Als iets een belangrijke trend was in de wereld van het Chinese internet in 2015 dan was het wel die van overnames en fusies van een aantal bedrijven die elkaar tot voor kort nog naar de keel stonden in hevige concurrentie. In 2015 zijn veel internetbedrijven tot de conclusie gekomen dat die concurrentie, welke gepaard gaat met het verbranden van miljoenen aan marketingbudget, uiteindelijk het einde zou kunnen betekenen voor beide partijen. Of erger nog, dat een derde partij er met het spreekwoordelijke been (lees: marktaandeel) vandoor gaat terwijl zij erom vechten.
Daarnaast zijn ook veel investeerders terughoudend geworden in het continu pompen van geld in deze gevechten, vooral in het geval van O2O-initiatieven waarbij de consument via internet diverse diensten als taxiritten en bezorging van maaltijden bestelt. Ook de dip in de aandelenmarkt van afgelopen zomer hielp niet mee aan het vertrouwen bij investeerders. Tijd voor enkele gedwongen huwelijken…
Didi en Kuaidi gaan carpoolen
Wat deze ‘internethuwelijken’ nogal ongemakkelijk maakt is het feit dat de drie grote internetbedrijven, Baidu, Alibaba en Tencent (gezamenlijk ook bekend als de BAT), vaak investeringen hebben in de bedrijven die gefuseerd worden. Daarmee liggen ook deze concurrenten achter de fuserende platforms opeens samen in hetzelfde bed. Een mooi voorbeeld hiervan is de fusie van de twee taxi-apps Didi Dache (waarin Tencent aandeelhouder is) en Kuaidi Dache (waar Alibaba in investeerde).
In de eerste helft van 2014 probeerden de twee elkaar in de strijd om gebruikers nog af te troeven door kortingen en bonussen weg te geven aan zowel de chauffeur als zijn passagier. Het resultaat was dat beiden ongeveer de helft van de markt veroverden. Alleen de consument en taxichauffeur werden er echt beter van.
Een jaar later in februari 2015 kondigden de twee aan verder samen door het leven te gaan als bedrijf met een marktaandeel van 83%, hoewel de twee merken wel apart blijven bestaan. Deze beslissing lijkt veel te maken te hebben met het feit dat Uber, ondanks tegenwerking door regelgeving van de overheid, snelle groei lijkt door te maken in China. Uber was hier dus de derde hond die er wel eens met het been vandoor zou kunnen gaan.
De fusie tussen Didi en Kuaidi heeft er overigens niet per definitie toe geleid dat de subsidies aan chauffeurs en passagiers zijn geschrapt bij het nieuwe bedrijf. Na de fusie kondigde het nieuwe verbond in mei aan dat ze opnieuw 1 miljard RMB (€140 miljoen) zou investeren in kortingen voor Didi Express carpooling service, welke concurreert met een van de diensten van Uber. En als we Uber – die graag nieuwe investeerders in haar concurrent afschrikt – mogen geloven geeft Didi Kuaidi ongeveer $4 miljard per jaar uit aan dit subsidies om klanten aan zich te binden.
Investeringen in taxi-apps in andere landen, waaronder Amerika’s Lyft, Singapore’s GrabTaxi en India’s Ola duiden erop dat het nieuwe monsterverbond niet alleen in China sterk wil staan tegenover Uber, waar Baidu in heeft geïnvesteerd.
Meituan en Dianping gaan samen uit eten
Dianping wordt vaak vergeleken met het Amerikaanse Yelp of Nederlandse Iens, maar is ook al lange tijd actief met location-based group-buying promoties. Daarmee zat het Meituan, een van de overlevenden van een enorme shake-out onder duizenden Groupon-klonen die een paar jaar geleden in China plaatsvond, behoorlijk in het vaarwater. In oktober werd hun fusie tot één bedrijf met een waarde van $17 miljard aangekondigd.
