De Spaanse Opstand, de Hertog van Alva, de beeldenstorm en de Geuzen doen menig Nederlander waarschijnlijk terugdenken aan de eigen middelbareschooltijd. Maar de volgende keer dat je naar China gaat, kun je hier rustig een gesprek over aanknopen in een theehuis, want het blijkt ook allemaal in de Chinese geschiedenisboeken te staan.

Tot nu toe hadden de blogs in deze serie vaak een duidelijk connectie met China, of op zijn minst Azië. Het valt te begrijpen dat de Chinese geschiedenisboeken het uitgebreid over de Nederlandse kolonisatie van Taiwan hebben. Maar waarom zou dat ook voor de tachtigjarige oorlog gelden? Onze nationale geschiedenis blijkt thema’s te beslaan die China maar al te relevant vindt: een volksopstand tegen een buitenlandse onderdrukker, verdeeldheid tussen noord en zuid, en een strijd tegen dat verschrikkelijke autocratische Katholicisme.

Nederland of Holland?

Dit hebben we allemaal weleens uit moeten leggen in het buitenland. Wat is het verschil tussen Holland en The Netherlands, en waarom heet jullie taal dan weer Dutch? Ook in het Chinees leidt dit tot enige verwarring, want daar is de officiële vertaling van Nederland Hélán, maar wordt in de geschiedenisboeken ook vaak gesproken van Nídélán. Het wordt vaak uitgelegd in een voetnoot: “Nídélán bestaat uit het huidige Nederland, België en Luxemburg”, en wordt dus gebruikt als vertaling van ‘de Nederlanden’.

In de bovenbouw wereldgeschiedenisboeken uit 1951 werd nog heel wat meer context gegeven voor wie niet zo bekend was met ons land:

“In de 16e eeuw besloegen de Nederlanden delen van het huidige België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk. Het had een populatie van zo’n 3 miljoen en er waren 200 steden, 150 kleine industriestadjes en 6000 dorpen. Het besloeg het stroomgebied van de LáiyīnMàishì en Xiē’ěrdé* die het land verbonden met Frankrijk en Duitsland” (p. 201).

Er volgen maar liefst zes volle pagina’s met een gedetailleerd verslag van “de economische ontwikkeling en politieke strijd van Nederland” en Nederland als “typisch kapitalistisch land in de zeventiende eeuw”. Die fascinatie met de oer-Hollandse geschiedenis is waarschijnlijk te verklaren doordat de schoolboeken in 1951 nog flink beïnvloed waren door Russische schoolboeken. In de jaren erna is er in ieder geval een stuk minder aandacht voor. Tot de jaren negentig, dan neemt de Holland-koorts plotseling weer flink toe.

Bovenbouw wereldgeschiedenis 1951

Kapitalisme vs. feodalisme

Het bovenbouw wereldgeschiedenisboek uit 1991 besteedt maar liefst een heel eigen hoofdstuk aan ‘De Nederlandse Revolutie’ (pp. 20-22), zoals de tachtigjarige oorlog in China bekend staat. Het hoofdstuk vertelt, helaas zonder al te veel plaatjes, hoe Nederland in de 16e eeuw onder de macht van Spanje viel. Dat land domineerde in die tijd de zeehandel, maar er was nog steeds sprake van een feodaal systeem. In Nederland, daarentegen, was het kapitalisme al vergevorderd.

“Amsterdam was het centrum van de noordelijke provincies en was beroemd om haar visserij en handel. In veel steden verschenen grootschalige werkplaatsen en de kapitalistische aard was zelfs doorgedrongen tot het platteland”.

Die tegenstelling tussen kapitalisme en feodalisme is belangrijk in de Chinese context. De Marxistische theorie van het historisch materialisme stelt namelijk dat samenlevingen onvermijdelijk door verschillende stadia heen gaan: primitief communisme, slavernij, feodalisme, kapitalisme, socialisme, om zo uiteindelijk bij het communisme uit te komen. Het contrast tussen het kapitalistische Nederland en het feodale Spanje krijgt daarmee dus een bredere historische lading.

