When I was 28 years old, I became a leftover woman”.  Ik viel bijna van mijn stoel toen ik mijn vrouw Jessica dit hoorde zeggen tijdens een repetitie voor haar lezing over leven in China. Ik was goed op de hoogte van deze term nadat ik er meerdere artikelen en een boek over had gelezen. Maar ik had nooit verwacht dat een standvastige, zelfstandige vrouw als zij zonder enige vorm van schroom zichzelf zo zou beschrijven. Ze had zich neergelegd bij het in China opgelegde stempeltje van ‘overgebleven vrouw’. Ze was een restje, een kliekje geweest.

Sheng Nü

De term ‘sheng nü’ wordt in China gebruikt voor een vrouw van 27 jaar of ouder die in de stad leeft en nog vrijgezel is. Nog steeds wordt van jongeren in China verwacht dat ze kort na het afstuderen op de universiteit een partner vinden, trouwen en kinderen krijgen. Voor degenen die daar meer dan een paar jaar over doen ligt het denigrerende label klaar. Deze dames kunnen tijdens familiebezoeken eindeloze discussies verwachten over de vraag waarom ze nog steeds niet getrouwd zijn. Maar ook vrienden en collega’s verwachten dat je voldoet aan het standaardpatroon. Om te ontsnappen aan vervelende vragen tijdens de jaarlijkse familiebijeenkomsten voor het Chinese Nieuwjaar huren sommige vrijgezelle dames zelfs een ‘stand-in’ vriend in, die voor een paar dagen tegen een niet misselijke prijs doet alsof hij bij haar hoort. Homoseksuele jongens en meisjes sluiten soms een verbond met elkaar om koppeltjes te vormen voor het oog van de familie, terwijl ze achter de schermen beiden een eigen leven leiden.

In 2007 kwam de overheid tot de conclusie dat de onbalans tussen de geslachten een serieuze bedreiging was voor de stabiliteit in de samenleving. Aangezien het handhaven van de stabiliteit in het land de hoogste prioriteit had werd er een actieplan opgesteld in samenwerking met de All-China Women’s Federation, een organisatie die de status van de vrouw in China wil verbeteren. Opmerkelijk genoeg was het deze organisatie die de term ‘sheng nü’ in 2007 populair maakte. Van de andere kant was het ook weer niet zo heel erg opmerkelijk, want deze organisatie was door de Communistische Partij eerder ook belast met het handhaven van de strenge maatregelen in het kader van de eenkindpolitiek.

In recentere jaren lijkt men pogingen te doen de grens voor de betiteling van sheng nü te verlagen naar 25. Er is zelfs een stelsel van categorieën opgesteld:

  • ‘Overgebleven strijdsters’ (25-27 jaar); zij die nog de moed hebben te vechten voor een partner.
  • ‘Zij die moeten overwinnen’ (28-30 jaar); vrouwen die door hun carrières geen tijd hebben om een partner te zoeken.
  • ‘Boeddha’s van overwonnen gevechten’ (31-35); sheng nü van een hoog niveau die moeten vechten om te overleven op de werkvloer.
  • ‘Grote wijze, gelijk van de hemel’ (35 jaar en ouder): een vrouw die alles heeft, een luxe appartement, een auto en een bedrijf, maar geen man.

De Chinese benamingen van deze categorieën zijn gebaseerd op avonturen van de apenkoning uit de Chinese mythologie en – alsof de term sheng nü nog niet denigrerend genoeg was – de Chinese naam van Pizza Hut.

In 2011 publiceerde de All-China Women’s Federation een reeks artikelen op haar website met teksten als: ”Mooie meisjes hebben geen goede opleiding nodig om te trouwen met iemand uit een rijke en invloedrijke familie. Maar voor meisjes met een doorsnee of lelijk uiterlijk is dat moeilijker. (…) Deze meisjes hopen door middel van extra onderwijs hun competitieve waarde te verhogen. Het trieste is dat ze niet beseffen dat naarmate vrouwen ouder worden, ze minder waard worden. Dus tegen de tijd dat ze een master of doctoraat behalen zijn ze al oud, als vergeelde parels.” Om de Chinese vrouwen een handje te helpen niet te eindigen als vergeelde parels organiseert de Federation zelfs grootschalige matchmaking evenementen. In steden als Shanghai komen daar maar liefst 40.000 mensen op af. Ouders en schoonouders verdringen zich intussen in openbare parken in China om de op papier geschreven profielen van kinderen of kleinkinderen van anderen, op zoek naar de perfecte match. Leeftijd, opleiding, inkomen en de vraag of iemand een auto en huis heeft zijn doorslaggevende factoren.

A-vrouwen en D-mannen

In China geven de meeste mannen er de voorkeur aan een vrouw te trouwen die een lager opleidingsniveau en/of inkomen heeft dan hijzelf. Zelfstandige, succesvolle vrouwen zijn daarom niet erg gewild. Tegelijkertijd bestaat er in China een enorm overschot aan vrijgezelle mannen (ongeveer 20 miljoen) doordat in de afgelopen drie decennia meer jongens geboren zijn dan meisjes. Tijdens de piek van de ongelijkheid in 2008 werden er voor elke 100 meisjes 121 jongens geboren. Traditioneel gaat in China de voorkeur uit naar een jongen, dus de eenkindpolitiek resulteerde in een groot aantal selectieve abortussen. Vooral op het platteland zijn er veel zogenaamde ‘kale takken’, zoals vrijgezelle mannen genoemd worden, die niet zorgen voor het voortbestaan van de familienaam. In 2010 was de gemiddelde leeftijd waarop een Chinese vrouw trouwde 24,9 jaar. In 2000 was dat 23,4. Ongeveer 1 op de 5 vrouwen tussen 25 en 29 in China is ongehuwd. Voor mannen is dat ongeveer 1 op de 3. Het aantal ongehuwde vrouwen van 35-39 jaar is slechts 4,6%.

