Gedurende de twee jaren die ik als internationaal vrijwilliger doorbracht in China Xi’an, de stad in Midden-China die vooral bekend is vanwege haar Terracottaleger, heb ik te maken gehad met diverse lokale NGO’s. Het mooiste voorbeeld daarvan is Tony Day en de Yellow River Soup Kitchen.
De Yellow River Soup Kitchen ontfermt zich over de daklozen in de stad. De organisatie is zo’n 12 jaar geleden ontstaan toen Tony Day, een Brit, op doorreis naar een meditatiecentrum in India in Xi’an arriveerde. Hij was eigenlijk van plan de stad slechts een paar dagen te bezoeken, maar besloot wat langer te blijven om de zwervers en daklozen die hij in de stad aantrof eten te geven. Elf jaar later woont hij nog steeds in Xi’an en runt hij samen met een flinke groep vrijwilligers een van de meest eenvoudige, maar tevens succesvolle liefdadigheidsorganisaties in de stad.
Elke maandag, dinsdag en vrijdag zijn Xi’an’s daklozen tussen 6 en 8 uur ‘s avonds welkom in een gebouw dat de Soup Kitchen ter beschikking heeft gekregen van een kerk in Xi’an. Zo’n 70 minderbedeelden krijgen baozi (een soort klein gestoomd broodje), rijst en soep uitgereikt. Groepjes vrijwilligers gaan de binnenstad in om nog zo’n 40 daklozen op te zoeken en hen eten uit te reiken. Maar ze doen meer. Een paar keer per jaar trekken ze het platteland rondom Xi’an in om eten, ingezamelde kleding of andere materialen uit te reiken aan arme dorpelingen. En ze organiseren zo nu en dan ook een sportdag voor de kinderen in die dorpen.
Britse Boddhisatva
Van alle NGO’s in Xi’an heb ik me altijd het meest aangetrokken gevoeld tot de Yellow River Soup Kitchen, wellicht omdat hun doel aansluit bij mijn eigen reden om vrijwilligerswerk te gaan doen: het helpen van mensen die in armoede leven. Wat zeker ook heeft meegeholpen was de klik die ik direct met Tony had toen ik ‘m voor de eerste keer ontmoette. Na wat voorzichtig aftasten bleken we een sterk overlappende levensfilosofie te hebben en ik was geïnspireerd door Tony’s ‘down-to-earthness’, gevoel voor humor –zijn kwajongensachtige gegiechel is simpelweg aanstekelijk- en interesse in Boeddhisme. Net als ik hangt Tony de Boeddhistische filosofie aan zonder zich druk te maken om alle rituelen die eromheen zijn verzonnen. Hij weet hoe hij moet leven, maar kan er ook van genieten: hij is vegetariër, maar draait z’n hand niet om voor een biertje op z’n tijd. Ik zag in Tony een voorbeeld van hoe ik zelf ook wilde zijn.
Tony, die goed geboerd heeft in zijn voormalige leventje in Groot-Brittannië, gebruikt geen geld van de Soup Kitchen voor z’n levensonderhoud. Toen ik hem leerde kennen woonde hij in een Boeddhistische tempel in het zuiden van Xi’an, waar de monniken hem beschouwden als een boddhisatva (een verlicht mens dat anderen helpt) en weigerden zijn geld aan te nemen voor ’het appartement dat ze aan hem verhuurden, of het eten dat ze voor hem maakten. Ze stonden hem niet eens toe te helpen met afruimen van de tafel en het doen van de afwas.
No soup for you!
De Soup Kitchen bereidt het eten niet zelf, maar koopt het al jaren in bij een vaste leverancier. Dat garandeert kwaliteit van het eten en zorgt ervoor dat de vrijwilligers zich kunnen focussen op de distributie in plaats van de bereiding van het eten. Tijdens mijn tijd in Xi’an schonk Campbell Soup de organisatie een vrachtwagen vol zakjes en blikken soep. In plaats van dit te gebruiken voor de Soup Kitchen en daarvoor hun logistieke proces te moeten veranderen, besloot de organisatie het te doneren aan de arme dorpelingen in de omgeving van Xi’an.
