Zes maanden lang reisde de Portugese oud-minister Bruno Maçăes kriskras door Europa en Azië op zoek naar wat deze werelddelen verbindt in plaats van verdeelt. Zijn conclusie is dat we beter werk kunnen maken van een Euraziatisch beleid dan afwachten hoe China dat concept vormgeeft.

Nadat Bruno Maçăes in 2015 was afgetreden, besloot hij zijn ervaringen en opgedane inzichten als minister van Europese Zaken vast te leggen. Hij had natuurlijk zijn memoires kunnen schrijven – zoals meer oud-politici dat doen. Maar Maçăes koos gelukkig voor een spannender vorm. Hij besloot een half jaar door het Euraziatische continent te reizen om met eigen ogen te zien hoe Europa en Azië steeds meer met elkaar te maken krijgen.

Maçăes legde zichzelf twee simpele spelregels op: hij zou gedurende zijn rondreis niet vliegen en nooit verder dan een week vooruitplannen. Een jaloersmakend plan dat hem uiteindelijk per boot, bus, taxi en trein van Astrakhan in Rusland naar Khorgas in China bracht. Maar dan wel via zo’n beetje de langst mogelijke omweg.

Gedeelde landgrens

Het eerste deel van zijn boek ‘The Dawn of Eurasia’ (de opkomst van Eurazië) bestaat echter uit een uitvoerig betoog waarom Europa en Azië beter als één werelddeel zijn te beschouwen. Ik was altijd gek op aardrijkskunde, maar ik heb er nooit diep over nagedacht dat Europa en Azië de enige werelddelen zijn die een lange landgrens delen. Toch is die scheiding in de loop van de geschiedenis herhaaldelijk opnieuw getrokken en valt niet te herleiden tot een natuurlijke grens.

Die grens is kortom gewoon een afspraak; een interpretatie die verschilt in de tijd. Maar dan wel één die door Europeanen is bedacht en bedoeld om het gebied af te perken dat bij ‘ons’ hoort en wat ‘wij’ als non-Europa beschouwen. Om meer precies te zijn: met Azië werd bedoeld het stuk van het gedeelde continent dat Europeanen niet modern vonden.

Europa is vier eeuwen lang de norm der dingen; kent sterke natiestaten, is technologisch ontwikkelt en heeft grote, welvarende steden, waar Azië grotendeels uit agrarisch en verarmd platteland bestond. Niet voor niets heette het moderniseringsplan dat de Japanse regering in 1885 liet schrijven ‘Depart from Asia’. Dat had niet zozeer met geografie te maken, alswel met de wens deel uit te maken van de moderne wereld.

Maçăes stelt zich terecht de vraag wat er van dat onderscheid tegenwoordig nog over is. Azië omarmt modernisering makkelijker dan Europa; momenteel is het eerder het westen waar conservatisme hoogtij viert. De grootste stedelijke gebieden ter wereld bevinden zich tegenwoordig in Azië, waar het percentage stadsbewoners net zo hoog is als in Europa.

Het Riem- en Weginitiatief

Auteur Bruno Maçães

Een flink deel van zijn reis voert door China. Maçăes bezoekt onder meer een onderzoekscentrum van zoekmachine Baidu in Beijing. En hij reist naar Khorgas, waar in the middle of nowhere een enorme railterminal is neergezet om containers van Chinese op Kazachse wagons over te laden. Om aan te geven tot welke enorme praktische verbeteringen deze verbinding kan leiden: tot op de dag van vandaag bevoorraadt het Japanse automerk Toyota zijn Kazachse klanten vanuit Rotterdam!

Als je een boek schrijft over Eurazië kun je natuurlijk niet om de Nieuwe Zijderoute heen. Het Riem- en Weginitiatief heeft voor China veel voordelen: als fabriek van de wereld drukt het zijn transportkosten, zowel in de aanvoer van grondstoffen als de uitvoer naar de belangrijke Europese markt, en passant worden nieuwe markten ontsloten en het relatief achtergebleven westen van China ontwikkelt, en tenslotte dienen de nieuwe snel- en spoorwegen en pijpleidingen het strategische doel dat China minder kwetsbaar wordt voor zeeblokkades. Maçăes merkt bovendien op dat naarmate in China de productiekosten stijgen, het land op zoek moet naar lagelonenlanden. Die zijn er langs de Zijderoute volop.

