Tijdens de twee jaar die ik in Xi’an woonde waren twee universiteitsstudentes de belangrijkste personen in mijn leven. Ze waren de tolken die me hielpen te communiceren met de medewerkers van de non-profitorganisatie waar ik als marketing consultant vrijwilligerswerk deed. Met slechts een Chinese taaltraining van een week kwam ik na aankomst in Xi’an niet veel verder dan ‘hallo’, ‘hoe gaat het’ en ‘aangenaam kennis te maken’.

Aangezien er in de organisatie geen Engels werd gesproken waren mijn tolken mijn stem en oren. Ze hielpen mij met het vertalen van documenten en tijdens vergaderingen. Maar net zo belangrijk was hun hulp buiten het kantoor. In een wereld waar je de taal niet spreekt en niet eens kan lezen wat er op de menukaart staat hielpen zij me kennis te maken met lokale gewoonten en eten.

Ze zijn cruciaal geweest voor de liefde die ik voor (aspecten van) hun land heb ontwikkeld. Li & Ed SanderElke dag gingen we samen lunchen en hadden we zeeën van tijd om te praten over elkaars culturen. In twee artikelen vertel ik wat ik dankzij hen heb geleerd over de jeugd van China.

Mijn eerste tolk – laten we haar voor het gemak Li noemen – studeerde veiligheidstechniek. Ze vroeg me of ik mijn studierichting vroeger leuk vond. Verbaasd antwoordde ik dat in Nederland de meeste studenten hun studierichting leuk vinden omdat ze het gekozen hebben op basis van persoonlijke ambitie en interesse. Toen ik vroeg of ze haar studie leuk vond zei ze: ’Eigenlijk niet’. Haar vader had haar de studie aangeraden. Li zat in een klas met voornamelijk jongens en vertelde me dat het moeilijk zou zijn om na het afstuderen werk te vinden, omdat ze als vrouw in de techniek toch niet erg serieus zou worden genomen.

Gao Kao

Li liet me op een dag de campus van haar universiteit zien en terwijl we daar rondliepen vertelde ze me over de gao kao, het in 1977 ingevoerde Chinese toelatingsexamen voor de universiteiten. De gao kao is een van de belangrijkste momenten in het leven van een Chinees. Niet alleen wordt bepaald óf men een vervolgopleiding kan doen, maar ook in welke richting en aan welke universiteit.

Is de score die een student haalt te laag dan wordt hij niet toegelaten bij de betere universiteiten, of zelfs niet bij de slechtere. In drie dagen wordt zo je toekomst bepaald en het is niet ongewoon dat studenten met een lage score zelfmoord plegen, omdat ze het niet meer zien zitten. Ook de sociale druk en de schande die de familie wordt aangedaan bij het behalen een slechte score zijn hierbij factoren.

De score in de gao kao kan je carrière dus maken of breken. Vandaar dat Chinese tieners maar één prioriteit hebben: leren, leren en nog eens leren. De dagen die studenten op de middelbare school maken zijn absurd lang. Tien tot twaalf uur op school en dan thuis nog huiswerk maken. Het is niet verwonderlijk dat 85% van de middelbare scholieren problemen heeft met zijn ogen; bijna iedereen lijkt een bril te dragen.

Scholen leveren optionele bijlessen in de avonden en weekenden en vanwege de onderlinge competitie neemt vrijwel iedere student daaraan deel. Ook vakanties staan geheel in het teken van studeren. Zijn de studenten eenmaal toegelaten tot de universiteiten dan wordt het leven een stuk makkelijker. Ondanks dat ze met 3 of 5 anderen op een kamertje met stapelbedden en kleine bureaus leven voelt het als een enorme vrijheid, na de stress waar ze thuis onder hebben geleefd.

Omdat het budget voor tolken beperkt was maakten we gebruik van universiteitsstudenten die redelijk Engels spraken. Voor hen was de vergoeding van 1.500 RMB (€180) per maand een heel aardig zakcentje en leverde de baan waardevolle werkervaring op. Dat universiteitsstudenten het niet zo zwaar meer hebben blijkt wel uit het feit dat mijn beide tolken in hun derde jaar vrijwel fulltime voor me konden werken.

