“Van de vroeg 16e tot laat 17e eeuw vielen Europese kolonisten onophoudelijk onze grenzen binnen. Ons leger en onze burgers vochten dapper tegen de buitenlandse agressie en verdedigden het moederland. In handen van welke koloniale macht viel ons ‘dierbare eiland van het moederland’ (zǔguó Bǎodǎo) Taiwan? En hoe heeft Koxinga Taiwan heroverd? […] Wil je de antwoorden op deze vragen weten? De volgende pagina’s vertellen dit deel van de geschiedenis” (onderbouw Chinese geschiedenis, 1991, boek 3, p. 8).
Tsja, hoe zit dat eigenlijk? Ik denk dat de gemiddelde Nederlander het je niet zou kunnen vertellen. In mijn vorig blog vertelde ik hoe de Chinezen onze fascinatie voor de ‘VOC-mentaliteit’ lijken te delen in hun geschiedenisboeken. Die positieve benadering slaat daarna echter in rap tempo om. Maar ja, dan moet je maar niet het ‘dierbare eiland van het moederland’ koloniseren. Dan vraag je er eigenlijk wel een beetje om.
In dit blog ga ik in op de in ons eigen land relatief onbekende kolonisatie van Formosa, ofwel Taiwan, door de Nederlanders van 1624 tot 1661. Het is een fascinerend en spannend verhaal, met in de hoofdrol de Chinese piraat Koxinga. Maar ondanks dat het haast als een page turner wegleest, is het voor de Chinezen uiteraard een erg gevoelig onderwerp met grote gevolgen voor de nationale identiteit.
Het verhaal komt dan ook vrijwel in alle jaargangen voor, maar er is een duidelijke piek te zien in de aandacht voor Koxinga’s strijd tegen de Nederlanders. Als we alleen kijken naar onderbouw boeken voor Chinese geschiedenis (wat ook de meest constante reeks is), dan is dit een overzicht van het aantal Chinese karakters dat gebruikt wordt om het verhaal te vertellen. (In 1955 gaat de helft van het verhaal van Koxinga meer over zijn strijd tegen de Qing-dynastie, dus dat is in een lichtere kleur weergegeven).
De piek in de jaren 1992 en 2001 is niet toevallig, en valt samen met een periode van hernieuwd nationalisme in China. Het valt ook samen met de Patriotic Education Campaign die er onder andere voor moest zorgen dat het onderwijs de nationale gevoelens van de Chinezen zou versterken. In het algemeen wordt dit gezien als een cruciale periode in de ideologische omslag van die China doormaakte na de hervormingen van Deng Xiaoping. Na het wegvallen van Marxisme-Maoïsme als historische drijfveer moest een nieuwe legitimatie voor het regeren van de Communistische partij gevonden worden, en nationale gevoelens spelen/speelden hier een hoofdrol in.
Leugens en bedrog
Tijd om het verhaal zelf in te duiken, te beginnen met het binnenvallen van Nederlandse kolonisten in Taiwan. Hoewel zelfs in de piek van 1992-2001 er niet veel aandacht voor het begin van de koloniale periode is, beginnen de boeken van 2003 met een interessant verhaal:
“In 1624 arriveerde een groep Nederlandse kolonisten per boot aan de westkust van Taiwan en probeerde aan te meren, maar ze werden tegengehouden door de lokale bewoners. Met zilver in hun handen smeekten ze: ‘onze boot is lek, alstublieft verhuur aan ons een stuk land ter grootte van een koeienhuid om op bij te komen. Zodra de boot gerepareerd is zullen we weer vertrekken’. De vriendelijke bewoners stemden in met het plan. De Nederlanders gebruikten een schaar om de koeienhuid in smalle repen te knippen en omcirkelden zo een groot stuk land. Op dit land bouwden ze een kasteel en installeerden kanonnen. Nadien koloniseerden de Nederlanders geleidelijk heel Taiwan” (onderbouw Chinese geschiedenis, 2003, boek 2, p. 94).
