Wat is nieuws?
Wanneer is iets nieuws en wanneer houdt iets op nieuws te zijn?
Dat is een interessante vraag.
Voor mij blijft Hong Kong nieuws.
Ik heb er vijf jaar gewoond en gewerkt en daar heb ik intens van genoten. Die prachtige stad en haar bevolking zijn deel van mijn leven geworden. Het waren interessante jaren met ingrijpende politieke ontwikkelingen. Met vrienden, collega’s en studenten uit Hong Kong hebben ik nog vrijwel dagelijks contact, al wonen velen van hen niet meer in Hong Kong.
Ik volg de ontwikkelingen in Hong Kong dus op de voet en het is mijn overtuiging dat ook voor mensen die niet zulke persoonlijke connecties met Hong Kong hebben, het verstandig is, goed te letten op wat daar gebeurt, ook al is het voor velen allang geen breaking news meer.
Hoe zat het ook alweer…
In 1997 werd Hong Kong na 150 jaar Brits koloniaal bewind teruggegeven aan China. Daarbij werd een Brits-Chinese overeenkomst gesloten, die onder meer stelde dat de stad 50 jaar de tijd zou hebben om geleidelijk aan te integreren in China. Kern was het principe “Eén land, twee systemen”. Dat houdt in dat, hoewel China één land is, er twee systemen naast elkaar getolereerd worden: het autoritaire van Mainland China en het democratische liberale van Hong Kong en Macau. Dáár zijn verkiezingen, is er een vorm van volksvertegenwoordiging toegestaan, is er vrije rechtspraak en vrijheid van meningsuiting. Allemaal belangrijke garanties voor burgerrechten, waardoor Hong Kong zo’n interessante vestigingsplek werd voor het internationale bedrijfsleven en -organisaties en bancaire instellingen.
Al in het begin van deze eeuw, kort na de teruggave, waren er mensen in Hong Kong die vermoedden dat de stad wellicht niet die geleidelijke integratie gegund zou worden, maar dat er sprake zou kunnen zijn van een veel snellere en minder vriendelijke inlijving. Zij richtten Occupy Central with Love and Peace op. Hun vermoedens werden waarheid.
In de jaren dat wij in Hong Kong woonden maakten we mee hoe studenten de Paraplubeweging ontketenden. Er moest een nieuwe burgemeester (CEO), gekozen worden. China besliste dat er inderdaad gekozen kom worden, verkiezingen waren Hong Kong immers beloofd, maar: China bepaalde wie de kandidaten zouden zijn. Dat pikten de studenten niet, ze gingen massaal de straat op en bezetten het hart van de stad, gedurende 76 dagen.
Daarop volgden er maatregelen vanuit Beijing die beetje bij beetje de vrijheden in Hong Kong beperkten. Politieke partijen werden verboden, gekozen volksvertegenwoordigers werd hun zetel in het parlement ontzegd, buitenlandse journalisten waren niet meer welkom en daarnaast was er de voortdurende invloed van China, door het verplicht stellen van het leren van Mandarijn – terwijl men in Hongkong Kantonees spreekt – de gestage instroom van mensen uit Mainland China (iedere dag mogen 150 Mainlanders zich vestigen in Hong Hong, krijgen een woning en worden geholpen bij het vinden van een baan). En er kwamen bruggen en hogesnelheidstreinen, die de verbinding van Hong Kong met het Chinese vasteland enorm bevorderden.
De weerstand tegen de groeiende invloed van China nam toe en kwam tot een explosie in 2019 toen de CEO, Carrie Lam, een uitleveringswet wilde invoeren, op grond waarvan uitlevering naar China mogelijk zou worden. Daarmee zou onafhankelijke rechtspraak geen vanzelfsprekendheid meer zijn. Massale protesten volgden en de straten van Hongkong vulden zich met miljoenen burgers die in eerste instantie vreedzaam betoogden. Al snel werd de situatie grimmiger en gewelddadiger. Antony Dapiran, beschreef dit proces in zijn boek City on Fire: The Fight for Hong Kong.
