Ik ben op bezoek bij Mr. Zhu, directeur van China Academy of Urban Planning and Design (CAUPD) in Shenzhen. Na een kopje thee begint Mr. Zhu te schetsen. Allereerst verschijnen de contouren van China op papier, daarna binnen deze grove lijnen een theepot met een houtvuurtje precies op de plek van Shenzhen. In een paar korte zinnen komt Mr. Zhu tot de kern: “Shenzhen zie ik als het houtvuur van China. Ondanks beperkingen in de vorm van regelgeving vanuit Beijing (“kou”) biedt Shenzhen de noodzakelijke hitte om zaken echt te veranderen. Steden in China staan op dit moment voor grote uitdagingen. In de jaren ’80 gaf CAUPD vorm aan de eerste nieuwe stad van China, Shenzhen. Nu is het moment gekomen om deze te verbeteren en als voorbeeld te dienen voor heel China. Alle hulp is welkom.”
Luide roep om verandering
Mr. Zhu geeft in amper tien minuten een duidelijk beeld van de situatie in stedelijk China. In de afgelopen dertig jaar groeide de Chinese stad spectaculair: de relatie tussen economische en stedelijke groei was praktisch recht evenredig. Resultaat is een stedelijk landschap sterk gedomineerd door hoogbouw en infrastructuur. De tijd van hoe meer groei, hoe meer stad is echter voorbij. Hevige vervuiling en opstoppingen zijn symptomen dat ongebreidelde stedelijke groei zowel de kwaliteit van het leven bedreigt als een belemmering vormt voor verdere duurzame economische groei. Onder de bevolking neemt de onvrede over de kwaliteit van leven in de stad met de dag toe. De roep om verandering klinkt steeds luider.

De schets van Mr. Zhu
In 2014 lanceerde de Chinese overheid daarom een nieuw beleid dat inzet op het verbeteren van de kwaliteit van de stad. Met het oog op een toekomst waarin nog eens 350 miljoen mensen de stap van platteland naar stad zullen wagen, moeten steden efficiënter en duurzamer worden. Herontwikkeling van de bestaande voorraad en meer kleinschalige projecten ingebed in het stedelijk weefsel zijn daarbij speerpunten. Herontwikkeling in bestaande steden vraagt echter om een ander proces van ontwerpen en uitvoering, waarbij een grote diversiteit van belangen betrokken wordt.
Niet zomaar wat ‘aanrommelen’
In Nederland merk ik bij vakgenoten nog een zeker dedain ten opzichte van de stedenbouwkundige praktijk in China. Nog al te vaak moet ik mij verantwoorden voor het werken in China. In China snappen ze toch niets van hoe goede steden gebouwd moeten worden is een vaak gehoord argument. En dat ze ‘maar wat aanrommelen’. Mijn ervaring is juist dat professionals en overheden in China heel goed snappen waar de problematiek van hun steden ligt – ze rommelen zeker niet zomaar wat aan – maar dat de beperkingen van het logge planningsysteem waarin ze zelf functioneren ervoor zorgt dat ze niet buiten de kaders kunnen en mogen opereren.
Hier ligt een markt voor de Nederlandse industrie op het gebied van herontwikkeling van de steden. Met jarenlange ervaring op het gebied van dergelijke transformatieprocessen – het ‘poldermodel’ – heeft Nederland kennis in huis om Mr. Zhu hulp te bieden bij de proceskant van transformatie in Shenzhen. Tegelijkertijd kent China in vergelijking met Nederland een totaal andere stedelijke, maatschappelijke en politieke context. Vandaar dat het loont om te onderzoeken hoe beide systemen werken zodat gericht een strategie kan worden uitgestippeld om vraag en aanbod met elkaar te verbinden.
De resultaten van dit onderzoek en meer over stedelijke transformatie worden besproken tijdens een avond bij Pakhuis de Zwijger op 19 februari 2018.