“The struggle of all the people in the world against American imperialism will be victorious!”
1965 | Bron: Chineseposters.net

Deng Xiaoping is de geschiedenisboeken ingegaan als de man die China openstelde voor de rest van de wereld. Over zijn voorganger Mao Zedong is vooral bekend dat hij China van de buitenwereld afschermde. Met buitenlanders die tijdens de Culturele Revolutie in China verbleven, liep het doorgaans niet heel goed af, en de meeste landen hervatten de diplomatieke banden met China pas eind jaren 70, onder Deng.

In Maoism: a Global History ontkracht Julia Lovell dit beeld. Tijdens de hoogtijdagen van de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie, toen tientallen miljoenen aan ondervoeding stierven en Rode Gardisten het Chinese dagelijks leven ontregelden, gaf de CCP honderden miljoenen dollars uit aan het schenken van wapens en het trainen van guerrilla’s in landen die een toekomst zagen in communisme met Chinese karakteristieken. Het moment leek juist; voormalig Europese koloniën verworven zelfstandigheid, en voor de westerse wereld leek Beijing een fris alternatief voor Washington en Moskou.

“People’s leaders of all countries”.
Portrait gallery of Communist leaders from all over the world.
Ca. 1951 | Bron: Chineseposters.net

Zorgvuldige internationale propaganda

Lovell begint haar verhaal met een beeldende beschrijving van Edgar Snow, die in 1936 terugkeert naar Beijing na maanden veldonderzoek gedaan te hebben bij de communistische guerilla’s in Noordwest-China. De interviews die hij hield met Mao Zedong zal hij uitwerken tot Red Star over China, een boek dat Mao Zedong introduceert bij een wereldwijd publiek.

Auteur Julia Lovell | Foto © Dominic Mifsud

Wat dat publiek niet wist, is dat Snow zorgvuldig door de communisten was uitgekozen om hun idealen internationaal onder de aandacht te brengen. Mao’s antwoorden tijdens de urenlange interviews die Snow met hem hield, werden door een vertaler naar het Engels vertaald. Nadat Snow de Engelse tekst had opgeschreven werd deze terug naar het Chinees vertaald, en op die versie moest akkoord gegeven worden voordat Snow het materiaal voor zijn manuscript mocht gebruiken.

Zo berekenend waren meer acties van de jonge communistische regering. Tijdens de Culturele Revolutie deed de chaos in het land geen afbreuk aan de initiatieven om de Chinese revolutie wereldwijd te verspreiden; geïnteresseerden van over de hele wereld werden tijdens die jaren in Beijing ontvangen en verwelkomd met banketten, tours langs modelcommunes en door China gefinancierde guerrillatraining. Dit wierp zijn vruchten af: waar het Sovjet communisme slechts gevolg kreeg in een klein aantal landen (Angola, Afghanistan, Ethiopië), vond Mao’s gedachtengoed gevolg in de rest van de revolutionaire wereld.

Voor ieder wat wils

Lovell maakt in dit boek duidelijk waarom Maoïsme wereldwijd aansloeg. De ideologie werd niet overal integraal overgenomen; in verschillende delen van de wereld werden verschillende elementen van het Maoïsme opgepikt. Was het in Europa voornamelijk de hoogopgeleide linkse elite die sympathiseerde met het omver werpen van de gevestigde orde, in Afrikaanse landen werd het commune systeem en het neerhalen van regeringen gezien als een terugkeer naar het pre-koloniale tijdperk, toen het land doorgaans in bezit van dorpsgemeenschappen was. In de V.S. konden de Black Panthers zich vinden in Mao’s rechtvaardiging van geweld om politieke doelen te behalen, en zijn nadruk daarin op het mobiliseren van de armste bevolkingsgroepen.

Maoïsme bood voor iedere groep die ontevreden was met de eigen situatie wat wils. Of, zoals Lovell het stelt:

Op een bepaalde manier is Maoïsme het credo van winnaars en van insiders, van verliezers en outsiders, van leiders en underdogs, van absolute heersers van grote, gestructureerde bureaucratieën, en van de onderdrukte massa’s.

“Long live the eternal and unbreakable friendship in battle between the peoples of China and Albania!”
1969 | Bron: Chineseposters.net

“Imperialisme is een papieren luipaard”

Wat dit boek zo lezenswaardig maakt, is Lovell’s gave om deze informatie toegankelijk te presenteren. Ze maakt de vele personages die betrokken waren bij de revolutie menselijk door veel persoonlijke details in haar verhaal te verwerken.

Zo beschrijft ze hoe Afrikaanse studenten die naar China werden uitgenodigd om Maoïsme te bestuderen, snel gedemotiveerd raakten door het gebrek aan nachtleven in het Beijing van de jaren 60. Een ander sprekend voorbeeld is dat het onder Afrikaanse guerrilla’s gebruikelijk was om een nom de guerre te nemen, wat resulteerde in een heel aantal guerrilla’s die als Mao en Zhou door het leven gingen. Eén van deze Afrikaanse Mao’s stond in dienst van een commandant die de naam James Bond voor zichzelf had gekozen. “Ze waren een fantastisch duo,  totdat ze in 1974 werden vermoord”, herinneren hun strijdmakkers zich.

Ook in taal interpreteerden verschillende groepen Maoïstische slogans zoals het hen uitkwam. De Black Panthers herschreven Mao’s uitspraak “Een revolutie is geen ententje” naar “Pak je wapens op en doe niet moeilijk!”. En het vertalen van de slogan “Het imperialisme en alle reactionairen zijn papieren tijgers” ging in Tanzania niet vlekkeloos: er zijn geen tijgers in oostelijk Afrika en geen woord voor tijger in Swahili, waardoor de vertaling uitkwam op: “Het imperialisme en alle reactionairen zijn papieren luipaarden”.

Maoïsme wereldwijd anno 2020

Dit soort menselijke feitjes zijn een goede afwisseling met de harde feiten die Lovell in het boek presenteert. De hoofdstukken behandelen het Maoïsme in Indonesië, Afrika, Vietnam en Cambodja, de V.S. en West-Europa, Peru, India en Nepal. Lovell toont goed aan hoe het (gewelddadige) Maoïsme tot op vandaag de dag nog altijd gevolg heeft in met name India en Nepal.

Dat mag ver van ons bed lijken, wat Lovell beschrijft is wellicht dichterbij dan we denken. Het boek eindigt in China, waar momenteel een leider zetelt die heel bewust verder bouwt op het Maoïsme (Mao-ish China, zoals Lovell het noemt). Zijn het tegenwoordig geen guerrilla training en rode boekjes meer waar China in het buitenland kwistig mee rondstrooit, in de huidige wereld geeft de CCP een klein fortuin uit aan het internationaal verspreiden van Chinese soft power – en sinds kort ook hard power.

Daarom is Maoism niet alleen een belangrijk boek voor wie het China van het verleden wil begrijpen – het blijft ook anno 2020 relevant. Mao is vandaag de dag meer dan oude posters die je als souvenir mee terug kunt nemen uit China, en meer dan Andy Warhol’s pop-art versie van de Grote Roerganger die de kaft van het boek siert. De naweeën van de eerste golf Maoïsme zoals Lovell deze beschrijft, zijn nog steeds gaande.

Maoism – a Global History, Julia Lovell, Penguin UK Vintage Publishing maart 2020, paperback €15,42, hardcover €35,99, ISBN 9780099581857.