“Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch?”
Deze opmerking in de algemene beschouwingen van 2006 kwam premier Balkenende in 2006 duur te staan. Het was goed voorbeeld van de eeuwenoude ‘oer-Hollandse’ traditie van het verheerlijken van de ‘Gouden Eeuw’, waarmee we onszelf een identiteit aangemeten hebben waarbij handelsgeest, ondernemerschap en tolerantie in ons collectieve DNA lijken te zitten. Critici beargumenteerden dat als iets de VOC-mentaliteit vertegenwoordigde, dat eerder kolonisatie, handelsgeweld en slavernij zijn.
In mijn vorige blog schreef ik hoe geschiedenis vaak dient om het verhaal van de natie te beschrijven. Als bron van nationale trots is het dan ook niet gek dat we dit verhaal keer op keer aan elkaar blijven vertellen. Maar wat blijkt nu, de Chinezen vinden dat verhaal ook fantastisch!
De koetsiers van de zee
Ze hebben zelfs een prachtige bijnaam voor de Nederlanders, die voor het eerst genoemd wordt in 1978:
“Het opkomende Nederland was het meest ontwikkelde kapitalistische land van de 17e eeuw. Ze hadden honderden koopvaardijschepen die over de oceaan voeren. Deze koopvaardijschepen werden de ‘paardenwagens van de zee’ (海上的马车) genoemd, en de Nederlanders werden de ‘koetsiers van de zee’ (海上马车夫). De schepen vervoerden goederen tussen verscheidene landen en de Nederlanders wisten daar goed van te profiteren” (onderbouw, 1978).
Nu heb ik, noch mijn historici-vrienden, noch Google, ooit van deze termen gehoord, dus het meest aannemelijke scenario is dat de Chinezen ons zelf een koosnaam hebben gegeven. De passage hierboven blijft tot 1991 in de onderbouwboeken staan, en in 1981 zelfs met een paar zinnen uitgebreid. Nu wordt ook gesproken over de geavanceerde landbouw, melkveehouderij en productie van laken. Daarnaast wordt de scheepsbouw geïntroduceerd: “De Nederlandse scheepswerven waren beroemd in heel Europa. Er konden honderden schepen tegelijk gebouwd worden”. Tot slot is een zin toegevoegd over hoe Nederlandse kapitalisten hun geld investeerden in buitenlandse handel.
In 1993 wordt een geheel nieuwe tekst geschreven en vanaf dat jaar worden er ook steeds meer afbeeldingen gebruikt in Chinese schoolboeken. Sindsdien komen er steevast plaatjes van Hollandsche schepen voorbij.

“Nederlandse scheepseigenaren kijken toe wanneer de vloot uitvaart”

“Nederlandse schepen in de Amsterdamse haven”
Ook de nieuwe tekst spreekt weer vol lof over de koetsiers van de zee:
“In de zeventiende eeuw “had Nederland 15.000 koopvaardijschepen. Bijna evenveel als het totale aantal van andere Europese landen bij elkaar. Omdat ze zeevaart met internationale handel combineerden werden de Nederlanders ook wel de ‘koetsiers van de zee’ genoemd. De Nederlandse vloot transporteerde voedsel uit het Oostzeegebied naar de Middellandse zee. Duitse wijn, Franse specialiteiten, Spaans fruit en koloniale producten werden allemaal naar Noord Europa verscheept.”
Gewiekste Nederlandse zakenlieden
Een decennium later worden er weer geheel nieuwe boeken geschreven, maar dit keer is er weinig aandacht voor de zeekoetsiers. Dat wordt weer flink gecompenseerd in een boekenreeks uit 2008, dit keer voor de bovenbouw. Deze reeks is thematisch in plaats van chronologisch, en bestaat uit drie verplichte schoolboeken met respectievelijk politieke, economische en culturele geschiedenis. Het tweede boek heeft een hoofdstuk over ‘Koloniale expansie en uitbreiding van de wereldmarkt’ en begint met een anekdote over Nederland:
“Dit is de Amsterdamse haven in 17e-eeuws Nederland. De haven ligt vol met schepen, de wal ligt vol met goederen. Het is een welvarend tafereel als gevolg van de opening van nieuwe zeeroutes. Terwijl de Portugezen en Spanjaarden een gestage stroom van overzeese rijkdommen genoten, namen de gewiekste (精明) Nederlandse zakenlieden al snel deel aan de competitie op de handel overzee. Amsterdam werd niet alleen de drukste haven ter wereld, maar ook het centrum van internationale handel en financiën.”
Daarna volgt de inmiddels bekende riedel over zeekoetsiers, gevolgd door een beschrijving van de Vereenigde Oostindische Compagnie:
“Met de steun van de Nederlandse overheid richtten enkele rijke zakenlieden monopolistische handelsbedrijven op, zoals de Vereenigde Oostindische Compagnie (东印度公司). Ze deden actief mee aan de koloniale competitie en vestigden al snel een commercieel koloniaal imperium dat zich uitstrekte over de hele wereld” (bovenbouw 2008).

