgegroeid met het idee dat de staat voor zijn burgers moet zorgen. Niet zo gek in een land waar tot voor kort de staat zo’n beetje alles van de wieg tot het graf bepaalde.

Andersom bestaat bij de Chinese overheid wantrouwen tegen groepen georganiseerde burgers. De staat is op controle gericht en werpt drempels op voor georganiseerde liefdadigheidsinstellingen.

GONGO’s

Om als fondsenwerver in China actief te zijn, moet je een overheidsinstelling vinden die garant staat. Onnodig te zeggen dat dit voor mensenrechtenactivisten of religieuze liefdadigheidsinstellingen onmogelijk is. Zo houdt de staat controle over het publieke domein.

Er zijn tegenwoordig een half miljoen ‘burger non-bedrijfseenheden’ in China actief. Ze worden in het westen ook wel spottend gongo’s genoemd, government-non-government organizations.

Hier doet zich een ander probleem voor. Veel Chinezen hebben de efficiëntie en betrouwbaarheid van de staat en aan de staat gelieerde organisaties niet hoog zitten. Niet helemaal onterecht, want de verhalen over verspilling, bureaucratie en corruptie bij liefdadigheidsinstellingen zijn legio. Dat maakt potentiële gevers cynisch.

De gongo’s hebben ook een praktisch probleem. Het ontbreekt in China aan goede mogelijkheden om fondsen te werven. Direct mail-bestanden bestaan eigenlijk alleen voor de allergrootste steden zoals Beijing en Shanghai. En ze komen in twee smaken: goed en onbetaalbaar of goedkoop en onbetrouwbaar.

Werven via sociale netwerken

De eenvoudigste manier om in China geld te werven is via sociale netwerken. Hier komen Bekende Chinezen in beeld.

De aardbeving in Sichuan leidt ertoe dat een nieuwe elite van baofahu zich met filantropie gaat bezighouden. Acteurs, sporthelden en zakenlieden zetten hun schouders onder liefdadigheid.

Zij kunnen dankzij hun bekendheid veel burgers op sociale media mobiliseren. Ze geven het goede voorbeeld door een deel van hun nieuw verworven welvaart weg te geven. En minstens zo belangrijk: gewone Chinezen hebben er meer vertrouwen in dan in bestaande instituties.

Het bekendste voorbeeld is The One Foundation. Acteur Jet Li overleefde met zijn gezin de tsunami van 2004 toen hij op vakantie op de Malediven was. Die ervaring inspireerde hem een eigen fonds voor noodhulp op te zetten.

The One Foundation wordt tegenwoordig meer vertrouwd dan het Rode Kruis van China. In zijn eerste jaar (2010) haalde Li vier miljoen euro op, in 2012 zeven miljoen en in 2013 bijna 60 miljoen.

Filantropie is voor de nieuwe rijken van China een prima manier om autoriteiten te paaien, een sociaal gezicht te tonen en je nieuw verworven rijkdom te etaleren.

Vaak gemeend, soms schijn. Liu Han is schatrijk geworden in de mijnbouw en is jarenlang vaste gast in de lijst met China’s belangrijkste filantropen. Deze maand staat hij voor de rechter op verdenking van het leiden van een maffia-achtige bende die zeker negen zakelijke tegenstanders om het leven liet brengen.

 

De Reis door China in 48 Dagen gaat verder op maandag 28 april: Werelddag voor veiligheid en gezondheid op het werk.