
Auteur Kishore Mahbuhani
In zijn laatste boek ‘Heeft China al gewonnen?’ wil Kishore Mahbubani ‘de dikke mist van onbegrip wegblazen die over de Chinees-Amerikaanse relatie is neergedaald’. De geopolitieke krachtmeting tussen Amerika en China dringt zich steeds meer op en de partijen onderschatten elkaar. Ze moeten zich meer in elkaar verdiepen, om te voorkomen dat die krachtmeting uit de hand loopt en desastreuze gevolgen zal hebben.
De wetenschapper en diplomaat uit Singapore – die ook in Amerika woonde en voorzitter van de VN Veiligheidsraad was – deelt een aantal interessante inzichten en hij werpt zich op als onbezoldigd adviseur, met een dubbele pet op. Hij heeft aanbevelingen voor zowel de Amerikanen als de Chinezen en hij schroomt niet om beide partijen een aantal ongemakkelijke feiten onder de neus te wrijven.
Wil Amerika een krachtmeting met China aan kunnen dan moet Washington eerst maar eens een goede China strategie ontwikkelen. Wil de Chinese president Xi Jinping – op zijn beurt – de Amerikanen het hoofd bieden? Dan moet hij de strategische voordelen die het land heeft niet onderschatten.
En nog een tip voor beide partijen: meer zelfreflectie kan geen kwaad. Mahbubani citeert in dit verband graag de Chinese filosoof Sun Tzu. ‘Wie zijn vijand kent en zichzelf, hoeft niet bang te zijn voor de afloop van honderd veldslagen… Maar als je noch je vijand kent noch jezelf, dan zal je in elk gevecht bezwijken.’
Angst voor het ‘gele gevaar’
In de eerste hoofdstukken spiegelt Mahbubani de landen aan elkaar en analyseert hij treffend hun zwaktes en kracht. Een van de kernvragen luidt: ‘Waarom is de Amerikaanse stemming over China zo venijnig geworden?’ Die stemming is niet rationeel, betoogt de schrijver, maar vooral een emotionele reactie op het angst voor het ‘oprukkende gele gevaar’. Dat gevaar bestaat echter niet want in tegenstelling tot de Sovjet Unie (vooral ten tijde van de Koude Oorlog) is China niet uit op het bedreigen of bevechten van de Amerikaanse ideologie of het omverwerpen van Amerika.
Wel heeft Beijing een kolossale fout gemaakt door geen rekening te houden met de sterke overtuiging van vooraanstaande Amerikanen, dat het Chinese economische beleid fundamenteel oneerlijk is geweest.
China blijft volgens Mahbubani ten onrechte hangen in de filosofische ‘Middenrijk Mentaliteit’: wel handel willen drijven met de hele wereld maar er cultureel buiten blijven. China zou juist moeten besluiten om in economisch opzicht de meest toegankelijke maatschappij voor de rest van de wereld te worden om zo de goodwill en het vertrouwen van de internationale zakenwereld te heroveren.
Mede door de verstoorde handelsrelatie kijken de Amerikanen met veel wantrouwen naar de Chinese Communistische Partij (CCP). Maar in China bestaat een andere realiteit. Mahbubani: ‘Als de Chinezen zelf reflecteren op de tumultueuze geschiedenis van hun land, moeten ze concluderen dat de laatste dertig jaar onder CCP bewind, de beste zijn geweest sinds 221 v.Ch.’ Volgens de schrijver is er op grote schaal gebruik gemaakt van het intellectuele potentieel van de Chinese bevolking. ‘Het Chinese politieke systeem is zo veerkrachtig omdat China een van de intelligentste regeringen ter wereld heeft. De CCP neemt namelijk alleen de best afgestudeerden van China aan.’
Verbijsterende bewondering
Het boek krijgt opeens een wending. De kritische blik en de plezierige onpartijdigheid ten aanzien van Amerika en China die Mahbubani uitstraalt in de eerste hoofdstukken, veranderen gaandeweg in een bewondering voor de Chinese aanpak die verbijsterend is.
‘China gedraagt zich op het wereldtoneel als een rationele, stabiele speler. Niet als een nijdige nationalistische speler die de regionale en internationale orde verstoort’, stelt Mahbubani, ‘Als grote mogendheid heeft China ook een grote strategische terughoudendheid aan de dag gelegd bij de aanpak van de protesten in Hong Kong.’
Pardon? De protesten in Hong Kong tegen een omstreden uitleveringswet – ‘criminelen’ uit Hong Kong zouden ook in China veroordeeld kunnen worden waar rechtbanken partijdig zijn en de rechtsregels onduidelijk – zijn weliswaar niet bloedig neergeslagen door Beijing. Maar met de gedwongen invoering van de Nationale Veiligheidswet in Hong Kong op 1 juli van dit jaar, heeft de CCP alle macht naar zich toegetrokken in de semi-autonome stadsstaat. Niemand is meer veilig voor de lange arm van Beijing. Pro democratische parlementariërs zijn uit het parlement gezet, vrije verkiezingen zijn opgeschort en studentenleiders en andere critici worden monddood gemaakt en riskeren gevangenisstraffen. Mahbubani heeft onlangs een extra hoofdstuk aan de Nederlandse uitgave van zijn boek toegevoegd in verband met de actualiteit en de Covid-19 pandemie. Daarin had hij ook de kwestie Hong Kong opnieuw kunnen bespreken.
