Lang is in het westen verondersteld dat China vanzelf zou democratiseren, maar vooralsnog staat de eenpartijstaat als een huis. Toch moeten China’s leiders nadenken over politieke hervormingen, omdat de partij anders aan zijn eigen succes ten onder zal gaan, betogen Jean-Pierre Cabestan en Jiwei Ci in twee prikkelende boeken.
Eind oktober komt de top van de Communistische Partij China (CPC) bij elkaar voor het zogeheten plenum. Achter gesloten deuren wordt vergaderd over sociale en economische doelstellingen die later door het kabinet in concrete plannen worden omgezet. Naast het vijfjarenplan 2021-2025 zal ook een strategie voor de middellange termijn, Visie 2035, worden besproken.
De partij benadrukt dat het om een economische strategie gaat. Politieke hervormingen staan niet op de agenda en als ze al besproken worden zullen wij het niet horen. Toch zou de partijtop over de politieke toekomst van China moeten nadenken, stellen Jean-Pierre Cabestan en Jiwei Ci.
Het China van morgen
Fransman Cabestan doceert openbaar bestuur en politiek in China aan de Hong Kong Baptist University. Zijn boek ‘China Tomorrow; democracy or dictatorship?’ begint met een uitleg hoe de CPC zich bekwaam aan heeft weten te passen aan veranderende omstandigheden om zijn machtsbasis te garanderen. Cabestan noemt de huidige situatie een “nieuw autoritair evenwicht”, waarbij het bestuur luistert naar wat er in de maatschappij leeft, allerlei groepen consulteert, maar de besluitvorming voor zichzelf houdt.
Cabestan vinkt systematisch de factoren af die een ideologische aardverschuiving zouden kunnen veroorzaken. Hij verwacht geen grote systeemcrisis. China’s risicofactoren zijn de partijtop bekend, er wordt aan gewerkt en in geval van een acute crisis is er voldoende beleidsinstrumentarium om het probleem te fixen voordat het land wordt gedestabiliseerd en de positie van de partij in het geding komt.
De burger is overwegend tevreden met het CPC-bewind. Men heeft zich de afgelopen vier decennia niet alleen materieel verbeterd, maar geniet ook grotere individuele vrijheid en autonomie. Dit heeft, anders dan veel westerse denkers dachten, niet geleid tot een roep om democratie. In tegendeel, constateert Cabestan, de groeiende middenklasse gaat mee in het partijnarratief dat stabiliteit en ontwikkeling belangrijker zijn dan politieke hervormingen en eist vooralsnog geen politieke invloed op.
De huidige politieke, economische en intellectuele elites steunen het regime. Van een georganiseerde oppositie is geen sprake en activisme wordt effectief de kop ingedrukt. Buitenlandse druk leidt alleen maar tot meer wantrouwen jegens democratisering. Zeker na de colour revolutions van 2011; hèt angstbeeld voor Chinese leiders, zo’n chaotische regime change.
Top-down democratisering
Externe factoren, constateert Cabestan, zullen daarom niet tot politieke hervormingen in China leiden. Als het al gebeurt zal het vanuit de partij zelf moeten komen. Maar dat ligt niet voor de hand. Het partijkader houdt de kaarten tegen de borst. Wie wilde plannen etaleert, zet zichzelf buitenspel. Of in de woorden van de auteur: Chinese leiders zijn tegen verandering, totdat er een meerderheid voor verandering is.
Dat laat een top down-democratisering over. Van Xi kunnen we dat volgens Cabestan niet verwachten. De concentratie van macht rond zijn persoon maakt niet dat hij zijn beleidsvrijheid daadwerkelijk gebruikt om hervormingen door te voeren. Het maakt hem eerder behoedzamer omdat hij zo’n grote persoonlijke verantwoordelijkheid draagt. Latere generatie leiders denken daar wellicht anders over, maar dan nog zullen die geconfronteerd worden met enorme tegenkrachten van gevestigde belangen in de partij.
Cabestan verwacht dat de eenpartijstaat het nog zeker 25 á 30 jaar uithoudt als de partij zijn energie steekt in meer consultatie, een efficiënter bestuur en betere rechtspraak. Maar uiteindelijk is de CPC ten dode opgeschreven. De auteur schetst in zijn slotalinea’s het grote dilemma: afwachten tot een gewelddadige en chaotische ommekeer onvermijdelijk is, of kiest het vrijwillig voor een exitstrategie waarbij alles wat zij heeft opgebouwd behouden blijft?
Democratie in China: de op handen zijnde crisis
Waar het boek van Cabestan eindigt, begint dat van Ci. In ‘Democracy in China; the coming crisis’ schetst de hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Hong Kong waarom democratie in China onvermijdelijk is. Hij beargumenteert waarom de CPC-leiding uiteindelijk zelf tot de conclusie zal komen dat democratisering de enige rationele optie is. Daarmee is Ci’s gedachtenoefening een stuk uitdagender dan het boek van Cabestan.
