Maandag 12 mei is de Internationale dag van de verpleging. In Chinese ziekenhuizen wordt hard gewerkt tegen een laag loon. Bovendien neemt de agressie tegen zorgmedewerkers hand over hand toe.

Eind oktober gingen in de Chinese stad Wenling honderden medici de straat op om te demonstreren. Artsen en verplegers van het lokale ziekenhuis, maar ook collega’s van ziekenhuizen uit andere steden die hun steun kwamen betuigen, eisten een veilige werkomgeving in het ziekenhuis.

De demonstratie volgde nadat een ontevreden patiënt zijn chirurg had doodgestoken en nog eens twee specialisten verwondde die hun collega te hulp waren geschoten.

Geweld door patiënten en hun familie tegen behandelend artsen is geen uitzondering in China. De lijst met incidenten is lang. In Beijing werd een oncoloog 17 keer met een mes gestoken. In Hengyang stak een patiënt zijn arts dood. In Harbin doodde een patiënt een ziekenhuismedewerker en verwondde er nog eens drie. In Tianjin werd een afdelingshoofd met een bijl doodgeslagen.

Uit cijfers van de Chinese vereniging van ziekenhuizen blijkt dat in 2012 ieder ziekenhuis gemiddeld 27 keer met geweld tegen medisch personeel te maken kreeg. Dat betekent dat ieder ziekenhuis eens per twee weken met een gewelddadig incident binnen de poorten heeft. Daarbij kwamen zeven medici om het leven en moesten 28 personen voor hun verwondingen worden behandeld.

Chinese autoriteiten reageren –zoals gebruikelijk- met extra veiligheidsmaatregelen. Zo moeten er rond de klok bewakers in ziekenhuizen en klinieken aanwezig zijn. En er komt geld voor videocamera’s en detectiepoortjes die moeten voorkomen dat patiënten wapens mee kunnen brengen.

Maar dit zal de bron van de onvrede niet wegnemen. Deskundigen wijten het geweld aan een combinatie van factoren: Chinezen betalen veel voor een medische behandeling. Vaak betalen ze bovenop de ziekenhuisrekening steekpenningen aan een arts om snel te worden geholpen of een specialist met een betere reputatie te krijgen.

Maar vanwege een hoge patiëntenlast hebben doktoren nauwelijks tijd voor hen. Artsen zien tientallen patiënten per dag en hebben soms maar een paar minuten per consult om hen te onderzoeken en te spreken. Bovendien schieten de communicatievaardigheden van artsen vaak tekort.

Aan de andere kant is het verwachtingspatroon van patiënten soms onredelijk hoog: zij betalen veel en verwachten niet minder dan dat ze prompt van al hun kwalen genezen zullen worden.

Een beginnende arts in China verdient ongeveer 3.000 yuan (360 euro) per maand. Pas na tien dienstjaren komt hij in aanmerking voor promotie tot hoofdarts en kan hij ongeveer 10.000 yuan (1.200 euro) verdienen.

Uit een onderzoek uit 2011 blijkt dat 95 procent van de medici vindt dat ze worden onderbetaald. Uit hetzelfde onderzoek bleek dat driekwart liever niet ziet dat hun kinderen voor een baan in de medische sector kiezen.

Fabrikanten van medicijnen en medische apparatuur spelen geraffineerd in op de lage lonen van medisch personeel. Ze stellen bonussen in het vooruitzicht als bepaalde medicijnen worden voorgeschreven of verrichtingen worden uitgevoerd.

In september 2013 onthulde staatstelevisiezender CCTV dat medewerkers van een ziekenhuis in Tianjin geld hadden aangenomen van de Franse zuivelgigant Danone. Uit onderzoek van het gezondheidsbureau van Tianjin bleek vervolgens dat 116 artsen, verloskundigen en verpleegsters in 85 ziekenhuizen geld hebben aangenomen om ouders te overtuigen babymelkpoeder te gebruiken. Soms gaven zij kersverse ouders proefverpakkingen melkpoeder mee. Het lijkt onwaarschijnlijk dat deze praktijk alleen in Tianjin plaatshad. Netzomin als het waarschijnlijk is dat alleen Danone medisch personeel inzet als verkoopmedewerker.

Op 11 februari (Wereld Ziekendag) schreef ik al over de hoge kosten van de Chinese gezondheidszorg voor zowel patiënt als de staat. De Chinese ziekenzorg is in de laatst twaalf jaar 25 keer zo duur geworden.

 

De Reis door China in 48 Dagen gaat verder op zaterdag 17 mei: de internationale dag tegen homofobie.