Batavia
In een van de zes keuzeboeken uit deze reeks wordt het hele verhaal nogmaals herhaald, ditmaal als introductie op de filosoof Spinoza (waarover in een volgend blog meer). Met weer wat mooie plaatjes erbij:

Links: de ‘paardenwagens van de zee’. Rechts: de Amsterdamse beurs
Omkoping, moord en andere verachtelijke zaken
De groeiende Chinese interesse in het handelsverleden is geen toeval. Naarmate de economische hervormingen ingezet door Deng Xiaoping vorderden, kwam er meer en meer plaats voor handel in het historische narratief. Die omslag is duidelijk terug te zien in de geschiedenisschoolboeken, waar termen als ‘handel’, ‘economie’ en ‘business’ steeds vaker voorkomen. Helaas zijn er geen wereldgeschiedenisboeken geschreven in de latere Mao-periode, waardoor het veranderende beeld van Nederland niet te traceren is in deze periode. Wel zijn er boeken uit de vroege Mao-tijd, en die zijn veelzeggend.
De eerste reeks, uit 1949-1951 is overduidelijk geïnspireerd door de boeken uit de Sovjet-Unie en daardoor erg gericht op Europese geschiedenis. De Marxistische invalshoek is een stukje kritischer op de VOC-mentaliteit:
“Een goed voorbeeld van het Nederlandse koloniale beleid was de VOC, opgericht in 1602. Het bedrijf monopoliseerde de handel in Indië en had het recht om munten te slaan, legers op te richten, steden en forten te bouwen, bureaucraten en rechters te benoemen en zelfs oorlogsverklaringen te ondertekenen. Kortom, het beeld dat hier geschetst wordt is er een vol extreme omkoping, moord en andere verachtelijke zaken” (bovenbouw, 1951).
In de boeken van 1955 valt Nederland vooral op door haar afwezigheid. Deze boeken worden over het algemeen gezien als een meer Chinees perspectief op de wereldgeschiedenis, en halverwege de jaren ’50 waren er blijkbaar geen redenen om het verhaal van het opkomende Nederland in dat perspectief op te nemen. Daarna volgen de tumultueuze tijden van de grote sprong voorwaarts en Culturele Revolutie, waarin geschiedenisonderwijs praktisch tot stilstand komt en er dan ook geen nieuwe boeken geschreven worden tot 1978.
De zwarte hoofdstukken uit onze geschiedenis
Ik denk dat Jan-Peter Balkenende meer dan tevreden zou zijn met al deze aandacht voor de Nederlandse handelsgeest. We kunnen ons toch maar trots op de borst kloppen dat we een nationaal verhaal gecreëerd hebben dat zelfs het grote China als inspiratiebron gebruikt voor haar eigen economische transformatie.
Maar het verhaal maakt een grote wending in de rest van de boeken. Her en der stonden er al spoilers verstopt in de passages die ik in dit blog behandeld heb. Zoals, “de Nederlanders begonnen al snel met het plunderen van koloniale gebieden” (1978-1991), of “ de Nederlandse bovenklasse was nog steeds ontevreden met de lucratieve commerciële opbrengsten en zocht naar nieuwe manieren om de koloniën kaal te plukken” (1993).
In tegenstelling tot onze eigen geschiedenisboeken, zal de duistere keerzijde van de VOC-mentaliteit in Chinese geschiedenisboeken niet tot een voetnoot beperkt blijven. Sterker nog, wat wij eufemistisch de ‘zwarte bladzijde uit onze geschiedenis’ noemen vult gemakkelijk hoofdstukken vol in China. De komende twee blogs uit deze reeks ga ik daar uitgebreid op in. Misschien dat wij daar dan weer wat van kunnen leren.
Meer over Sanne’s onderzoek weten? Kijk op haar website of volg haar op instagram/twitter voor een foto van de dag (@chineseideology).
Dit is het tweede deel in een korte serie blogs over hoe Nederland in Chinese geschiedenisboeken wordt behandeld. Lees ook het eerste deel.