Teleurstelling over verminderde groei

Sinds de economische hervormingen vanaf de late jaren 90 van de vorige eeuw en de toetreding van China tot de WTO, heeft het land indrukwekkende groeicijfers laten zien. De wereldwijde financiële crisis van 2008-2009 onderbrak dit patroon. Sindsdien groeit China nog steeds meer dan veel andere landen, echter niet meer boven 10% maar rond 7%. Deze verminderde groei is een probleem voor de wereldeconomie, waarin China inmiddels een grote speler is geworden. Inzicht in de oorzaken van het afvlakken van de groei is daarom ook voor ons in het Westen van belang.

Dat is het uitgangspunt van Nicholas Lardy, een gerenommeerd Amerikaans onderzoeker van de Chinese economie, die in eerdere boeken heeft laten zien hoe de markt en privaat ondernemerschap de indrukwekkende groei mogelijk hebben gemaakt, met name in zijn boek ‘Markets over Mao’ (Lardy, 2014). Zijn nieuwe boek van 2018 bevat de teleurstelling van de econoom over wat er na de crisis van 2008-2009 gebeurd is, en vooral over het in zijn ogen ineffectieve beleid van Xi Jinping.

Ongebruikt potentieel

De voornaamste stelling van Lardy is dat er in China een groot ongebruikt economisch potentieel bestaat, dat gerealiseerd kan worden door verstandig beleid. Aan de hand van een indrukwekkende hoeveelheid gegevens en analyses verwerpt de auteur eerst een aantal gangbare verklaringen voor het achterblijven van de groei, om vervolgens zijn eigen perspectief te onderbouwen. Eén van de gangbare verklaringen is dat China als ontwikkelingsland de ruimte had om hard te groeien, maar dat het land inmiddels op een hoger niveau van ontwikkeling een natuurlijke vertraging in zijn groei meemaakt. Deze verklaring snijdt geen hout, aldus Lardy, omdat het ontwikkelingsniveau van China nog steeds ver afstaat van die van ontwikkelde economieën. Er is dus genoeg ruimte.

Auteur Nicholas Lardy

De auteur behandelt nog een aantal verklaringen die vaak gebruikt worden als ‘excuus’ voor het afvlakken van de groei in de afgelopen jaren, en onderzoekt wat die betekenen voor het groeipotentieel na 2016 (het jaar tot waar zijn data zijn verzameld). Hij komt tot de conclusie dat er één factor heel bepalend is voor het nu ongebruikte economisch potentieel: de dalende winstgevendheid van de staatsbedrijven, en de invloed daarvan op de economie als geheel.

Diverse verklaringen voor de dalende winstgevendheid van deze staatsbedrijven komen aan de orde en de meeste daarvan worden verworpen. Zo biedt de aard van de diensten of producten van staatsbedrijven geen afdoende verklaring voor hun hoge schulden en lage opbrengsten. Ook de sociale verantwoordelijkheid van staatsbedrijven of dat zij goedkoper kunnen lenen, biedt geen afdoende verklaring.

De echte verklaring, aldus Lardy, is dat zij onvoldoende gericht zijn op het maximaliseren van de winst en dat houdt verband met corruptie, het ondoelmatig functioneren van financiële instituties (bijv. banken op het lokale niveau) en verstrengeling van belangen tussen bedrijven, instituties en Partij. De auteur laat een heel aantal mechanismen zien waardoor perverse prikkels bestaan om niet winst maar groei van middelen na te streven. Speciale aandacht geeft hij aan de ‘zombie-ondernemingen’, die kunstmatig in leven worden gehouden door lokale ondernemingen en banken.

Verbetering is mogelijk ondanks barrières

Al met al betekent dit gebrek aan goede governance dat de groei van China er een paar procent bij inschiet. Maar de potentie bestaat nog steeds en de regering van Xi Jinping zou maatregelen moeten nemen om het potentieel te benutten, zo is de gedachtegang van het boek. Maar het is niet eenvoudig wat hij dan moet doen: de markt herstellen en zorgen dat ook overheidsbedrijven zich aan de tucht van de markt onderwerpen. Maar de visie van de Chinese leiders dat de staatsbedrijven essentieel zijn voor het handhaven van de macht van de Partij, maakt ingrijpen moeilijk.

Ook speelt de doorlopende – maar volgens Lardy onterechte – angst voor sociale instabiliteit mee in het beschermen van inefficiënte staatsbedrijven. Toch sluit het boek optimistisch af. Is het immers niet een voorwaarde voor wat Xi Jinping wil, het verhogen van de welvaart van de Chinezen, om de groei te herstellen? Past het niet bij zijn openlijke steun voor globalisering?

Detail, diepgang maar beperkt perspectief

Dit boek biedt in een bescheiden aantal pagina’s (129 exclusief appendices en literatuurverwijzingen) een schat aan gegevens en analyses voor ieder die inzicht wil hebben in de ontwikkeling van de Chinese economie en vooral in het (des-)functioneren van markten. Het is leesbaar geschreven maar lijkt toch primair op vakeconomen gericht; van de niet-gespecialiseerde lezer wordt dus nogal wat gevraagd. De scherpe focus op de analyse van markten levert diepgang en detail.

Dat is meteen de beperking van dit boek. De zin van de analyse valt of staat met de vooronderstelling dat we China moeten begrijpen in termen van de neoliberale markteconomie, zoals die zich onder leiding van het Westen heeft ontwikkeld, ondersteund door instituties zoals de Wereldbank, de WTO en het IMF. Maar wat als neosocialistisch China inmiddels een ander spel speelt, zoals Pieke suggereert?

In een recente column suggereert Jörg Wuttke (ondernemer, jarenlang betrokken bij de European Chamber of Commerce in Beijing) dat China een vorm van Amerikaans voetbal speelt op de wereldmarkt, terwijl wij in het westen doorgaan met onze vorm van voetbal. Als dat zo is, dan zullen de adviezen van Lardy bij de Chinese machtshebbers weinig weerklank vinden. Zij zullen dan overkomen als betutteling: ‘Houd je aan onze economische principes, anders gaat het niet goed met China.’ Maar het is zeker niet uit te sluiten dat Chinese machthebbers suggesties zullen overnemen als die in hun spel te pas komen.

Het nogal beperkende perspectief op de efficiency van markten leidt er ook toe dat thema’s die daar niet goed in passen, onderbelicht blijven. Ik heb in het register het woord ‘innovatie‘ bijvoorbeeld niet kunnen vinden en evenmin zie ik daar ‘milieu‘. Er zijn goede argumenten dat een sterke betrokkenheid van de staat juist bij deze thema’s van groot belang is, zelfs in zogenaamde ‘markteconomieën’, zoals het werk van Mariana Mazzucato laat zien (Mazzucato, 2015).

Met deze kanttekeningen vind ik dit boek een aanrader voor wie in het functioneren van de Chinese economie geïnteresseerd is en energie heeft om deze compacte vakliteratuur te lezen.

The state strikes back – the end of economic reform in China, Nicholas Lardy, Columbia University Press januari 2019,  Engelstalig, e-book €16,99, paperback €18.99, ISBN 9780881327373.

 

Verwijzingen

Lardy, Nicholas R. (2014), Markets over Mao: the rise of private business in China. Washington D.C.: Peterson Institute of International Economics.

Lardy, Nicolas R. (2018), The state strikes back: the end of economic reform in China? Washington D.C.: Peterson Institute of International Economics.

Mazzucato, Mariana (2015), The entrepreneurial state: debunking public private sector myths. New York: Anthem Press