Ze bouwden twee forten: Fort Zeelandia en Fort Provintia, beide te vinden in het huidige Tainan.

Fort Zeelandia
Brute plunderingen en moord
De koloniale periode zelf wordt verteld in al haar gruwelijkheden:
“De Nederlandse kolonisten voerden brute plunderingen en moord uit op de bevolking van Taiwan. De agressor bepaalde dat iedereen vanaf de leeftijd van zeven jaar een hoofdelijke belasting moest betalen. De indringers plukten ook elk jaar grote hoeveelheden suiker, thee, hertenhuiden, veren, kamfer, zwavel en andere producten weg. Per jaar onttrok de VOC bijna 200.000 hertenhuiden uit Taiwan. De Nederlandse kolonisten openden scholen in Taichung, stichtten kerken en dwongen de Taiwanezen om Nederlands te leren. […] Ook werden Taiwanezen wreed als slaven in Java verkocht.
De heerschappij van de Nederlandse indringers heeft geleid tot een sterk verzet van de bevolking van Taiwan. Halverwege de 17e eeuw was er een volksopstand onder leiding van Guo Huaiyi. De opstandelingen versloegen het Nederlandse leger. De Nederlandse indringers waren erg bang en haastig mobiliseerden ze alle troepen om de opstand te onderdrukken. Vierduizend Moedige strijders werden gedood en Guo Huaiyi zelf werd gevijvendeeld (door vijf paarden uit elkaar getrokken bij de ledematen en het hoofd). Daarna slachtten de Nederlandse agressors duizenden mannen, vrouwen en kinderen en pleegden ze andere gruwelijke misdaden” (onderbouw Chinese geschiedenis, 1992, boek 3, pp. 8-9).
Koxinga
We hebben het hier over de 17e eeuw, waarin de Manchus Beijing veroverden en de macht overnamen van de Ming-dynastie. Ze stichtten de Qing-dynastie, die uiteindelijk China’s laatste dynastie zou zijn. Dit was echter allesbehalve een soepel proces: in het zuiden waren er verschillende opstanden en bleven lange tijd nazaten van de Ming-keizer hun recht op de troon claimen. Een van de gebieden die nog onder invloed van de Zuidelijke Ming waren was de provincie Fujian aan de Chinese zuidoostkust, waar de Ming-keizer Longwu zijn hof vestigde. Hij werd gesteund door Zheng Zhilin en zijn familie. Maar toen de Qing dichterbij kwamen en hem macht beloofden in het geval hij bij hen aan zou sluiten ging hij overstag. Zijn zoon, Zheng Chenggong, bleek koppiger en bleef zijn strijd tegen de Qing voortzetten.
Zheng Chenggong was in 1661 geboren in Japan van een Japanse moeder. Een detail dat gunstigerwijs in de Chinese geschiedenisboeken nergens voorkomt; in sommige boeken wordt zelfs onterecht geclaimd dat hij in Fujian geboren is. Zijn talenten bleven niet onopgemerkt en de Longwu keizer gaf hem het recht de keizerlijke achternaam te voeren, waardoor hij bekend kwam te staan als Guóxìngyé, wat ‘keizerlijke achternaam’ betekent. In het lokale dialect klonk dat ongeveer als Koxinga, zoals hij in Nederland bekend kwam te staan. Dat hij soms ook bekend staat als ‘piraat’ is dus afhankelijk van het perspectief van waaruit je het verhaal vertelt en of je hem ziet als legitieme vertegenwoordiger van een heersende Chinese dynastie of niet.
Na zijn vaders verraad vertrok Koxinga met een deel van de vloot naar Taiwan, “zwerend de Qing te verslaan” (1992, p. 9). De rest van het verhaal laat ik aan de Chinese geschiedenisboeken uit 1992 over.
