Foto's door Inge Schouten

Foto’s door Inge Schouten

‘Ik wil bouwen zodat alles op zijn plek valt. Dat mensen er gebruik van kunnen maken.’ Ruben Bergambagt vertelt over de gedachte achter zijn ontwerpen. Op het kleine terras van het Temple Hotel is het stil. Het hotel, uitgegroeid tot ware hub, ligt verstopt tussen de hutongs en moet zeker gevonden. Het is een plek waar oude en nieuwe architectuur samen komen. Het inspireert hem. ‘Het gaat niet om schaal, maar dat mensen het beleven.’

Ruben vertrok van Londen naar Beijing om bij het jonge architectenbureau waa (We Architech Anonymous) aan de slag te gaan. Er was behoefte aan bouwervaring en vrijheid van denken. ‘Iemand die weinig restricties ziet, maar zijn ideeën toch kan uitwerken binnen de kaders die er zijn.’ Na anderhalf jaar werd hij partner in de onderneming bestaande uit 12 jonge architecten. Doordat de groei van de economie momenteel stagneert in China, komt de bouw stil te liggen waardoor er minder geïnvesteerd wordt in publieke gebouwen. Laat dat nu net zijn waar waa zich op richt. Daarom focust het bureau zich nu steeds meer op interieurprojecten. Zo doen zij twee keer per jaar mee aan een zogeheten ‘prijsvraag’ waarbij een architectenbureau een concept inlevert en hiermee de uitvoering ervan kan winnen. De jonge architecten hopen zo niet alleen hun internationale netwerk uit te breiden, maar ook even los te komen van China, vertelt Ruben.

Paspoortje

Naam: Ruben Bergambagt (32)
Werkte eerder: In Londen bij Foster & Partners aan nieuwe Europese hoofdgebouw Bloomberg
Vervoer: Ultrahippe gele racefiets, maar heeft ook nog een oerdegelijke Gazelle thuis staan.
In China sinds: 2012
Opvallendste quote: ‘Mijn ontwerpen voelen soms wat oncomfortabel aan.’

De jonge architect, strak gekleed met nonchalant kapsel, heeft een duidelijk verhaal. Bij elk gespreksonderwerp komt Ruben weer bij het Yinchuan Art museum uit. Een project dat waa al twee jaar geen geld meer oplevert maar waar hij vooral plezier aan beleeft. De opening op 8 augustus aanstaande moet een opstapje zijn om internationale bekendheid te krijgen voor het relatief kleine ontwerpbureau. Het is een van de grootste project voor was, niet zozeer qua vierkante meters, maar juist omdat het om een museum gaat. ‘Dat is extra spannend! Het is een vrij extreem ontwerp, gemaakt met de computertechnologie scripting.’ Het museum heeft grote gecurvde vormen die niet eenvoudig te bouwen waren. Daarom werd er speciaal voor dit ontwerp een tijdelijke fabriek geopend om de complexe panelen te maken. Allemaal met de hand.

Footprint

Het museum is gebouwd met materialen uit de omgeving. Dit typeert de Chinese bouwstijl. Door het kleinere budget zijn ontwerpers genoodzaakt om binnen China hun materialen te zoeken. Importeren gaat namelijk gepaard met een hoge invoerbelasting. ‘Hiermee houden we de footprint klein. Daarnaast zijn het bouwproces en de lonen lager dan in Europa, dus daar kun je wel wat mee.’ Of waa rekening houdt met het gebruik van duurzame materialen in hun ontwerpen? ‘Nee, dat zouden we eigenlijk wel moeten doen. Het hangt erg af of onze klant hierin wil investeren.’ Naast dat de bouwprocessen goedkoper zijn, gaan die ook sneller. ‘Hierdoor kun je veel meer ontwerpen dan in Europa.’ Momenteel is Ruben met vier verschillende projecten bezig en dat is, voor een relatief bescheiden bureau, veel. ‘Klanten verwachten binnen een week een constructietekening omdat ze een week later willen bouwen, terwijl zo’n proces normaal maanden duurt. In Londen werkte ik vier maanden met minstens vijf man aan een ontwerp. Hier doen we dat met z’n tweeën in twee weken.’

