China en het lot van Korea

Korea, als een met zijn grote buur vergeleken klein land – sinds 1948 opgesplitst in twee staten -, is voor zijn voortbestaan steeds afhankelijk geweest van acceptatie door China. Dat het nog steeds als zelfstandig land bestaat, is eigenlijk verwonderlijk. En de toekomst van het land hangt sterk af van de politiek van het huidige China ten opzichte van zowel het communistische Noord-Korea als het kapitalistische Zuid-Korea, waarmee China zowel cultureel als economisch de meeste banden heeft.

In een compact boek geeft de internationaal publicerende geschiedkundige Odd Arne Westad een beeld van zeshonderd jaar geschiedenis. Hoe Korea sinds het begin van de Chosŏn-dynastie in 1392 tot in moderne tijden erin geslaagd is om een eigen nationale identiteit te ontwikkelen en tevens een nauwe band met China te behouden. Hoe deze situatie is veranderd sinds de internationalisering van Oost-Azië sinds de twintigste eeuw, is de rode draad van het boek.

Korea als trouwe vazal

Eeuwenlang was Korea, de zogenaamde Chosŏn-staat, een trouwe vazal van het Chinese keizerrijk. Westad beschrijft hoe het Neo-Confucianisme een relatie van oude en jonge broer definieerde met rituelen en praktijken, om aan de verhouding vorm te geven waarin Korea een zelfstandig land kon blijven in afhankelijkheid van China. Het maakte Korea ook een conservatieve, hiërarchische en vaak weinig flexibele staat, waarin het Neo-Confucianisme in bepaalde tijden in Korea serieuzer werd genomen dan in het land van herkomst.

Duidelijk komt naar voren dat Korea de bescherming van China niet kon missen, met name in tijden van bedreigingen vanuit het buitenland. Bijvoorbeeld aan het eind van de zestiende eeuw, toen Japan onder leiding van Hideyoshi een grote bedreiging vormde. Voor China was Korea een belangrijke bufferstaat, die fungeerde als de ‘lippen die de tanden moesten beschermen’.

Korea als speelbal van internationale geopolitiek

Auteur Odd Arne Westad

Met de verzwakking van de Qing-dynastie in de negentiende eeuw en de internationalisering van Oost-Azië, met toenemende invloed van Groot-Brittannië, Rusland, de Verenigde Staten en Japan, werd de Confuciaanse relatie van oude en jonge broer gaandeweg verzwakt. Korea wordt, net als China zelf, speelbal in het geopolitieke spel van buitenlandse mogendheden. De conservatieve Chosŏn-staat kon zich niet gemakkelijk aan de veranderende werkelijkheid aanpassen.

In 1910 bestond Korea niet meer; het was opgeslokt door Japan. Vanaf 1937 werd Korea het slachtoffer van de tweede Japans-Chinese oorlog. De toenemende conflicten binnen China aan het eind van de Qing-dynastie, een aantal opstanden en daarna de opkomst van nationalisten en communisten, betekenden het eind van het rijk waar Korea eeuwenlang op had gesteund. Het boek beschrijft de ingewikkelde ontwikkeling van krachtsverhoudingen in en rond China en de vaak rampzalige gevolgen daarvan voor Korea. Het ontstaan van twee Korea’s, die na de Koreaanse oorlog beide grotendeels in puin lagen, was het zichtbare gevolg.

Het Koreaanse nationalisme kreeg in de situatie sinds de Tweede Wereldoorlog geen kans om zich te vertalen in één Koreaanse staat. Westad laat zien hoe het lot van de twee Koreaanse staat afhankelijk was van het internationale geopolitieke spel. Uiteindelijk leidde dit er in de afgelopen periode toe dat Noord-Korea ideologisch nog steeds gesteund wordt door China, ondanks de grote problemen die men daar heeft met de politieke koers van het land, en dat China tegelijkertijd economisch en cultureel vooral sterke banden met het Zuidelijke land heeft ontwikkeld. En Noord-Korea is niet in staat zichzelf te voeden, terwijl het regime daar grote risico’s voor de wereldvrede in zich bergt.

Hoe verder? De rol van China

Volgens Westad is een verenigd Korea de enige houdbare oplossing. Die zal echter niet gerealiseerd worden in het bestaande geopolitieke spel, waarin China en de VS elk één van Koreaanse staten steunt. De sleutel ligt volgens hem bij China, dat zijn verworven positie als wereldmacht constructief moet gebruiken.

Maar de gegroeide ideologisch bepaalde verhoudingen ten opzichte van de Korea’s maken zo’n constructieve rol voorlopig onwaarschijnlijk. China zal zich uit de bestaande patronen moeten stappen om effectief de rol van verantwoordelijke grote mogendheid te spelen. Pas dan kan het opnieuw, maar in wezenlijk andere verhoudingen dan in de periode van Chosŏn, de rol van verstandige grote broer op zich nemen.

Een boek om twee keer te lezen

Het betoog van Westad is vooral interessant omdat het een analyse van de Confuciaanse relatie tussen imperium en vazalstaat combineert met een diepgaand inzicht in geopolitieke verhoudingen. Het boek geeft aandacht in de relaties van afhankelijkheid en verplichting in de relaties tussen China en zijn buren steeds een rol hebben gespeeld, zonder mee te gaan in ficties van het moderne China als Confuciaanse staat en herleving van oude relaties tussen China en de buurlanden. De analyse is niet alleen van belang voor het begrip van Korea, maar helpt ook te begrijpen hoe China met andere buren is omgegaan in het verleden en wat daar de uitdagingen voor de toekomst zijn.

Het boek, dat in de hoofdtekst van ongeveer 175 pagina’s een diepgaande analyse geeft van 600 jaar geschiedenis, is daarmee zeer compact en informatierijk geschreven. Hoewel het Engels goed leesbaar en toegankelijk is, stelt dit wel hoge eisen aan de lezer. Niet alleen vertelt het boek in weinig pagina’s heel veel, het is ook duidelijk dat de auteur maar een klein deel van zijn brede en diepgaande kennis met de lezer deelt. Geen boekje om snel en ontspannen te lezen, wel een tekst die het waard is meer dan eens bestudeerd te worden!

Empire and Righteous Nation: 600 years of China-Korea relations, Odd Arne Westad, Harvard University Press januari 2021, hardcover €29,99, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN 9780674249639.