Xinjiang vergelijken met Irak en Afghanistan
Een andere dubieuze uitspraak van Mahbubani betreft de situatie in de Chinese provincie Xinjiang. Honderdduizenden tot een miljoen Oeigoeren zijn daar opgesloten in interneringskampen in ‘de strijd tegen moslim-extremisme’. China spreekt zelf over ‘heropvoedingskampen’.
Amerika heeft felle kritiek geuit op deze mensenrechtenschending en sancties aangekondigd tegen Chinese bestuurders die in de provincie de scepter zwaaien. Maar Amerikanen hebben niet het recht om China te bekritiseren over de slechte behandeling van moslims, aldus de schrijver. Want de Amerikaanse regering heeft na de aanslag van 11 september 2001 duizenden onschuldige moslims vermoord middels bombardementen in Irak en Afghanistan. Ook heeft het land vermeende terroristen gemarteld en talloze verdachte vijandige strijders gedood met drones. ‘Martelen en moord zijn grotere mensenrechtenschending dan opsluiting’.
Mahbubani ziet hier over het hoofd dat Amerika niet alleen maar in een coalitie vocht in Irak en Afghanistan. En hij gaat er aan voorbij dat islamitische terroristen zowel in Irak en Afghanistan als in het Westen, met hun bomaanslagen en zelfmoordaanslagen ook tienduizenden burgers hebben gedood of verminkt en dat nog steeds doen.
In China zijn een aantal jaren geleden twee aanslagen geweest van ‘extremisten’. Die wilden echter niet hun geloofsovertuiging opdringen maar kwamen vooral in verzet tegen de bestuurlijke en economische dominantie van- en discriminatie door Han Chinezen in de provincie Xinjiang. De aanslagen, die aan zo’n tachtig mensen het leven hebben gekost, worden door Beijing nog steeds als excuus gebruikt om Oiegoeren massaal – zonder enige vorm van bewijs – als potentiële terrorist te bestempelen en op te sluiten, te hersenspoelen, in te zetten als dwangarbeiders en soms ook te martelen. Waarom meent Mahbubani wel de Amerikanen de les te moeten lezen over hun ‘hypocriete houding’ ten aanzien van moslims maar bekritiseert hij Beijing niet over het drama dat zich in Xinjiang afspeelt? En om terug te komen op zijn uitspraak dat martelen en moord grotere mensenrechtenschending zijn dan opsluiting, hoe zou Mahbubani het verplicht aborteren en steriliseren van Oeigoer-vrouwen in detentie willen noemen?
Onafhankelijk denker?
Tenslotte wil ik nog ingaan op Mahbubani’s lofzang op de Chinese regering: ‘De leden van de Chinese communistische partij nu, leveren het beste bestuur dat China in zijn hele geschiedenis ooit heeft gekend. . . het voorkomen van chaos en turbulentie zijn de belangrijkste doelen van de regering.’ Binnen de Chinese regering heeft vooral één persoon het voor het zeggen: president Xi Jinping die in toenemende mate een autoritair bewind voert en de wetten zo heeft veranderd dat hij voor onbepaalde tijd kan regeren. Er is geen maatschappelijke onrust in China omdat iedere vorm van kritiek in de kiem wordt gesmoord. Politici of wetenschappers die kritiek op Xi’s beleid uiten kunnen het veld ruimen of worden opgesloten, op grond van valse beschuldigingen over corruptie of ‘het bezoeken van een prostituée’.
Burgers die kritiek uiten op het beleid in China via social media – of alarmerende berichten verspreiden, zoals de arts Li deed aan het begin van de Covid-19 epidemie in Wuhan – worden al snel beschuldigd van ‘opruiing’ en lopen een groot risico te worden opgepakt. Waarom hoor ik Mahbubani daar niet over? Bovendien vergeet hij te vermelden wat de aller belangrijkste doelstelling is van de CCP: het behoud van zijn macht. Het voorkomen van chaos en turbulentie in het land zijn vooral middelen om dit doel te bereiken.
Volgens Mahbubani zijn de meeste Chinezen gelukkig met de gang van zaken en accepteert de Chinese bevolking ‘vrijwillig en welwillend’ de regels en normen van de hervormde maatschappij onder het bewind van Xi. De realiteit is dat de Chinezen geen keuze hebben; het is meebuigen of barsten.
Op deze manier slaagt Mahbubani er niet in de dikke mist van onbegrip weg te blazen die over de Chinees-Amerikaanse relatie is neergedaald. Hij wekt eerder de indruk een professor te zijn met een vertroebeld beeld over de grootsheid en goede bedoelingen van China en de Grote Leider Xi. Bij mij komt zelfs de vraag op: zou ook een ‘onafhankelijk denker’ als Mahbubani op zijn hoede zijn voor de lange arm van Beijing?
Heeft China al gewonnen?, Kishore Mahbubani, Uitgeverij Nieuw Amsterdam oktober 2020, paperback€ 24,99, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN: 9789046827161.
Het verschil tussen de analyses van Kishore Mahbubani en Joan Veldkamp is zoals het verschil tussen feiten en geruchten.
Ik heb voorkeur voor feiten.