
Foto © Judith van de Bovenkamp
Het Chinese maanjaar begint zonder maan. Op de eerste dag van het Chinees Nieuwjaar ligt de maan nog verscholen achter de aardbol. De maan staat pas op de vijftiende dag van het nieuwe jaar, in China bekend als yuánxiāo, in volle glorie aan de hemel.
Na deze dag ontvouwt het Chinese jaar zich aan de hand van een aantal vaste evenementen, waaronder het ontwaken van de insecten in de lente, de oogst in de nazomer en de winterzonnewende. Aan de hand van deze eeuwenoude Chinese manier om de tijd te meten, neemt Ian Johnson ons mee op zijn zoektocht naar religie in het hedendaagse China.
Religie, maar dan op z’n Chinees
Bij de term religie zijn wij vanuit een westerse achtergrond geneigd om te denken aan ons eigen concept daarvan. Iemand is christen, moslim, boeddhist of heiden, maar hangt nooit meerdere van deze stromingen aan. Volgens Johnson is deze eenduidige benadering niet van toepassing in China. In het oude China was religie onderdeel van de gemeenschap waar iemand toe behoorde. Dorpen hadden hun eigen tempels met goden, en deze werden op vaste dagen in het jaar geëerd. Daarin had men niet echt een keuze, dat was gewoon zo.
De drie Chinese religieuze stromingen die nu worden onderscheiden – Confucianisme (Rújiào), Boeddhisme (Fójiào) en Taoïsme (Dàojiào) zijn geen religieuze instituten met eigen volgelingen. Chinezen geloven van oudsher in een mix van deze stromingen, een geloof dat nog het best benoemd kan worden als Chinees volksgeloof.
Van Beijing via Shanxi naar Chengdu

Auteur Ian Johnson
De verhalen van de cast of characters die in het begin van het boek worden opgesomd, leiden ons naar drie Chinese regio’s, en geven religie-breed een beeld van wat religie vandaag de dag in China behelst. Zo neemt Johnson ons mee op zijn pelgrimage naar de Miaofengshan in Beijing, een bedevaartbestemming waar de familie Ni al generaties lang thee schenkt aan boeddhistische pelgrims. In Shanxi volgen we een negende generatie begrafenisondernemer, die ook de toekomst kan lezen en met een Taoïstische muziekgroep wereldwijd optreedt. En in Chengdu maken we kennis met een groep christelijke politieke dissidenten.
Deze verhalen worden verteld tegen de achtergrond van de snel veranderende Chinese maatschappij. Zo beweegt de begrafenisondernemer in Shanxi zich tussen het dorp waar zijn vader werkzaam was en de stad, waar de snel groeiende groep migranten een veranderende behoefte heeft aan zijn diensten. De christenen in Chengdu zoeken een balans tussen het verspreiden van hun geloof zonder al teveel op de voorgrond te treden, om gedoogd te blijven worden door de lokale autoriteiten. Daarnaast noemt Johnson in verschillende hoofdstukken hoe Xi Jinping tegenover het boeddhisme staat, en herleidt deze houding naar Xi’s jeugd tijdens de Culturele Revolutie.
Niet de eerste de beste
Ian Johnson is niet de eerste de beste om dit veelomvattende en complexe onderwerp op te pakken. In 1984 bezocht hij China voor het eerst, in de jaren ’90 werkte hij aan de wederopbouw van Taoïstische tempels en in 2001 won hij een Pulitzer Prize voor zijn verslaggeving over de onderdrukking van de Falun Gong beweging. Door deze achtergrond weet Johnson de geschiedenis van deze beweging goed te duiden, maar ook die van het christelijke geloof en de veranderingen die het Chinese volksgeloof doormaakt in de huidige, snel veranderende maatschappij.
Wat The Souls of China onderscheidt van andere boeken over religie in China, is dat Johnson zijn kennis van religie in totalitaire regimes kan combineren met zijn gedegen kennis van de Chinese taal en cultuur. Dit is Johnson’s derde boek, eerdere werken gingen over islam tijdens de Koude Oorlog en grassroots activisme in het huidige China. Informatie voor dit boek verzamelde hij tijdens lange verblijven bij aanhangers van ondergrondse kerken, Taoïsten op het Chinese platteland en boeddhistische pelgrims. Met zijn kennis van zowel China en het Chinees enerzijds en daarnaast religie, distilleert Johnson uit dit onderzoek hoe religie de ziel van de wereld’s nieuwste supermacht vormt.
Op de achterkant van het boek wordt Johnson’s derde boek door auteur Xue Xinran aangeprezen als: “Dit indringend geschreven, gedegen onderzochte boek zal het voornaamste werk over godsdienstige geloven in China zijn in de komende jaren”. Ik kan mijzelf daar alleen maar bij aansluiten. The Souls of China is een must-read voor iedereen met ook maar enige interesse in het hedendaagse China.
The Souls of China – the return of religion after Mao, Ian Johnson, Penguin Random House, maart 2017, ISBN 9781101870051, hardcover €25,99, paperback €12,49, E-book €9,49.