Zetten we mannen en vrouwen af op een schaal van A (hoog opleidings- en inkomensniveau) tot D (laag opleidings- en inkomensniveau) dan resulteert de huidige situatie in een groot aantal vrijgezelle A-vrouwen (te sterk voor een A-man) en D-mannen (te zwak voor D-vrouwen die zijn gekaapt door C-mannen). Het grote verschil tussen de twee uitersten is dat het voor de A-vrouwen veelal een eigen keuze is; zij verkiest een eigen carrière en persoonlijke ontwikkeling boven het traditionele huisje-boompje-beestje dat de maatschappij haar probeert op te leggen. Steeds meer vrouwen in China genieten een hoge opleiding en willen eerst carrière maken.

Tijden veranderen en deze succesvolle Chinese vrouwen zien een huwelijk niet langer als een noodzaak voor een bevredigend leven. In 1989 had 15% van de vrouwen seks voor het huwelijk, in 2013 is dat percentage gestegen tot 60-70%. Onderzoek heeft daarnaast uitgewezen dat succesvolle vrouwen best zouden willen trouwen, maar zich niet kunnen vinden in de traditionele patriarchale opvattingen binnen de Chinese cultuur. Intussen is 30 tot 40 procent van de Chinezen van mening dat een slecht huwelijk beter is dan helemaal geen huwelijk. In sommige arme streken in het zuiden van China kiezen ‘kale takken’ daarom voor het ‘importeren’ van een bruid uit landen in Zuidoost Azië, vooral uit Vietnam.

Leftover Women – Leta Hong Fincher

Leftover Women - Leta Hong FincherDit jaar verscheen in mei het langverwachte boek Leftover Women van Leta Hong Fincher. Na diverse artikelen geschreven te hebben bracht ze dit boek uit als onderdeel van haar doctoraat aan de Tsinghua Universiteit in Beijing. In het boek vertelt Hong Fincher over de geschiedenis van de term ‘sheng nü’ en de systematische propaganda die vrouwen met dit label een stigma aanpraat. Ook vertelt ze hoe vrouwen een zwakke positie hebben in het huwelijk doordat onroerend goed traditioneel op naam van de man staat. Ouders kopen appartementen voor hun zoons, niet voor hun dochters. In gevallen waarbij ouders alleen een dochter hebben komt het zelfs voor dat ze een neefje helpen bij de koop van een huis, maar niet hun eigen kind, een gebruik dat dateert uit de tijd van de Ming dynastie.

Hoewel 70% van de vrouwen financieel bijdraagt aan de koop van onroerend goed staat hun naam slechts in 30% van de gevallen op de verkoopacte. De vrouw brengt vaak een even dure inboedel in, maar kan dus geen enkele wettelijke aanspraak maken op het huis. In steden als Beijing en Shanghai ligt het stijgende percentage scheidingen inmiddels op 33% (met ontrouw en huiselijk geweld als belangrijkste redenen). Bij zo’n scheiding is de positie van de vrouw dus uitermate wankel en blijft de man meestal eigenaar van het huis.

Hoewel het boek een goed beeld geeft van de situatie rondom ‘sheng nü’ vond ik het toch wat teleurstellend. Er worden naar mijn mening iets teveel onderwerpen bijgehaald die niet echt relevant zijn voor het hoofdonderwerp (mishandeling van vrouwen en rechten van homoseksuele vrouwen). Ook de wetenschappelijke onderbouwing is flinterdun. Veel van de cases en statistieken die in het boek beschreven worden zijn gebaseerd op reacties die Hong Fincher heeft ontvangen na haar oproepen op Chinese sociale media. De zelfselectie die hierdoor optreedt is alles behalve een representatieve steekproef.

Hong Fincher is duidelijk een feministe en haar ‘tone of voice’ is strijdlustig. Ook dit geeft het boek een nogal subjectief karakter. Bepaalde Chinese gebruiken worden naar mijn mening iets te snel als achterlijk bestempeld. Dat is wel erg makkelijk voor iemand die is opgegroeid in de Verenigde Staten en lijkt te vergeten dat de stereotype plek van de vrouw daar mid 20e eeuw ook nog gewoon in de keuken was. Daarnaast riekt het boek hier en daar naar ongefundeerde complottheorieën. Ondanks deze kritiek is het een interessant boek om te lezen als je nog niet veel weet over dit onderwerp, zolang je alles met een korreltje zout neemtt

Na de repetitie voor haar presentatie spraken Jessica en ik verder over haar betiteling als ‘leftover woman’. Uiteindelijk zag ze in dat het een denigrerende benaming was en dat ze zichzelf tekort deed als ze op die manier aan zichzelf refereerde. In haar uiteindelijke presentatie stond ze trots voor een klas studenten en zei: “When I was 28 I was still single and the whole Chinese society called me a leftover woman.”