Onder normale omstandigheden is het Nederlandse Consulaat Generaal in Chongqing een pure handelspost. We werken in vijf Chinese provincies in West-China voor de Nederlandse economische belangen. Na de uitbraak van COVID-19 veranderde dat compleet en richtte ook onze kleine post zich volledig op de situatie die door het virus wordt veroorzaakt.
Zelf-quarantaine en een extra trui
Zeker de eerste tijd lag het openbaar vervoer grotendeels stil, dus het was maar goed dat de Nederlandse medewerkers van het Consulaat op loopafstand wonen. Omdat het gerucht ging dat het virus zich via klimaatbeheersingssystemen kan verspreiden, werden die uit voorzorg in alle kantoorgebouwen uit gezet. In de klamme Chongqingse winter was een extra trui aan naar het werk niet overbodig. De lokale Chinese collega’s werkten veelal vanuit huis; de autoriteiten wilden dat mensen zo min mogelijk contact buiten de deur hebben om zo de verspreiding van het virus te minimaliseren. Collega’s die rond Chinees Nieuwjaar hadden gereisd gingen eerst twee weken vrijwillig in zelf-quarantaine.
Enkele Nederlanders in de regio werden door de plotselinge uitbraak van het virus overvallen; ze waren gelukkig niet besmet maar hadden wel last van het plotsklaps stilvallen van de Chinese samenleving. Eén lag elders in het ambtsgebied van het CG in een ziekenhuis na een zware operatie en moest terug naar Nederland. Een ambulancevlucht naar China regelen bleek onder de omstandigheden niet eenvoudig. We onderhielden contact met de familie, die gelukkig uitermate praktisch en doelgericht was en zelf in overleg met de verzekeringsmaatschappij veel kon oplossen. Na een week landde een vliegtuig in Xi’an om de patiënt veilig terug te brengen naar Nederland.
Zonder paspoort én visum
Ook een Nederlandse sportleraar liep tegen het stilvallen van de samenleving aan. Hij kwam kort voor de uitbraak in Chongqing en zijn paspoort lag bij de lokale autoriteiten voor zijn werkvisum. Het Chinese overheidsapparaat had – heel begrijpelijk- andere zaken aan het hoofd. Lesgeven was er nu natuurlijk niet bij, maar zonder paspoort kon hij ook niet weg. Via onze contacten kregen we voor elkaar dat de visumaanvraag bij uitzondering in behandeling werd genomen.
Na een paar dagen kwam er gelukkig een telefoontje dat het paspoort kon worden afgehaald. Helaas wel in een verre buitenwijk die, zoals veel wijken in de stad, uit voorzorg was afgesloten voor verkeer van buiten. Twee Chinese medewerkers gingen in de dienstauto van het Consulaat samen met de Nederlander op pad om het paspoort alsnog op te halen. De diplomatieke nummerplaat in combinatie met de lokale overtuigingskracht van de medewerkers, bleek voldoende om alle fysieke en bureaucratische obstakels te overwinnen. Enkele uren later kwamen ze terug met het paspoort, mét visum, en kon de Nederlander een ticket naar huis gaan boeken.
De stille oevers van de Yangtze
Enkele keren per week was er overleg met de andere Nederlandse posten in China (de ambassade in Beijing en de consulaten in Shanghai, Guangzhou en Hongkong), om informatie uit te wisselen en de situatie te vergelijken voor verslag aan Nederland. Het bleek al vlug dat Chongqing, dat grenst aan de zwaarst getroffen provincie Hubei, het strengst was met de maatregelen. De stad ging grotendeels op slot, al werd dat niet formeel zo genoemd. Sommige appartementenblokken maakten eigen nog striktere regels en lieten slechts één persoon om de paar dagen naar buiten om inkopen te doen voor verschillende huishoudens.
In Chongqing zelf zijn weinig Nederlanders, maar in de provincies Sichuan en Yunnan wonen grotere gemeenschappen. Gelukkig was ook daar niemand besmet. Een Nederlandse in Kunming hield met enkele anderen een chatgroep bij waarin ze berichten en geruchten verifieerden of ontkrachtten. Voor ons was dit heel waardevol als informatiebron, omdat we zelf nu niet in het ressort konden reizen.
Normaal gesproken tikt Chinese tijd een fractie sneller dan elders, maar nu vertraagde die juist. Buiten kantoor konden de medewerkers van het Consulaat weinig doen behalve thuis koken, improvisatie-fitness en aan de stapel ongelezen boeken werken. In het weekend waren er surrealistische wandelingen mogelijk door de droomstille lege stad en langs de oevers van de Yangtze, waar het vermoedelijk in honderden jaren niet zo stil was geweest. Behalve de bewakers, bezorgers en boeren die voor het eten moesten zorgen waagden maar weinig lokale Chongqingnezen zich buiten de deur. Sommigen kwamen een maand lang zelfs met de hond niet verder dan de ondergrondse parkeergarage.
Toch waren er ook die de gelegenheid aangrepen om zonder verkeer of vervuiling hard te lopen –mondkapje op, beslagen bril- of om rustig te vissen, te picknicken aan de rivier of om zonder de gebruikelijke mensenmassa’s lokale bezienswaardigheden te fotograferen.
Chongqing noedels en economische samenwerking
Het stadsbestuur had de handen vol aan enerzijds het handhaven van maatregelen om de epidemie te bestrijden en anderzijds het zorgen dat dagelijkse benodigdheden zoals voedsel beschikbaar bleven. Alle winkels, restaurants, banken, koffietentjes en theehuizen, echt alle openbare gelegenheden in deze enorme stad van tientallen miljoenen mensen, waren gesloten. Alleen de supermarkten waren nog open zodat mensen boodschappen konden doen om thuis te koken. De bevoorrading daarvan vereiste een enorme, in deze situatie moeizame, operatie.
De lokale overheid vergat de kleine buitenlandse gemeenschap niet. Het Chongqing Foreign Affairs Office hield de consulaten in een chatgroep op de hoogte van de stand van zaken en reageerde snel en alert op vragen en verzoeken. Sommige consulaten die zelf onvoldoende voorraad hadden werden van mondkapjes en desinfectievloeistof voorzien. Viceburgemeester Li Bo bezocht persoonlijk alle consulaten om ze te bedanken voor hun steun en aanwezigheid in deze moeilijke tijden.
Zijn hoop dat de epidemie snel onder controle zou zijn, zodat het leven in Chongqing weer zijn normale beloop zou kunnen nemen, lijkt nu langzaam waarheid te worden. Een paar winkelcentra zijn al open gegaan, met temperatuurcontrole aan de deur, en de eerste voor lokalen onmisbare straatkraampjes met Chongqing noedels draaien ook weer. Hopelijk kan ook ons consulaat zich snel op meer gebruikelijke taken richten. En kijken wat de nieuwe situatie en de hard geraakte economie betekenen voor de economische samenwerking.