Ook in haar laatste jaar werd Li slechts sporadisch op willekeurige tijden door haar docenten opgeroepen voor een college. De slagingspercentages op Chinese universiteiten liggen enorm hoog, mede omdat de universiteiten afgerekend worden op het aantal afgestudeerde studenten. Het is dan ook niet zo gek dat universiteitsdiploma’s bij een herwaardering in Europa vaak een stuk minder waardevol blijken te zijn.

Geen hobby’s, geen vriendjes

Als ik terugdenk aan mijn eigen tienerjaren dan was het toch vooral een tijd van één of twee uurtjes huiswerk per dag en daarna buiten spelen met vriendjes. Een tijd van muziek ontdekken en mezelf verliezen in de verhalen van Tolkien. Ja, zelfs het bezoeken van mijn eerste popconcerten en eerste relatie. Niets van dat alles voor de doorsnee Chinese tiener.

Toen we een tweede tolk nodig hadden en ik de ingezonden CVs van de studenten bekeek verbaasde ik me er altijd over dat ze geen hobby’s hadden. Daar hadden ze natuurlijk ook helemaal geen tijd voor. Ik zal nooit vergeten hoe ik een kandidaat tijdens een selectiegesprek vroeg of ze echt geen hobby had. ‘Jawel,’ zei ze: ’lachen is mijn hobby!’

LiLi was 23 jaar toen ze mijn tolk werd en kwam me qua gedrag net als de meeste Chinese jongedames voor als iemand die zo’n 10 jaar jonger was. Vergeleken met meiden uit het Westen dan. Jurkjes met tule, Mickey Mouse T-shirts en op sommige dagen een bril zonder glazen, want het dragen van alleen een modieus montuur is in China heel gewoon.

Als ik haar plaagde zette ze een hoog kinderstemmetje op. De emotionele ontwikkeling bij jonge twintigers loopt sterk achter op die van Westerse tieners. Omdat ze hun hele middelbare schooltijd hebben gestudeerd hebben de meesten bijvoorbeeld nog nooit een vriendje of vriendinnetje gehad. Halverwege de universiteit vond ook Li haar eerste liefde.

Van Chinezen wordt verwacht dat ze kort na het afstuderen zullen trouwen en kinderen zullen krijgen. Vrouwen van ouder dan 27 worden door de maatschappij als ‘overblijfsels’ beschouwd. Ik vroeg me af of Li onder druk van haar familie ook uiteindelijk met haar eerste vriendje zou trouwen.

Ambtenarenexamen

Zo nu en dan was Li ook tolk bij meetings met overheidsambtenaren. Achteraf maakte ze er geen geheim van dat ze een enorme hekel had aan die mensen, hun arrogantie en de bureaucratie. Groot was mijn verbazing dan ook dat ze na haar afstuderen besloot mee te doen aan het ambtenarenexamen. Ze was een van de 1,1 miljoen kandidaten voor de gewilde 17.000 vacatures.

Zo’n baan wordt in China nog steeds beschouwd als zeer aantrekkelijk vanwege de relatief grote zekerheid die het geeft voor de toekomst. Ik schreef een referentiebrief voor haar, maar hoopte stiekem dat haar toekomst meer in petto zou hebben dan een leventje tussen de mensen waar ze zo’n hekel aan had. Voor ik dit artikel schreef nam ik nog eens contact met haar op om te kijken hoe het met haar ging.

Ze bleek onvoldoende te hebben gescoord voor het examen en was inmiddels teruggekeerd naar haar geboorteplaats in de provincie Zhejiang. Toen ik de pas afgestudeerde student veiligheidstechniek vroeg wat ze nu deed voor de kost zei ze dat ze les gaf aan de Zhejiang Ocean University in haar geboorteplaats. ‘Goh, les op een universiteit!’ zei ik verbaasd: ’In welk vak?’. ‘Veiligheidstechniek’, was het antwoord.