De grootste bedreiging voor de CPC is wat Ci een legitimiteitscrisis noemt, bestaande uit drie elementen: een geloofwaardigheidscrisis, de crisis van de revolutionaire geest en een leiderschapscrisis. De eerste draait om partijbeginselen. Die zijn op communistische leest gestoeld, terwijl China in 1979 een de facto kapitalistische koers is gaan varen. Die heeft China enorme vooruitgang gebracht en de partij nieuwe legitimiteit gegeven. Maar wat, filosofeert Ci, als alle sociaaleconomische doelstellingen zijn gerealiseerd? De partij is al bijna zover; volgend jaar moeten de eeuwdoelstellingen zijn behaald, als de CPC honderd jaar bestaat.
President en partijleider Xi Jinping heeft de bakens al naar 2049 verzet, met zijn Chinese Droom die een wedergeboorte van het land belooft zodat China zijn gerechtvaardigde plaats op het wereldtoneel in kan nemen. Maar welk communistische ideaal vertegenwoordigt dat? Die oase van legitimiteit, redeneert Ci, droogt langzaam op. De CPC gaat onder aan zijn eigen succes.
De crisis van de revolutionaire geest vloeit hieruit voort. Van communisme als doel is al afscheid genomen. Maar ook van revolutie als middel is geen sprake meer. De CPC verwijst wel naar de revolutionaire geest als mentaliteit, maar aan de meritocratische eenpartijstaat is verder niets revolutionairs.
Xi behoort tot de laatste generatie leiders die de revolutie heeft meegemaakt, opofferingen heeft gebracht en desondanks de partij trouw is gebleven. De nieuwe generatie leiders zijn opgegroeid in het hervormingstijdperk (en doorgaans opgeleid aan buitenlandse universiteiten) en kunnen niet langer op de revolutionaire erfenis teren.
Een zich ontwikkelende perfect storm
Dat brengt ons bij de leiderschapscrisis. Een grondwetswijziging heeft het mogelijk gemaakt dat Xi langer dan twee termijnen aanblijft als president (als partijleider kon dat al). Ci ziet hierin een aanwijzing dat de partijtop de legitimiteitscrisis onderkent. De sterke, succesvolle en populaire Xi is een troefkaart voor de partij en biedt de mogelijkheid de leiderschapswissel uit te stellen (voor vijf jaar, tien of tot Xi’s dood?).
Maar het is uitstel van executie. Door Xi als onvervangbaar voor te stellen, is hij alleen maar moeilijker te vervangen in de toekomst. Een opvolger is niet in zicht, laat staat opvolging die door het Chinese volk als exceptioneel wordt gezien. Xi’s opvolging is daarmee een risicofactor geworden.
Ci spreekt van een perfect storm die zich ontwikkelt. Burgers zullen de eenpartijstaat steeds nadrukkelijker ter discussie stellen en de roep om vertegenwoordiging zal toenemen. De enige mogelijkheid, concludeert Ci, is dat de partij ruimte maakt voor democratisering, omdat het anders zal vernietigen wat het heeft opgebouwd.
Maar gaat het ook gebeuren? Daar is Ci net zoals Cabestan sceptisch over. Xi en de overige leiders worden opgezogen door de problemen van het heden. Hij schetst twee scenario’s in zijn slotwoord. Als de Volksrepubliek de grootste economie ter wereld wordt en de (militaire) macht van de VS benadert, geeft dat de CPC extra impuls om te veranderen. In scenario twee gooit de VS zijn reputatie als democratisch gidsland te grabbel. Dit zal worden aangegrepen door behoudende krachten binnen de CPC om de aantrekkelijkheid van het concept democratie te ondermijnen. Alleen in het geval dat scenario 1 materialiseert en scenario 2 uitblijft, bestaat de mogelijkheid dat China democratische hervormingen doorvoert. Een tot nadenken stemmende gedachte, niet alleen voor Beijing, maar evengoed voor Washington.
China Tomorrow – Democracy or Dictatorhip?, Jean-Pierre Cabestan, Rowman & Littlefield juli 2019, paperback €34,99, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN 9781538129593.
Democracy in China, Jiwei Ci, Harvard University Press november 2019, hardcover €43,00, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN 9780674238183.
Weer zo iemand die denkt dat China net als het westen een (niet werkende) democatie zou moeten worden. Wanneer stoppen we nu eens onze niet werkbare denkbeelden op te dringen aan China. Neem Covid-19, daar perfect onder controle dankzij goed leiderschap. In Nederland/Europa “kletst iedereen elkaar de oren van de kop” en hebben we nu bijna 10.000 besmettingen per dag omdat er geen strategie en leiderschap is. Zo goed werkt democratie…. Welnee, China werkt prima en misschien moeten wij hun kant op en stoppen met het onzinnige Europa en het Nederlandse polder geklets…