Met een groepje vrienden hielpen we twee avonden mee om dozen te sjouwen en bestelwagens vol te proppen met soep die de dagen erna bezorgd zou worden. Tony bleek daarbij uiterst integer in het leiden van z’n organisatie. Toen een van de vrijwilligers, na uren noeste arbeid, vroeg of hij een van de honderden blikjes mocht hebben om thuis eens te proberen keek Tony hem serieus aan en zei: ’Nee, die soep is niet voor jou bedoeld’. Hoezeer hij de hulp van de vrijwilligers ook waardeerde, Tony bleek principieel in wie er recht had op zelfs de laatste druppel soep. Ik heb hem naar aanleiding van het incident later nog wel eens plagend vergeleken met de Soup Nazi uit Seinfeld. ‘No soup for you!’
Winter is coming…
Toen het kwik in Xi’an daalde kreeg ik op een dag SMSje van Tony of ik wilde meehelpen met het uitdelen van jassen, thermisch ondergoed en dekens aan de daklozen. Toen we vrijdagavond arriveerden bij de Soup Kitchen was het er erg druk. Tony vertelde dat ze vandaag vijftig vrijwilligers hadden in plaats van de reguliere vijftien. De daklozen druppelden binnen en vrijwilligers liepen af en aan om hen eten uit te reiken. Eerst een zakje met drie boazi, een doosje rijst en een kom soep. Voor de daklozen die daarna nog honger hadden mochten we extra baozi, eenderde rijst en meer soep uitreiken.
Na het eten pakten de daklozen hun zakken met eigendommen en schuifelden terug de nacht van Xi’an in. En nadat de laatste een nieuw kapsel aangemeten had gekregen werden we opgedeeld in groepen voor Noord-, Oost-, West- en Zuid-Xi’an en werden de dekbedden, matrasjes, broeken en jassen verdeeld, alsmede instructies gegeven over hoe ze uitgereikt moesten worden. Om 22.00 uur was het zover en reden we met twee auto’s en een bestelwagen naar het zuidelijke deel van Xi’an’s historische stadsmuur, op zoek naar de plekken waar de daklozen sliepen; onder bruggen, in parken en in portieken. Makkelijker gezegd dan gedaan, want daklozen hebben ook zonder huis geen vast adres en hebben nogal de neiging om van slaapplaats te wisselen. Een van de groepen vond met gemak 18 daklozen, terwijl onze groep na 3 uur rondrijden en zoeken, zowel binnen als buiten de stadsmuren, op een totaal van 7 kwam.
Opvallend was, dat -in tegenstelling tot wat we vaak gewend zijn in het Westen- de daklozen hier geen alcohol- of drugsverslaving lijken te hebben. Sommigen leiden aan psychische problemen, maar de meesten waren buitengewoon dankbaar en aardig. Veel van het kenden Tony natuurlijk goed, wat tot veel handenschudden, omhelzingen en brede glimlachen leidde. Een van mijn taken was het fotograferen van iedereen die materiaal had ontvangen, dit om te voorkomen dat ze bij de Soup Kitchen om materiaal zouden komen vragen dat ze al gekregen hadden. Niet altijd een gemakkelijke taak en zo nu en dan nogal beschamend voor de personen in kwestie. Tony en ik besloten dus dat het beter was om eerst te medewerking vragen voor de foto´s, voordat we materiaal uitreikten, waarna de meesten akkoord gingen. Het was een koude nacht en soms frustrerend te weten dat er nog eens ruim 100 daklozen in het centrum waren die we niet konden vinden. Maar het was een bijzondere ervaring.
Bezoek de website van de Yellow River Soup Kitchen voor meer informatie, foto’s en video´s en om hen te steunen. Tony zelf gaf in mei een presentatie over de Soup Kitchen voor YiXi China, een TED-achtige organisatie. In onderstaande video, gesproken in Chinees met Engelse ondertiteling, is zijn persoonlijke verhaal te bekijken.