Ik werd twee weken geleden benaderd door een kunstenares die momenteel in Beijing verblijft omdat ze een plotse uitnodiging had ontvangen van het Changjiang Museum, om mee te doen aan de eerste Photo&Video Biënnale die ze aldaar aan het opzetten waren en binnen 14 dagen open zou gaan. Ik weet best veel over de Chinese kunstwereld, en Chongqing heeft momenteel zelfs mijn aandacht bij een ander project, maar dit was me even volledig ontgaan. Welke biënnale? Welk museum?

Chongqing is niet de minste stad, sterker nog, Nederland heeft er tegenwoordig een volwaardig consulaat, en Greater Chongqing heeft meer inwoners dan Nederland. Het feit dat Chongqing tot nu toe geen eigen museum voor eigentijdse kunst heeft is eigenlijk best bizar. Gelegen aan de grote Yangtze rivier is het toch een van de belangrijkste metropolen van west China. Elke zichzelf respecterende stad in China speelt zichzelf graag in de kijker met een glimmend gebouw, liefst ontworpen door Zaha Hadid (Chengdu), Rem Koolhaas (Guangzhou) MVRDV (Hangzhou) of een andere Starchitect (soms ook binnenlands zoals Atelier FCJZ of Studio Pei ZHu). Verschillende wetenschappers hebben het al over de museumification[i] van China.

Ik moest dan ook denken aan de honderden musea die jaarlijks in China worden geopend. Een bouwwoede, al lang begonnen voor dat president Xi zijn Chinese Dream uitsprak, die deel is van China’s poging zich om te vormen van Made-in-China naar Created-in-China. De bijna 3500 musea die China rijk is, zijn nog steeds slechts één museum per 350,000 hoofden, veel minder dus dan China’s westerse even voeten zoals Amerika. Slechts in de grootsteden wordt de ratio van 1/100.000 benaderd. Daarbij houd ik persoonlijk nog rekening met het feit dat slechts een kleine 2% ook daadwerkelijk musea voor hedendaagse kunst zijn.

Wat opvalt is dat veel van deze (kunst) musea niet noodzakelijk door overheden zijn neergezet. Steeds vaker zijn deze culturele tempels niet enkel plaatsen om de goden der artistieke creatie te aanbidden, maar ook een persoonlijk speeltje van verzamelaars die ruimte zoeken om hun eigen collectie tentoon te stellen. Vaak in oppervlakte groter dan het Stedelijk Museum (8000m2) in Amsterdam beschikken deze musea eerst en vooral over de privé collectie van de oprichter. Op de zeldzame websites staan ronkende teksten over de rol van kunst in de maatschappij, en de ambities van de eigenaar om met het museum daaraan bij te dragen.

De eerste tentoonstelling van deze paleizen zijn vaak over de top goed. Alles wordt uit de kast gehaald om een expositie neer te zetten waar men nog jaren lang over napraat. De beste curatoren worden aangetrokken, er worden collecties aangevuld, en alles en iedereen wordt uitgenodigd om de opening bij te wonen. Lintjes worden geknipt, rode lopers uitgerold, roddelbladen sturen reporters en fotografen… maar daarna wordt het angstvallig stil. De overweldigende fondsen voor het uiterlijk vertoon van het gebouw worden niet gematched om werkende infrastructuren op te zeten. Zoals een Chinese collega zei: “we are good at building hardware, not so good at software”. Er zijn geen vaste curatoren, noch een ondersteunend onderzoeksteam, er is geen geld voor een inhoudelijk programma, er is geen educatie, en niemand weet hoe je een collectie moet tonen, onderhouden of rouleren.

Ik werk momenteel mee aan een project waarbij we met 8 Nederlandse kunstenaars bij een museum in Shanghai zijn uitgenodigd om tentoon te stellen. Er zijn geen fondsen, er is geen projectplan en we mogen blij zijn dat we geen huur moeten betalen om überhaupt de ruimte in te mogen. Het is een heel ander model dan we in Nederland gewend zijn. De datum, de kunstenaars en de locatie ligt vast.

Maar wellicht liggen daar ook de kansen? De Reinwaadt Academie is nu begonnen met een uitwisselingsprogramma voor curatoren, en het Van Gogh heeft een collectie onderhoud-workshop ontwikkeld. Daar liggen kansen.

En die kunstenares? Die heeft na een eerste contact niks meer gehoord van het museum, en de biënnale is deze week geopend. Er waren niet genoeg fondsen om iedereen uit te nodigen die ze wilden..

[i] Johnson, J. en Florence, Z.A. (2013) The Museumification of China http://leapleapleap.com/2013/05/the-museumification-of-china/ [gezien 5 April 2015]