Vorige maand heeft de Chinese overheid haar nieuwe wetgeving voor Non-Gouvernementele Organisaties (NGO’s) geratificeerd. De nieuwe wet, de “Administrative Law on Activities of Overseas Non-government Organizations within the Territory of the People’s Republic of China”, lijkt een volgende stap in het beleid van president Xi Jinping om buitenlandse invloeden op de Chinese maatschappij te kunnen beperken en te controleren en is te plaatsen in een serie van wetten die de afgelopen maanden zijn aangenomen om de macht van de regering te versterken.
Er is al veel geschreven over deze wet. De wet heeft al tijdens de ontwerpfase veel kritiek gekregen van buitenlandse NGO’s zoals Amnesty, Greenpeace en Westerse overheden. Als gevolg hiervan heeft de regering in de uiteindelijke versie o.a. ziekenhuizen en universiteiten buiten bereik van de wet geplaatst. Ook liefdadigheidsorganisaties die werken met bijvoorbeeld gehandicapten lijken de dans te kunnen ontspringen. Maar voor de 7000 overige in China opererende NGO’s die activiteiten ontplooien op gebieden als milieu, dierenbescherming en religieuze instellingen heeft deze wet verstrekkende gevolgen. Er bestaat veel vrees dat NGO’s in China niet meer hun werk zullen kunnen doen of hun activiteiten zullen moeten aanpassen, met een risico op afbraak van het maatschappelijke middenveld.
Maar wat staat er precies in de wet, en wat betekent het in de praktijk?
Op wie heeft de wet betrekking?
Buitenlandse NGO’s volgens de nieuwe wet zijn non-profit, non-gouvernmentele, maatschappelijke organisaties. De wet noemt als voorbeeld stichtingen, denktanks en het brede begrip ‘maatschappelijke organisaties’, maar deze opsomming is niet-limitatief. De wet heeft daarmee betrekking op een breed scala aan organisaties, van ontwikkelingshulporganisaties tot culturele organisaties, kamers van koophandel, brancheverenigingen en belangenverenigingen etc. In de wet worden wel een aantal organisaties genoemd die niet onder de wet vallen, namelijk buitenlandse educatieve instellingen, ziekenhuizen, natuurwetenschappelijke en technische onderzoeksinstellingen, en academische instellingen.
De wet staat voor buitenlandse NGO’s activiteiten toe op het gebied van economie, onderwijs, wetenschap en technologie, cultuur, gezondheid, sport, milieu en noodhulp bij rampen. Activiteiten op het gebied van politiek, religie en winstgevende activiteiten zijn uitdrukkelijk verboden. Het is buitenlandse NGO’s niet toegestaan om activiteiten te ontplooien die “schadelijk zijn voor de nationale of etnische eenheid, veiligheid, nationale en maatschappelijke belangen en de rechten en belangen van organisaties en burgers.”
Het is belangrijk te realiseren dat de wetgeving niet alleen betrekking heeft op NGO’s die een vestiging in China hebben, maar ook op NGO’s die op een andere manier in China actief zijn. Als een organisatie volgens de bovenstaande brede definitie wordt getypeerd als een buitenlandse NGO betekent dat dat elke activiteit onderhavig is aan de nieuwe wet- en regelgeving, dus ook fondsenwerving, subsidiering, samenwerking met Chinese NGO’s of bedrijven, of elke andere vorm van kortstondige of langdurige activiteiten in China.
De belangrijkste implicaties
De wet is uitvoerig en de implicaties voor buitenlandse NGO’s veelomvattend. De hoofdpunten uit de nieuwe wet:
- Buitenlandse NGO’s vallen voortaan onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Veiligheid en de lokale en regionale veiligheidsbureaus. ( Public Security Bureaus of PSB).
- Het werven van fondsen in China zelf door buitenlandse NGO’s is verboden.
- Het opzetten van een vertegenwoordiging is alleen mogelijk met toestemming van een Chinese Supervisory Unit. Welke overheidsinstanties als Supervisory Unit kunnen optreden zal nader door het Ministerie van Veiligheid worden bepaald. Duidelijk is echter dat deze sponsororganisaties een belangrijke mate van supervisie krijgen over de activiteiten van de NGO, zoals het goedkeuren van jaarlijkse activiteitenplannen en financiële rapportages. Voordat een vestiging kan worden opgericht moet er een supervisory unit zijn gevonden die bereid is als zodanig op te treden.
- Administratieve procedures voor het opzetten van een vestiging in China wordt moeilijker en tijdrovender en ook de eisen aan jaarlijkse rapportage worden strikter en uitgebreider.
- NGO’s die geen eigen vestiging hebben in China maar wel activiteiten willen ontplooien moeten hiervoor tijdelijke toestemming vragen en kunnen dit alleen doen in samenwerking met een Chinese partnerorganisatie. Ook de partnerorganisatie moet een toestemmingsprocedure doorlopen. Organisaties en personen in China mogen niet zonder toestemming optreden als agent voor of fondsen ontvangen van buitenlandse NGO’s. Het samenwerken met buitenlandse NGO’s die hiervoor geen toestemming hebben ontvangen of geen goedgekeurde vestiging in China hebben, brengt dus ook voor Chinese organisaties risico’s met zich mee.
- Buitenlandse NGO’s die niet-toegestane activiteiten ontplooien in China zullen op een blacklist worden geplaatst en zullen geen verdere toestemming meer krijg om zich in China te vestigen of anderzijds activiteiten te ontplooien.
- Buitenlanders die zich schuldig maken aan overtredingen van de regelgeving kunnen worden vastgehouden voor een periode van 15 dagen en lopen het risico op deporatie en verdere vervolging.
Wat betekent dit voor Nederlandse NGO’s in China?
De nieuwe wetgeving gaat in op 1 januari 2017, maar zoals vaak met wetgeving in China is het nog onduidelijk hoe snel en hoe streng de wetgeving daadwerkelijk uitgevoerd zal worden. NGO’s met activiteiten in China zullen er echter goed aan doen om nu al hun activiteiten onder de loep te nemen en te beoordelen of de activiteiten nog wel binnen de kaders van de nieuwe wetgeving passen.
Het is echter duidelijk dat supervisie en bemoeienis van lokale overheidsorganisaties op de activiteiten toe zal nemen.
Advies is om niet te wachten tot invoering van de wet, maar om nu al, nog meer dan hiervoor, proactief de dialoog aan te gaan met relevante overheidsorganisaties en intensief werk te maken van het opbouwen van relaties met overheden.
In dat opzicht kan de nieuwe wetgeving misschien juist ook wel kansen bieden voor NGO’s: Als je als NGO een goede Chinese partner kan vinden en aan de nieuwe registratie-eisen kan voldoen is dit natuurlijk ook een erkenning en een bewijs voor lokale Chinese overheden en partijen dat men met jou zaken kan doen.