De veiligheidswet
De democratische wereld keek toe, was ontzet, maar greep niet in. Er waren geen bezoeken van regeringsleiders aan Carrie Lam, er werd niet gesproken over hoe democratische landen de strijders in Hong Kong, die opkwamen voor dezelfde burgerrechten als die democratische leiders, zou kunnen steunen. Er werd niet gesproken over het al dan niet sturen van wapens en troepen naar Hong Kong, zoals dat nu wel in Oekraïne gebeurt. Nee, men vroeg zich bezorgd af hoe China zou reageren. Die reactie viel de democratische wereld mee: er werden geen tanks naar Hong Kong gestuurd, zoals in 1989 naar het Plein van de Hemelse Vrede.
Het antwoord van China kwam in 2020. Op 1 juli, de datum waarop in 1997 de stad werd teruggegeven aan China, bepaalde het Nationaal Congres van de Communistische Partij China in Beijing dat er in Hong Kong een Veiligheidswet werd aangenomen.
Dát is het antwoord van China op de protesten. Deze wet bepaalt dat alle staatsondermijnende activiteiten die geduid kunnen worden als daden van opruiing, gericht op onafhankelijkheid, terrorisme of die blijk geven van buitenlandse inmenging, strafbaar zijn.
Daarmee is vrijwel iedere vorm van protest of uiting van dissonantie met het openbaar gezag, strafbaar gesteld. Afgelopen was het met de protesten. Op grond van deze veiligheidswet zijn vrijwel alle politici van prodemocratische signatuur vastgezet. Vele anderen hebben het land verlaten.
Recente ontwikkelingen
Om te zien welke kant het op gaat in Hongkong is het interessant om een aantal recente ontwikkelingen onder de loep te nemen.
1) Parlementsverkiezingen met patriottische kandidaten
Op 19 december 2021 waren er parlementsverkiezingen. Van de 153 kandidaten waren er slechts 10 die kritisch staan tegenover Beijing. Niet verwonderlijk, iedere kandidaat moest langs een verkiezingscommissie die bepaalde of de kandidaat ‘patriottisch’ genoeg was. Ook diende iedere kandidaat een gelofte af te leggen, dat men niets zou doen wat de Chinese staat zou kunnen ondermijnen. Velen in Hongkong besloten met de voeten te gaan stemmen: men ging niet. Slechts 30% van de stemgerechtigden maakte gebruik van dat recht. Dit stille protest werd door CEO Carrie Lam geduid als positief: “Dat men niet gaat stemmen betekent dat men tevreden is. Er is geen behoefte aan verandering.
2) Verwijderd standbeeld
Een veel bezochte plek in Hong Kong was op de campus van de Universiteit van Hong Kong het metershoge beeld gemaakt door de Deense kunstenaar Jens Galschiot: The Pillar of Shame, de pilaar van de schaamte. Een kunstwerk dat de herinnering aan de gebeurtenissen op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing op 4 juni 1989, levend houdt. Het moest weg. Daar werd fel tegen geprotesteerd, ook door de kunstenaar. In het holst van de nacht van 22 op 23 december 2021 is het stilletjes verwijderd. Ook andere herdenkingstekens aan de gebeurtenissen van 040689, o.a. bij de Chinese Universiteit van Hongkong, zijn stilletjes verwijderd.
3) Inperking van vrije pers
Het meest opvallend is echter de manier waarop de vrije pers steeds minder ruimte krijgt. Het begon in 2020, toen Jimmy Lai werd opgepakt. Jimmy Lai is een pro-democratische zakenman en media-tycoon, oprichter van de Apple Daily een pro- democratische tabloid. De krant werd opgeheven en Lai werd tot veertien maanden gevangenisstraf veroordeeld op grond van de nieuwe Veiligheidswet. Op 30 december 2021 was er, op grond van de Veiligheidswet, een inval in de burelen van Stand Now, een democratisch online platform. Het werd meteen uit de lucht gehaald. Enkele dagen maakte later Citizen News, een ander online kritisch platform, bekend per direct te stoppen. Men wilde niet op een inval wachten maar koos voor zelfcensuur.
