Wat na lezing van de nieuwe China strategie van het kabinet meteen opvalt, is dat dit geen strategie is, maar meer een aanzet om tot een strategie te komen. Wat er nu is gepresenteerd is een overzicht van de relatie die Nederland met China onderhoudt op velerlei terreinen en de problemen en risico’s die er bestaan.
Bij een strategie zijn er duidelijke doelstellingen geformuleerd om over een langere termijn iets te bereiken, welke stappen er genomen moeten worden door wie en welke investeringen, financiële- en andere middelen daarvoor nodig zijn om de gestelde doelen te bereiken.
Honderd experts zouden gedurende één jaar geraadpleegd zijn. Nooit geweten dat er in Nederland zoveel China experts zijn, voor zover die überhaupt bestaan. Een behoorlijk aantal onderwerpen zijn niet of te oppervlakkig geadresseerd. Concrete acties zijn in ieder geval niet terug te vinden of zijn onderbelicht gebleven.
Niet het kabinet en de politiek maar het bedrijfsleven, de maakindustrie en de universitaire wereld moeten een China strategie hebben. Ieder bedrijf, ook al doet het nog geen zaken met China moet een China strategie hebben en zich al terdege bewust zijn of zich op de hoogte stellen van wat zich allemaal in zijn sector afspeelt in China of zijn marktpositie gaat beïnvloeden en hoe het zich daartegenover moet opstellen, offensief of defensief.
Deze notitie komt rijkelijk laat. Te betreuren is dat meer dan tien jaar geleden reeds gewaarschuwd is door ervaren Chinagangers, door de T.U. Delft, door de AWTI, Nyenrode en anderen over wat er stond aan te komen uit China op technologisch gebied; dat er een China platform opgericht moest worden. Dat plan werd echter afgeschoten door de toenmalige minister van Economische Zaken.
Te weinig wordt beseft, vooral door MKB bedrijven, dat ze nu wellicht nog complementair zijn met de vraag uit China, maar in de toekomst onherroepelijk, direct of indirect last gaan krijgen van China en niet meer zullen kunnen concurreren.
Over Chinese investeringen, het belang en de effecten daarvan op de Nederlandse economie en samenleving wordt niets vermeld. Er wordt slechts het geaccumuleerde geïnvesteerde bedrag vermeld. Ook worden er alleen maar “520 Chinese dochterbedrijven” genoemd terwijl het totaal aantal eerste generatie Chinese bedrijven in Nederland al meer dan 10.000 bedraagt.
Waar de opstellers van deze notitie zich wel terdege van bewust zijn, is de noodzaak om samen met Europese en andere bondgenoten op te trekken, willen er concessies afgedwongen kunnen worden van China.
We zullen daarnaast ook veel meer vanuit eigen kracht moeten gaan opereren en zoveel mogelijk onze eigen markt beschermen.
Geluiden uit de politiek en samenleving roepen om een harde Nederlandse opstelling ten aanzien van China. Als we dat doen dan zullen wij er meteen uitgepikt worden en krijgen we “straf” van China zoals in het verleden enkele malen is gebeurd. China gaat echt niet op bilateraal politiek niveau naar Nederland luisteren of haar economische of politieke systeem aanpassen. Ook moet Nederland niet op zijn eentje China de les gaan lezen over onderwerpen als mensenrechten, behandeling van Oeigoeren, Tibet, Taiwan, Hong Kong en de binnenlandse en buitenlandse politiek.
De reactie zal dan zijn dat Nederland zich niet moet bemoeien met interne aangelegenheden, waarna dan de mensenrechtenschendingen van Nederland tijdens het koloniale verleden en andere meer recente gevallen aan de orde gesteld worden.
Politiek gezien is Nederland niet interessant en niet belangrijk voor China.
Gevoelige onderwerpen moeten op multilateraal niveau besproken worden en kunnen alleen door middel van machtspolitiek aangepast of afgedwongen worden. Onder andere via Brussel. De EU is al 14 jaar lang de grootste handelspartner van China en de laatste 10 jaar investeert de EU tweemaal zoveel als de VS in China en is dus een partij waar China serieus rekening mee zal moeten houden.
5G en Huawei
Van meerdere kanten is de vraag gesteld waarom er geen aandacht is besteed aan 5G en Huawei in dit rapport. Er wordt door de opstellers niet gerept over het feit dat dat een separaat traject betreft. In maart is in Brussel afgesproken met andere EU lidstaten dat ieder land een individuele risicoanalyse zou maken, – in Nederland onder leiding van de NCTV – en dat die voor 30 juni afgerond moet zijn waarna er samen met de ENISA, het EU agentschap voor netwerk en informatiebeveiliging, voor 1 oktober een “5 G risicokaart” opgesteld moet zijn om zo nauwkeurig mogelijk te weten wat de meest kwetsbare onderdelen zijn, bij zowel soft-als hardware.
Daarna zal een gezamenlijk standpunt bepaald worden hoe en door welke partijen wel of niet 5 G netwerken aangelegd kunnen worden.