Aanval vanuit de herten-oor-poort
“De vloot van Koxinga werd op de Penghu-eilanden verrast door een orkaan, waar ze een paar dagen moesten wachten. Maar toen enkele dagen later de storm nog steeds niet was gaan liggen besloot hij vastberaden door te gaan. Resoluut leidde hij zijn vloot door de ruwe golven van het noodweer. De vloot arriveerde bij Lù’ěrmén (de hertenoorpoort), waar de haven smal was, het rif dichtgeslibd, en het water ondiep, waardoor er geen grote schepen doorheen konden. De Nederlandse kolonisten waren niet aanwezig in dit gebied. Toen het hoogtij werd kon Koxinga’s vloot vlug en soepel Fort Zeelandia omsingelen zonder dat de vijand dat doorhad. Het leek alsof Koxinga’s leger uit de hemel was komen vallen en de Nederlanders waren zeer gealarmeerd” (p. 9).
“De leider van het Nederlandse koloniale leger, Coyett, stuurde boodschappers naar Koxinga. Hij liet weten bereid te zijn elk jaar tribuut te brengen, in de hoop op Taiwan te kunnen blijven. Maar Koxinga antwoordde terecht: ‘Taiwan is Chinees grondgebied. Ons leger komt hier slechts om terug te keren op haar eigen grondgebied, niet om oorlog met jullie te voeren. Jullie moeten het eiland onmiddellijk verlaten en Taiwan laten terugkeren aan haar eigenaar.’ Het Nederlandse leger in Fort Provintia werd tweemaal aangevallen en was uiteindelijk genoodzaakt zich over te geven en te vertrekken” (1992, pp. 9-10)
In 2003 worden Koxinga’s woorden nog iets meer kracht bijgezet, en wordt de volgende, iets agressievere variant gebruikt (inclusief uitroepteken):
“Taiwan is altijd van China geweest en als je doorgaat met bezetten, zullen we je resoluut aanvallen en verdrijven!”
Behalve het blootleggen van de verschrikkingen van kolonialisme in het algemeen, is een ander belangrijk doel van het verhaal van Koxinga uiteraard het claimen van Taiwan als ‘altijd tot China behorende hebbende’. Geen wonder dat hier telkens op ingegaan wordt in de boeken. In 2001 gaan ze echter een stapje verder en staat er een fascinerend ‘activiteitenvoorstel’ in:
“Koxinga wees het voorstel van de Nederlandse ambassadeur af om tribuut te brengen en in Taiwan te mogen blijven. Speel deze historische gebeurtenis kort na in de klas” (2001, boek 3, p.11).
Ik zou er redelijk wat voor over hebben om terug de tijd in te reizen om te kijken hoe Chinese kinderen de laffe Nederlanders imiteerden.
Taiwan keert terug in de omhelzing van het moederland
De strijd was nog lang niet gestreden, want de Nederlanders in Fort Zeelandia hielden het een stuk langer uit dan hun landgenoten in Fort Provintia:
“Het Nederlandse leger in Fort Zeelandia bleef weerstand bieden en wachtte op versterking. Een paar maanden later werd een vloot van twaalf schepen gestuurd om hen te ondersteunen. De Nederlanders in Fort Zeelandia lanceerden een offensief om Koxinga te verslaan. Als reactie bracht Koxinga’s leger hen een grote nederlaag toe: een schip werd vernietigd, een ander in brand gezet, weer twee anderen werden ingenomen en de rest vluchtte. Het Nederlandse leger trok zich terug in Fort Zeelandia als een schildpad in zijn schulp en heeft nooit meer gedurfd naar buiten te komen” (1992, p. 10).

