Het is de ultieme droom van veel studenten Chinees: niet urenlang zitten zwoegen boven Chinese karakters, of eindeloos door je flashcard desk gaan tot je alle woorden kent die je hebt opgeslagen, maar gewoon Chinees leren in het echte leven. Tijdens het werk bijvoorbeeld. Er is inderdaad het idee dat het Chinees waar je voordien moeizaam op studeerde, ineens naar ongekende hoogten zou gaan vanaf het moment dat je ook echt Chinees begint te gebruiken voor je werk. “Je Chinees zal wel perfect zijn” hoorde ik vaak van familie en vrienden toen ik Chinees begon te gebruiken op mijn werk.

Mijn eigen ervaring was echter anders. Ik merkte dat het best wel uitdagend kon zijn om Chinees bij te leren terwijl ik in het Chinees werkte. Werk stelde eisen die niets met taal te maken had: rapporten moesten af, service moest worden geleverd, collega’s en contacten geïnformeerd, overtuigd, of gebriefd, en dat binnen een bepaalde tijd. Veel tijd was er niet om het Chinees dat me rond de oren vloog in me op te nemen, ook al werkte ik met native speakers. Onbewust viel ik dan terug op het Chinees dat ik kende, eerder dan echt mijn taalkennis te verbeteren.

De vraag dringt zich dan ook op: kan je Chinees al werkende leren? En hoe doe je dat?

Van babychinees naar professioneel Chinees

Het lijkt ambigu maar is heel erg waar: de beste manier om je Chinees substantieel te verbeteren, is om eerst ervoor te zorgen dat je al een behoorlijk taalniveau hebt voordat je begint te werken. De reden daarvoor is simpel.  Als je als nieuwkomer in een Chinese werkomgeving niet snel en vlot genoeg reageert, haken klanten en collega’s gewoon af. Tijd om iets op te zoeken of je in te werken is er zelden op je werk. Om een bijdrage te kunnen doen op de werkvloer – en te vermijden dat conversaties gewoon over je hoofd verder gaan -, moet je dus gewoon een bepaald repertoire Chinees klaar hebben voor gebruik.

Hoe goed moet je Chinees dan zijn om te kunnen werken in het Chinees? Dat is moeilijk om exact te bepalen, maar meestal moet je toch minstens:

  • Een luistervaardigheid hebben die je toelaat om gedetailleerd te kunnen volgen wat er bijvoorbeeld in een meeting gezegd wordt en daarop ook te kunnen reageren. Het belang van luistervaardigheid wordt vaak onderschat, maar het is met stip de eerste vaardigheid die je aanwendt op de werkvloer. Kunnen horen wat er tussen de regels gezegd wordt, is dan weer een heel andere vaardigheid die heel belangrijk is, maar die je kan leren on the job (zie verder).
  • Een taalniveau hebben dat vlotte interactie toelaat met collega’s en klanten. Dit hangt af van het soort werk en omstandigheden, maar je voelt het meestal vrij snel aan of je taalsgewijs op je gemak bent als je in het Chinees praat, en anderen ook als ze met jou praten.
  • Je vakgebied in het Chinees beheersen: een gedetailleerde uitleg kunnen geven over je vakgebied, of een presentatie kunnen geven over een professioneel onderwerp. Dit houdt in dat je je snel kan inwerken in gespecialiseerd jargon, en het kan gebruiken op je werk.

One-way ticket naar vloeiend Chinees?

Als je eenmaal in het Chinees aan de slag bent, kan het knap lastig zijn om je taalkennis ook echt op een hoger niveau te krijgen. De eerste valkuil is terug te vallen op wat je al weet, eerder dan jezelf te verbeteren. De dynamiek daarachter is simpel: op je werk, waar vanzelfsprekend veel belang wordt gehecht aan efficiëntie, heb je vaak niet veel tijd om te reageren. Automatisch grijp je dan terug naar het Chinees dat direct ter beschikking is in je hoofd, eerder dan nieuwe termen te gebruiken.

Bovendien loert er op je werk altijd het gevaar van taalverenging: doordat er in een bepaalde sector, in een bepaald domein, een soort van terminologie is die steeds opnieuw wordt gebruikt, neig je eerder dat te gebruiken in plaats van je in de onbekende wateren van nieuwe woordenschat te begeven, en je kennis te verbreden. Ook hier is het risico dat je eerder op een bepaald taalniveau blijft steken, dan je taalkennis substantieel te verbeteren.

Leren op de werkvloer

Is het dan onmogelijk om je Chinees al werkende te verbeteren? Helemaal niet. Werken in het Chinees voorziet dagelijks vele, vele mogelijkheden om bij te leren. Als je alert bent, is het de plaats bij uitstek om Chinees in de praktijk bij te leren, precies omdat je moet meedraaien in een groter geheel. Voorbeelden van wat je kunt leren op je werk zijn:

Praktijkchinees: Samentrekkingen, uitdrukkingen, kantoortaal, economisch jargon: er zijn veel vormen van Chinees die je alleen kan leren in de praktijk. Het gaat dan niet alleen om nieuwe woorden te leren, maar ook om de vaardigheid om bijvoorbeeld samentrekkingen vlot te kunnen verstaan, uitdrukkingen te decoderen enzovoort.

Het juiste woord: werken in het Chinees brengt in snel tempo nuancering in het vocabulaire dat je kent. Als student kreeg je soms synoniemen te leren waarvan je dacht: waarom leer ik nu tweemaal hetzelfde? Op kantoor leer je snel welke van deze schijnbaar dezelfde woorden je best wel gebruikt en welke niet, en in welke context. Welke woorden bijvoorbeeld eerder in formele brieven gebruikt worden en welke in informele taal. Het belang van de juiste toon aanslaan moet niet onderschat worden: het kan een groot verschil maken op vlak van welwillendheid. Niet onbelangrijk dus als je samenwerkt of iets gedaan wil krijgen.

Tussen de regels lezen: een heel belangrijke, en heel moeilijke vaardigheid: verstaan wat er echt gezegd wordt. Omdat in het Chinees vaak tussen de regels gecommuniceerd wordt, is dit onvermijdelijk een behendigheid die je zoveel mogelijk onder de knie moet krijgen. Niet alleen tussen de regels lezen trouwens, maar zelf ook tussen de regels iets kunnen overbrengen.

Taalefficiëntie: De combinatie van werken in het Chinees en Chinees bijleren kan soms lastig zijn, maar Chinees gebruiken voor je werk leert je wel iets oneindig belangrijk: het leert je te focussen op hoe Chinees efficiënt te gebruiken, op welke manieren je het beste kan inzetten wat je wel weet in het Chinees.

Dit is deel 2 in een blogserie over Chinees gebruiken op de werkvloer. Lees hier het eerste blog.