De EU-China summit
Wat opvallend is, is dat er niets vermeld wordt over de resultaten van de 21ste EU-China Summit die op 9 april jl. in Brussel afgerond werd, na 10 maanden onderhandelen. De inhoud van deze gezamenlijke verklaring mag historisch genoemd worden, mits de gemaakte afspraken, waarover pas op het allerlaatste moment overeenstemming is bereikt, inderdaad ook nagekomen worden.
De meest in het oog springende concessie die er door Premier Li Keqiang is gedaan, betreft de staatssteun. Dat is de VS tot nu toe niet gelukt. De afspraken hierover moeten geformaliseerd zijn voor de aanstaande G-20 top eind juni in Tokio. Andere toezeggingen zijn verdere openstelling van de markt en geen gedwongen overdracht meer van gevoelige know-how bij het aangaan van een joint venture. Bovendien zal er een geschillencommissie opgezet worden om klachten te behandelen en zal er jaarlijks een evaluatie plaatsvinden.
Aanbevelingen:
- De EU-China Comprehensive Investment Agreement die uiterlijk begin 2020 getekend moet zijn, mede aanscherpen.
- Bewerkstelligen dat de WTO regels hervormd en aangepast worden waardoor China niet meer als “ontwikkelingsland” tussen de mazen van de regels door kan navigeren en dat ook niet nakoming afgedwongen kan worden en handelsconflicten voorkomen kunnen worden.
- Bevorderen dat China volledig lid wordt van de PARIS CLUB, die op transparante wijze de belangen behartigt van zowel landen die lenen als landen die leningen verstrekken.
- Er moeten veel meer fondsen beschikbaar komen om de Nederlandse innovatiekracht te behouden en zo lang mogelijk complementair met en concurrerend te kunnen blijven met de Chinese vraag. Ook zijn infrastructurele fondsen vereist als tegenwicht tegen het Chinese BRI.
- Het handelsoverschot tussen Nederland en China weer in balans brengen. Het handelsconflict tussen de VS en China verdiept zich en zal nog lang zal voortduren. Dit biedt mogelijkheden voor het bedrijfsleven om vooral richting de VS maar ook China de weggevallen handel op te vullen, mits er door de VS geen importheffingen geheven worden op Nederlandse producten.
- Handelsmissies moeten beter voorbereid en opgevolgd worden en geleid worden door senior managers uit het bedrijfsleven en moeten veel meer gericht zijn op de privésector in China.
- Het is dringend noodzakelijk dat er een “Made in Holland 2030” lange termijn industriebeleid opgesteld gaat worden naar voorbeeld van de Duitse “Industriestrategie 2030”.
- Er moet een onafhankelijke China denktank opgezet worden die ook nauw samenwerkt met China denktanks in het buitenland, inclusief China zelf.
- Er moeten speciale studies en opleidingen komen die zowel op undergraduate als graduate niveau onze toekomstige managers equiperen met relevante kennis om de uitdagingen op gedegen wijze het hoofd te kunnen bieden en succesvol te kunnen opereren in een steeds complexer en steeds concurrerender wordende Chinese markt.
- Continu Chinezen in de gaten houden die toegang kunnen hebben tot kern intellectueel eigendom van technologie en innovatieve ontwikkelingen, omdat die, ook al zouden ze zich daartegen willen verzetten, gedwongen kunnen worden vanuit de Chinese overheid om gevoelige informatie op oneigenlijke wijze te bemachtigen en over te dragen.
- Onderhandelingen om het handelsconflict tussen de VS en China op te lossen hebben vooralsnog niet tot een oplossing geleid. Het handelsoverschot met de VS is alleen maar toegenomen. De VS probeert te voorkomen dat China een dominante supermacht wordt op economisch, technologisch en vooral militair-technologisch gebied. Vanuit de Amerikaanse politiek en het bedrijfsleven worden harde maatregelen voorgesteld om dezelfde beperkingen in te stellen als China doet op basis van “wederkerigheid en gelijkheid”. Daardoor zouden geen investeringen meer mogelijk zijn in dezelfde sectoren of sub-sectoren waar buitenlandse investeerders ook niet in kunnen investeren in China. Voorgesteld wordt om een zwarte lijst op te stellen om hoge ambtenaren en hun familieleden, bedrijven en hun top management, financiers en adviseurs die spioneren of zich niet aan de internationale spelregels houden, geen toegang te geven tot de VS, zoals reeds het geval is bij Huawei. Dat zal China dwingen om concessies te doen en zich aan de afspraken te houden. De grote vraag is of de EU daar onder druk van de VS aan mee zou moeten werken. Aan China de steeds dwingender en urgenter wordende opdracht om te laten zien dat alle recent gemaakte ingrijpende afspraken met de EU nu wel nagekomen zullen worden.
Dit artikel is het derde in een korte serie over de China-notitie die het kabinet deze maand presenteerde. De komende weken zal een aantal China2025.nl bloggers hun visie en verschillende aspecten gerelateerd aan dit nieuwe beleid behandelen. Lees ook het eerste blog “Twee misvattingen over China” en het tweede blog “Amerika valt aan, Europa worstelt”.
Goed. Verhaal Boudewijn mee eens !