September gaat nog een spannende maand worden, althans op het gebied van internationale politieke verhoudingen. Niet alleen vindt over twee weken de hoogmis plaats van de internationale diplomatiek, de algemene vergadering van de VN in New York, maar de Chinese regering gaat komende week ook beslissen hoe zij gaat reageren op de importheffingen die door de VS zijn opgelegd. Gaan de Chinezen terugslaan met verhoogde tarieven op Amerikaanse goederen en dreigt het gevaar van een verdere escalatie als de VS terug gaan slaan?

Revitalisering van de Amerikaanse industrie

Eén van de pijlers onder de binnenlandse en buitenlandse politiek van Trump is een revitalisering van de Amerikaanse industrie. Het baart zijn adviseurs zorgen dat belangrijke halffabricaten voor de Amerikaanse wapenindustrie, zoals Lockheed Martin, worden gefabriceerd in China. Immers, in tijden van oorlog zouden de Chinezen gemakkelijk deze toevoer kunnen blokkeren. Een ander uitgangspunt van de regering Trump is het idee dat de goedkopere Chinese producten, zoals staal, kranen, nucleaire reactoren en verwarmingselementen, de Amerikaanse industrie hebben ondergraven. Volgens de regering Trump komt dat doordat de Chinezen de Yuan (RMB) kunstmatig laag houden.

Over de schrikbarend lage lonen en slechte werkomstandigheden in veel Chinese fabrieken zwijgt hij liever. Niettemin ligt deze boodschap wel lekker bij een deel van Trump zijn achterban in het midwesten van het land, waar veel zware industrie verdwenen is.

Eén van Trumps belangrijkste adviseurs, Peter Navarro, heeft onlangs het gedrag van China wederom afgedaan als “economische agressie”. Trump heeft ook al aangegeven dat hij bereid is de totale Chinese export naar de VS te belasten, dat gaat om 500 miljard US Dollar op jaarbasis. Serieus geld, maar is het ook een serieuze dreiging?

China als economische grootmacht

De Chinese regering heeft weinig trek in een handelsoorlog. Het land moderniseert in zulk rap tempo, dat hoge groeicijfers essentieel zijn om de dagelijkse toestroom van plattelandsarbeiders naar de steden in goede banen te leiden. Bovendien is China druk bezig haar doelstellingen voor 2025 te halen. Deze strategie heet “Made in China 2025” en laat zich lezen als een routeboek voor het ontwikkelen van hoogtechnologische industrie, zoals ruimtevaart, kunstmatige intelligentie en medische apparatuur. Uiteraard is de naam van de strategie een knipoog naar de tijd dat China vooral bulkgoederen van veelal matige kwaliteit leverde, een tijd die nog maar amper twee decennia achter ons ligt. Een subtiele steek onder water.

Veel regeringen hebben moeite om het gedrag van Trump op waarde te schatten. Beijing lijkt hier minder moeite mee te hebben, geholpen door de stelligheid van de Amerikaanse president en zijn belangrijkste adviseurs. Xi Jinping is een voorstander van vrijhandel met lage importtarieven, zoals hij vorig jaar tijdens zijn toespraak op het Wereldeconomische forum in Davos heeft onderstreept. Bovendien is het ontwikkelen van de nieuwe Zijderoute, die handel op het Euraziatische continent moet stimuleren en naar nieuwe hoogten brengen, zijn geesteskind. De echte ontwikkelfase start pas in 2022, maar de voorbereidingen zijn al een paar jaar in volle gang. Het achterliggende doel is om China weer een economische grootmacht te maken.

Voor Xi zijn deze overwegingen (voorlopig) belangrijker dan het in de kaart spelen van zijn heethoofdige Amerikaanse collega.