De voordelen voor China zijn dus evident en het is geen wonder dat de Chinese overheid het idee van Eurazië lijkt te omarmen en staat te trappelen om honderden miljarden in de Nieuwe Zijderoute te pompen. Maar Maçăes ontdekt op zijn reis dat er grotere problemen zijn dan verschillende spoorbreedtes. In Kazachstan groeit de weerstand tegen de Chinese invloed die met de investeringsyuans meekomen. Dictator Nazarbajev moest zelfs bakzeil halen na hardnekkig protest tegen een wetswijziging die investeringen in landbouwgrond aantrekkelijker moet maken.

In Noord-Pakistan zijn 15.000 soldaten nodig om 7.000 Chinese arbeiders te beschermen die aan nieuwe infrastructuur werken. En ook in het westen van China zelf ziet Maçăes veel maatregelen die een vrij verkeer van personen en goederen beperken. Als hij in Aksu een wandelingetje maakt vanuit zijn hotel wordt hij zeven keer in dezelfde straat gecontroleerd.

Rusland en Turkije zoeken toenadering

Misschien belangrijker nog is het wantrouwen over China’s intenties bij andere regeringen. Een verhelderend stuk van het boek gaat over Rusland. Omdat het westen Rusland afwijst, is het land wel gedwongen zijn heil bij China te zoeken, constateert Maçăes.

Dat wil niet zeggen dat die toenadering van harte gaat. China is Rusland op veel gebieden voorbijgestreefd. Veel voormalige Sovjetrepublieken raken zoetjesaan in Chinese invloedssfeer. Als de Nieuwe Zijderoute echt van de grond komt kan dat zelfs Ruslands geografische voordeel teniet doen. Voor alle landroutes tussen China en Europa is Rusland strikt genomen niet noodzakelijk. Vanuit Westers perspectief denken wij altijd dat Poetin en Xi twee handen op één buik zijn, maar ze wantrouwen elkaar ook. Beide landen hebben elkaar nodig, maar vrezen elkaar net zo goed.

Overigens merkt Maçăes terzijde op dat Rusland weleens een spectaculaire comeback op het wereldtoneel kan maken dankzij de klimaatverandering. Als de poolroute bevaarbaar wordt ligt Rusland in plaats van excentrisch juist opeens middenin de belangrijkste zeetransportroute ter wereld.

Maçăes schreef een interessant hoofdstuk over Turkije, dat net zoals Rusland met toenemende afwijzing van Europa kampt. Geen wonder dat Ankara toenadering zoekt tot China en Rusland. De oud-minister roept de vraag op of Turkije de EU nodig heeft of dat het langzamerhand eerder andersom is. Het hoofdstuk over Iran had wat mij betreft wel iets uitgebreider gekund, Maar eerlijk is eerlijk, toen Maçăes zijn reis maakte werd Europa verrast door de Brexit en toen hij het manuscript zat te schrijven dachten we nog dat Hilary Clinton de volgende president van de VS zou worden.

De rol van de EU in de veranderende wereld

En dat brengt ons tenslotte bij Europa. Het oude continent heeft volgens Maçăes nog geen antwoord op de veranderende wereld om zich heen. Op basis van zijn economische positie zou de EU een wereldmacht moeten zijn, maar de unie is verdeeld en vooral met zichzelf bezig. De status van de EU is afgeleid van zijn economisch succes en langdurige stabiliteit. Maar de financiële crisis en de vluchtelingencrisis hebben die status uitgehold. Dat heeft consequenties voor de verwachtingen van de EU ten aanzien van andere landen om zijn normen- en waardenstelsel te respecteren of over te nemen.

Maçăes roept Europa op actief vorm te geven aan zijn plek in de wereld, al was het maar om te voorkomen dat anders anderen dat voor ons doen. Het herontdekken van Eurazië biedt in zijn perspectief de meeste kansen. Al zal dat betekenen dat we onze schuttersputjes ten aanzien van Rusland, Turkije en China moeten verlaten. We moeten daarbij meer koopman dan dominee zijn, want elders in de wereld laten ze zich niet langer de les lezen over westerse normen en waarden (die wij universeel noemen). Een ding moeten we in ieder geval niet doen, aldus Maçăes, en dat is stilzitten en hopen dat het allemaal wel meevalt.

The Dawn of Eurasia – on the trail of the new world order, Bruno Maçăes, Penguin Books, januari 2018, hardcover €20,99, e-book €9,49, ISBN 9780241309254.