Het is duidelijk dat in de interpretatie van het principe ‘Eén land, twee systemen’ voor China het accent ligt op dat ene land en voor Hongkong op de twee systemen.
Hoe verder?
Is daarmee alles gezegd en is Hong Kong opgegeven?
Alles is zeker nog niet gezegd. Onder mijn contacten zijn er ook velen die erop wijzen dat Hong Kong zeker geen ‘gewone’ Chinese stad is. In het onlangs geopende Museum M+ zijn er opstellingen van de kritische Chinese kunstenaar Ai Weiwei te zien. Die zal je in Mainland China niet gauw tegenkomen.
En Hong Kong is zeker ook nog niet opgegeven. We moeten niet vergeten dat Hong Kong voor China en zogenaamd “Special Purpose Vehicle is”, een stad die ook economisch voordeel biedt, omdat Hong Kong nog steeds een interessant scharnierpunt is tussen Oost en West. Westerse bedrijven die zaken willen doen met China doen dat graag vanuit Hong Kong, zolang democratische waarden en rechten er gewaarborgd zijn.
En hoe reageert de liberaal-democratische wereld hierop?
In ieder geval niet, zoals eerder benoemd, zoals men reageert op de dreiging vanuit die andere autoritaire geregeerde staat, Rusland. Er kwam wel een krachtig signaal op 9 februari jl. Toen brachten 21 democratische landen, waaronder Nederland, een verklaring uit waarin de afnemende persvrijheid in Hong Kong wordt veroordeeld.
Het hemd is dus nader dan de rok, maar daarnaast wint de koopman het nog altijd van de dominee als het gaat om de relatie met China. En dan bedoel ik niet alleen het aanspreken van China op bijvoorbeeld grootschalige schendingen van mensenrechten, maar veel breder, hoe we ons verhouden tot dit land dat onze ogen opent voor het feit dat de westerse manier van leven niet door iedereen begeerd wordt en allang niet meer de norm in onze wereld is. Er is sprake van één wereld, twee systemen: een autoritair en een democratisch systeem.
Daarbij komt dat het democratische systeem door falende democratische instituties van binnenuit uitgehold wordt en snel aan gezag verliest. En er ontstaan steeds meer scheuren en scheurtjes in het democratisch systeem. Niet alleen lukt het China om de EU uit elkaar te spelen, de VS maakt keer op keer duidelijk dat het andere prioriteiten heeft dan voortdurend omkijken naar Europa.
Een balans tussen de twee systemen vinden
China zal dat zeker niet zijn ontgaan. Ze kunnen er veel informatie uit halen, die binnen afzienbare tijd van pas zou kunnen komen. Bij de viering van 100 jaar Volksrepubliek China in 2049 moeten ook de verloren zonen en dochters Hongkong en Taiwan weer thuis zijn.
Met Hongkong gaat dat de goede kant op, en een steeds zelfverzekerder China zal er ook niet voor terugdeinzen Taiwan weer thuis te halen. Als een Russisiche inval in Oekraïne uiteindelijk niet gestopt wordt door democratische landen, is dat voor China het signaal dat een inval in Taiwan niet gestopt zal worden. Als dat gebeurt, belanden we in een situatie van disbalans, waarin het autoritaire systeem aan geografische en politieke invloed gewonnen heeft.
Om die balans te bewaren is wel veel nodig. Allereerst de democratische systemen te versterken, maar ook kunnen we leren van wat er in Hongkong gebeurt, de plek waar beide systemen elkaar treffen. Niet om een ‘vuist te maken’ tegen China, maar om kennis te vergaren en een agenda op te stellen op grond waarvan het gesprek gevoerd en het contact geïntensiveerd kan worden. Natuurlijk moeten we niet naïef tegenover China staan, en moeten wel veel beter voorbereid zijn. Ons beter bewust van onze positie, die allang niet meer de superieur is. Uiteindelijk gaat het om de noodzaak een balans te vinden tussen die twee systemen, omdat het om één wereld gaat.