Koxinga herovert Taiwan
Het valt op hoe vaak er verwijzingen zijn naar ‘bange Nederlanders’. De Chinezen worden neergezet als moedig en heldhaftig, maar de Nederlanders zijn steeds ‘gealarmeerd’ van de tactieken en het doorzettingsvermogen van de Chinezen. De vergelijking met het terugtrekken als de kop van een schildpad in zijn schulp (Guīsuō) is daarbij tekenend. Zouden ze die, verwikkeld in hun spel, ook nagespeeld hebben in de klas?

Koxinga’s aanval op Fort Zeelandia, basisschool geschiedenis, 1991, boek 1, p. 135
“Na hevige gevechten versloeg Koxinga de Nederlandse kolonisten die 38 jaar lang in Taiwan waren verankerd. Aan het begin van het tweede jaar van het gevecht moesten de Nederlandse kolonisten zich overgeven en keerde Taiwan terug in de omhelzing van het moederland. Koxinga is een beroemde nationale held in de geschiedenis van China” (p. 10)

Koxinga accepteert de overgave van de Nederlanders
De consolidatie en ontwikkeling van een verenigd multi-etnisch land
Zoals ik in het begin van dit blog al aangaf, neemt langzaamaan de aandacht in Chinese geschiedenisboeken voor het verhaal van Koxinga af. Een vermindering van nationale trots in de boeken is daarvoor waarschijnlijk niet de beste verklaring, maar in plaats daarvan een andere kijk op etnische minderheden in het land. Het verhaal van Koxinga laat namelijk behalve nationale trots, moed en verzet ook de verdeeldheid tussen de Manchus en de Han zien in de vorm van Koxinga’s strijd tegen de Qing-dynastie. Ook is er wel degelijk een verschuiving te zien in de boeken waarin gebeurtenissen die de agressieve kant van China benadrukken een steeds kleinere rol gaan spelen.
In 2017 is er nog maar weinig over van het heldenverhaal, en wordt het genoemd in een paar paragrafen van een hoofdstuk genaamd ‘De consolidatie en ontwikkeling van een verenigd multi-etnisch land’. Zelfs Koxinga zelf ziet er dan ineens een stuk sympathieker uit:

Koxinga
Maar we zijn er nog niet met de koloniale wandaden van de Nederlanders. Volgende keer ga ik er nog een blog mee volschrijven: over Nieuw-Amsterdam, de slavenhandel op Goeree Eiland en de (de-)kolonisatie van Indonesië.
Meer over Sanne’s onderzoek weten? Kijk op haar website of volg haar op instagram/twitter voor een foto van de dag (@chineseideology).
Sanne spreekt op 12 december tijdens het Guanxi China Café over “De historische oorsprong van de Chinese ondernemingszin”. Tijdens dit evenement vertelt ze over haar onderzoek, waarin zij sleutelwoorden in Chinese geschiedenisboeken met elkaar vergelijkt, met accent op handel en business. Klik hier om je te registeren voor deze bijeenkomst.
Dit is het derde deel in een korte serie blogs over hoe Nederland in Chinese geschiedenisboeken wordt behandeld. Lees ook deel 1 en deel 2.
Correctie:
1 . “Hij werd gesteund door Zheng Zhilin en zijn familie. …”
De naam van Zheng Chenggon’s vader is Zheng Zhilong, geen Zheng Zhilin
2. Zheng Chenggong was in 1661 geboren in Japan van een Japanse moeder. Een detail dat gunstigerwijs in de Chinese geschiedenisboeken nergens voorkomt
Wij weten zijn moeder is Japanse, zie weblink: https://baike.baidu.com/tashuo/browse/content?id=f97c8e2647bda202f4c2c266&lemmaId=142&lemmaId=142&fr=qingtian
3. Wij noemen “Nederlandse kolonisten” = Helan Haidao (Hollandse piraten” ). In die VOC tijd China (Ming Dynasty) heeft last van twee goepen piraat: een grope is Nederlanse piraten (Hong Mao Gui = Rode Haar Devil) en andere is Japanse piraten (Wo Kou = https://nl.wikipedia.org/wiki/Wako_(piraten)