De agressieve digitale totalitaire staat van Xi
‘Dit boek (…) geeft argumenten voor erkenning van wat China onder Xi Jinping geworden is: een agressieve en expansionistische macht die niet alleen het eigen volk onderdrukt, maar nu ook de grootste bedreiging is voor westerse democratieën, bondgenoten met vergelijkbare ideeën en democratische waarden in het algemeen. Xi’s regime is agressief en nationalistisch, overeind gehouden door technologie – een digitale totalitaire staat. Tegen Xi opstaan, liberale democratische waarden doen gelden en economisch minder afhankelijk worden van China, dit alles vormt een morele en praktische noodzaak.’
Zo vat de Britse journalist Ian Williams aan het eind van het boek zijn boodschap samen (pag. 283, mijn vertaling). In elf hoofdstukken, voorafgegaan door een inleiding en afgesloten met een epiloog bouwt hij, met een veelheid van openbare feiten, eigen waarnemingen en wetenschappelijke bronnen, een beeld op van China. Sinds Xi Jinping de scepter zwaait, heeft China zich steeds verder ontwikkeld tot een staat waarin technologie wordt gebruikt om de controle van de partij in stand te houden.
In het beeld dat Williams schetst, grijpen verschillende ontwikkelingen naadloos in elkaar. Onder andere de technologische innovatie-agenda (China 2025), de toepassing van digitale bewaking en etnische zuivering in Xinjiang, de stelselmatige afbraak van de democratie in Hong Kong en de verandering van het internet in China in een door de overheid gecontroleerd intranet. Ook het optreden van China ten opzichte van het buitenland past in het beeld: van de diefstal van kennis tot het afhankelijk maken van landen in de ‘nieuwe zijderoute’ (BRI, Belt and Road Initiative) tot politieke beïnvloeding en manipulatie buiten de eigen grenzen.
Schat aan feiten, eenvoudig en ondubbelzinnig beeld

Auteur Ian Williams
Hoofdstuk 1 begint met schokkende feiten en verhalen uit Xinjiang, dat als een soort laboratorium voor de digitale bewakingsstaat functioneert. Het boek biedt steeds een schat aan materiaal dat illustreert hoe de macht van de Partij het leven in het China van nu bepaalt. Dat geldt voor verhalen over de technologie van massasurveillance, over de samenwerking van Partij en bedrijfsleven in het realiseren van deze digitale totalitaire staat, over de manier waarop China technologische kennis steelt, vrije informatiestromen verhindert en valse informatie verspreidt.
Op dit soort onderwerpen presenteert de auteur een veelheid aan feiten uit diverse bronnen, verantwoord in een uitgebreid notenapparaat. Dit geldt ook voor zijn behandeling van de COVID-19 crisis, waarin China volgens het boek veel fouten heeft gemaakt, feiten heeft zoekgemaakt en een onjuist rooskleurig beeld heeft geschetst van de effectiviteit van de manier waarop het met de pandemie is omgegaan.
Het boek is dus volgepakt met verontrustende verhalen en feiten en dat maakt het geen lichte kost, al is het toegankelijk geschreven. Daar staat tegenover dat de interpretatie eigenlijk vrij eenvoudig is. Williams schetst een samenhangend en volledig consistent beeld, waar eigenlijk geen twijfel over mogelijk is: in het China van Xi kan er maar één de macht hebben en dat is de Partij. Alles moet daaraan ondergeschikt zijn. De digitale bewakingsstaat is er om dat te garanderen. Ook de economie staat in dienst van de macht, net als het recht, dat immers een instrument is van de macht, geen systeem dat de macht inperkt. Buitenlandse handel en geopolitiek staan niet los van elkaar: de Chinese agenda (zoals Made in China2025 of BRI) staat steeds in dienst van de geopolitieke macht van China. Militaire en economische belangen lopen steeds door elkaar heen. De openlijk beleden gedachte van ‘win-win’ is slechts een verpakking van een strategie waarin winnen centraal staat.
Tot zover in het kort een aantal elementen van het beeld dat Williams bij herhaling schetst. Met instemming constateert hij dat dit beeld in toenemende mate wordt gedeeld door ‘liberale democratieën’, die zich kritischer gaan opstellen ten opzichte van China.
Vijandbeeld of ook spiegel?
Dit boek biedt geen ontspannende lectuur. De verontrustende feiten over de totalitaire tendensen en het gebruik van technologie in het beheersen van gedrag maken niet vrolijk. En de bronnen van de auteur zijn overtuigend. Toch heeft het boek beperkingen.
Het afbeelden van China als ‘vijand’, die het ‘kwaad’ vertegenwoordigt ten opzichte van de ‘goede’ liberale democratieën of ‘het Westen’ leidt tot stereotypering, niet alleen van China, maar ook van onze westerse samenlevingen. Williams lijkt in zijn boek vooral op zoek naar feiten en verhalen die zijn vrij eenvoudige beeld van het totalitaire China bevestigen. Waar hij feiten tegenkomt die daar niet mee lijken te stroken, vindt hij een redenering om zijn beeld overeind te houden*. Zijn stijl van journalistiek, waarin hij het ‘echte verhaal over China’ met kracht en verontwaardiging wil vertellen, loopt steeds dit risico van deze ‘confirmation bias’.
De nadruk op China als het grote kwaad kan ook de aandacht afleiden van het feit dat vergelijkbare processen zich eveneens in westerse ‘liberale democratieën’ afspelen. Big data, algoritmes en machine learning vormen de basis van de Chinese bewakingsstaat, maar zijn dit niet ook de ingrediënten van de problemen met de toeslagen bij de Belastingdienst en van de ongebreidelde macht van ‘Big Tech’?
Williams laat in zijn boek goed zien dat China en het Westen sterk met elkaar vervlochten zijn en dat van een ‘koude oorlog’ als ooit tussen de Sovjetunie en het Westen geen sprake kan zijn. En toch stelt hij de tegenstelling tussen goed en kwaad centraal, China tegenover de liberale democratie. Hoe wij, meer dan we willen, onderdeel zijn van het probleem China, had wel wat meer aandacht verdiend in dit boek.
* Voorbeeld is het succes van Gou Bing die bezwaar maakte tegen het gebruik van gezichtsherkenning in een dierenpark (p. 237). Als dit succes later door de overheid gebruikt wordt om te laten zien hoe goed men met privacy omgaat, wordt dit voor Williams een bewijs voor het tegendeel (p. 282).
Every Breath You Take: China’s New Tyranny | Ian Williams | Birlinn Ltd. | april 2021 | 367 p. | ISBN 9781780277110.