Ook hier ontstaat een nieuwe marktleider met ongeveer 80% marktaandeel in de group-buyingmarkt. Ook in dit geval leidt de fusie tot een bedrijf waarin zowel Alibaba als Tencent belangen hebben. Alibaba heeft geïnvesteerd in Meituan terwijl Tencent aandeelhouder is in Dianping, welke ook een belangrijke positie heeft in Tencent’s WeChat Wallet.
Volgens sommige bronnen was het de enige keuze voor Meituan, omdat het geen grote investeerders meer kon vinden in haar strijd in de O2O-markt voor bezorgmaaltijden waar zowel Meituan als Dianping actief in waren geworden. Meituan schijnt 700 miljoen RMB per maand (!) uit te geven aan kortingen, wat de investeerders terughoudend zou hebben gemaakt. Dat de fusie van het bedrijf daar verandering in heeft gebracht blijkt uit het nieuws dat Meituan-Dianping deze week een record investering van $3,3 miljard heeft opgehaald; de grootste investering zonder beursgang die ooit is opgehaald door een techbedrijf.
Na de fusie zal Dianping zich meer richten op diensten met hoge waarde als trouwfeesten en conferenties en Meituan zich op diensten met hoog volume als maaltijdbezorging en bioscoopkaartjes. Over bioscoopkaartjes gesproken, ook Weiying (waarin Tecent investeerde) en Gewara, beide online verkopers van tickets voor concerten, films en sportevenementen, kondigden in december een fusie aan. Beide bedrijven concurreren met een deel van de diensten van Dianping en Meituan, dus het lijkt erop dat er een domino-effect aan het ontstaan is in de Chinese internetmarkt.
Ctrip en Qunar worden reisgenoten
Over deze fusie tussen twee online travel-platforms deden al lange tijd geruchten de ronde, maar in oktober was het dan eindelijk zover. Qunar is eigendom van Baidu, welke vooral bekend is vanwege haar zoekmachine. Ook hier blijven beide merken bestaan maar neemt Baidu plaats in de directie van Ctrip en Ctrip in die van Qunar. Ook deze fusie levert een monsterverbond op met naar schatting 70% marktaandeel in de markt van vlucht- en hotelboekingen. Samen zullen ze sterker staan tegen o.a. Alibaba’s Alitrip-platform.
Ctrip en Qunar zijn nooit goede vrienden geweest en hebben een verleden van prijsoorlogen en beschuldigingen van het plaatsen van negatieve recensies op elkaars websites. Dat de fusie – die volgens ingewijden tussen Ctrip en Baidu gesloten is zonder instemming van de Qunar-directie – niet geheel van harte is gegaan blijkt uit het vertrek van vier directieleden van Qunar. De naam Qunar, welke ‘waarheen?’ betekent, krijgt daarmee ineens een andere lading.
Jiayuan en Baihe hebben verkering
In december maakte datingsite Baihe bekend haar concurrent Jiayuan te zullen kopen voor $250 miljoen. Beiden hebben het de laatste tijd moeilijk door concurrentie van mobiele apps als Momo en de mogelijkheden die WeChat biedt om contact te leggen met onbekenden.
Twee andere grootheden die besloten met elkaar verder te gaan zijn 58.com en Ganji.com (beiden actief met een platform met advertenties voor tweedehands auto’s, onroerend goed, personeel, etc). Beide partijen spendeerden jaarlijks $250 miljoen aan marketing en zullen door de fusie flink kunnen besparen op deze kostenpost. Na de samenvoeging hebben de twee merken hun dienstenpakket herverdeeld en gaan verder als een bedrijf ter waarde van $10 miljard.
Dat de fusies niet zullen stoppen in 2016 bleek met de aankondiging dat Mogujie en Meilishou (waarin ook Tencent investeerde) waarschijnlijk zullen fuseren. Beide merken runnen een e-commerceplatform voor damesmode dat gebruik maakt van Pinterest-achtige social selling elementen.
Verbazingwekkend vind ik persoonlijk dat de Chinese overheid niet of nauwelijks heeft ingegrepen bij deze ‘mergers’ waarbij in veel gevallen een nieuw bedrijf is ontstaan met een monopoliepositie. Op de lange termijn kan dat voor de consument natuurlijk niet voordelig zijn.