‘Het systeem is dominant’

Loopt China voor op architectuurgebied? Ruben is stellig: ‘Nee, nooit.’ Maar het gebrek aan bouwervaring hier geeft de architect veel meer vrijheid van denken. Dit is een van de redenen waarom er meer extreme, westerse gebouwen in China staan dan in Europa met haar strengere regelgeving. ‘De eisen van Chinese klanten passen op een half A4’tje terwijl dat in Londen boekwerken van 150 bladzijdes waren.’ Het missen van bouwkennis levert dus voordelen op. ‘Het woord “nee” bestaat hier niet. China kijkt niet binnen de kaders, maar creëert juist mogelijkheden daarbuiten.’ De regelgeving in China verandert snel, waardoor klanten haast maken met bouwen voordat het onmogelijk wordt gemaakt. ‘Het systeem is dominant. Toen president Xi Jinping zei: ‘No more weird builings’, raakte iedereen gestrest. Want wat is ‘raar’?’

Menselijke schaal

Als architect werk je altijd samen met een Local Design Institute, een LDI, die een dik boek met een uitgebreid bestemmingsplan naast het ontwerp legt en checkt of het in overeenstemming is met de lokale regelgeving. Ook kijken zij of het past bij de omgeving. ‘Het museum in Yinchuan bijvoorbeeld wordt in een nog lege omgeving gebouwd. Je weet dat er een ontwikkeling komt, maar hoe die eruit gaat zien is onduidelijk. Dan is er weinig context en beoordeelt de overheid puur het losstaand object.’ Veel lege plekken worden opgekocht door één partij die op grote schaal wil bouwen. Ondanks dat dit aansluit bij het moment van economische groei in China, vindt Ruben het niet passen bij de menselijke schaal. ‘Het CCTV-gebouw bijvoorbeeld is prachtig, maar om van punt A naar B te komen, ben je een kwartier onderweg. Ik geloof meer in het opbreken van de stad in kleine segmenten en daarin doorgang zoeken.’
Op het terras wordt het steeds warmer. Toch raakt Ruben niet uitgepraat over zijn ontwerpen en ervaringen. Enthousiasme en professionaliteit kenmerken hem. Zijn de ontwerpen van waa ook herkenbaar? Ruben denkt na. ‘Wij geven elke gebouw een twist waardoor het een uniek karakter krijgt. Misschien voelt het wat oncomfortabel aan, maar wij houden altijd rekening met hoe een concept werkt. Het gaat niet alleen om de buitenkant.’

De Mini-Deal

In deze vaste rubriek kiezen de ondernemers een van de vele meegebrachte typisch Nederlandse cadeautjes uit Nederland. Het gaat om een symbolisch item dat staat voor wat zij het meest missen in China. In ruil hiervoor geven de ondernemers een presentje terug dat iets zegt over de manier waarop zij zich in China handhaven.
Drankje geknipt_smallAfgesneden doekjesBij alles wat hij ziet, wordt Ruben enthousiast. Uiteindelijk kiest hij drop. ‘Dat mis ik het meeste. Als ik het zie, dan ben ik verkocht en kan ik in één dag die zak leeg eten.’ Zelf geeft Ruben een mondmasker. ‘De media zijn vaak negatief over China en de luchtvervuiling, maar ik vind het meevallen. Ik draag het masker als ik fiets en dan is het goed te doen.’ Ook geeft Ruben, niet-roker, nog een pakje sigaretten. ‘China is namelijk het land met de meeste soorten sigarettenpakjes en daarachter schuilt een hele hiërarchie. Als baas heeft iemand duurdere sigaretten dan zijn werknemer. Zo’n pakje kost dan zo twintig euro. Ik vind de ontwerpen op de doosjes erg mooi en heb er enkele in mijn kast staan. Maar ik spaar ze niet hoor.’