De ontwikkeling van het kapitalisme bracht ook veranderingen in de relaties tussen de verschillende klassen. “De Middeleeuwse burgers veranderden in de bourgeoisie”, maar de arbeiders en boeren hadden het een stuk slechter. Zij werden onderdrukt door zowel de adel, de aristocratie als de grote kapitalisten. Ze werkten voor “karige lonen” en leefden onder “tragische omstandigheden”.

Bovenbouw moderne wereldgeschiedenis 1991

De Beeldenstorm

Een ander belangrijk thema in de Nederlandse Revolutie is religie. Sinds de Reformatie waren de Nederlanders in groten getale bekeerd tot het calvinisme. Het calvinisme wordt in de boeken gepresenteerd als een zeer ‘democratische’ vorm van religie, en eentje die goed samengaat met kapitalisme. Religie en opstand waren nauw verweven, want de opstandelingen streden “onder de vlag van het calvinisme”. Maar de Katholieke kerk liet zich niet gemakkelijk uit het veld slaan:

“De Spaanse overheersers en de Katholieke kerk waren autoritair en persten de Nederlanders af door hoge belastingen te heffen. De kerk begon ook een inquisitie waarbij protestanten bruut vervolgd werden. Dit vormde een ernstige belemmering van de ontwikkeling van het Nederlandse kapitalisme en verergerde de klassenstrijd”.

“Op een dag in augustus 1566 vond de eerste grootschalige opstand tegen de Katholieke kerk plaats. [Deze opstand van de bourgeoisie] opende het gordijn van de revolutie. […] De mensen vielen kerken en kloosters binnen, sloegen religieuze beelden kapot en confisqueerden kerkelijke bezittingen. De opstand breidde zich snel uit naar andere provincies en in een paar weken sloten tienduizenden mensen zich aan en werden 5000 kerken en kloosters getroffen.”

Het schrikbewind van Alva

Al dat geweld beangstigde de adel en rijke zakenlui, en al snel keerden zij zich tegen de opstandelingen:

“Ze beefden van angst en begonnen compromissen te sluiten [met de Spanjaarden]. De nieuwe gouverneur van de Spaanse koning werd naar Nederland gestuurd om een schrikbewind te voeren, de opstandelingen bloedig te onderdrukken en een nieuw belastingsysteem in te voeren. De Nederlandse economie dreigde volledig in te storten”.

Deze hertog van Alva (Ā’ěrfā) nam zijn taak zeer serieus en wordt als volgt geciteerd: “Liever een arm Nederland dat aan god behoort, dan een rijk Nederland aan de duivel.” Daarna volgt deze dramatische passage:

“Onder het verschrikkelijke bewind van Alva verspreidden galgen en schavotten zich over het hele land. De rook van het vuur van de inquisitie vulde de lucht en duizenden mensen werden gedood”.

Na een  nieuwe belastingverhoging waren veel Nederlanders genoodzaakt te vluchten. Maar anderen bleven zich dapper verzetten: “Sommige guerrillastrijders trokken de dichte bossen in het zuiden in. Zij stonden bekend als de woudgeuzen (sēnlín qǐgài). Anderen vormden een groep aan de noordelijke kust, dat waren de watergeuzen (hǎishàng qǐgài)”.

Het woordje ‘geuzen’ wordt nog even toegelicht in een voetnoot. Het Chinese woord dat gebruikt woord is qǐgài  dat ‘bedelaars’ betekent. Volgens de Chinese boeken was dit oorspronkelijk een bijnaam van de Spaanse overheersers voor de Nederlandse opstandelingen. Later werd de term overgenomen door de Nederlanders zelf, om uit te drukken dat ze door de Spanjaarden tot bedelaars waren gemaakt.

Eenheid en verdeeldheid

Tot slot nog het laatste belangrijke thema: de verdeeldheid tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden. De Chinese boeken beschrijven hoe in het heetst van de strijd de zuidelijke provincies de revolutie verraadden en samenzwoeren met de Spanjaarden. Daarna gingen noord en zuid elk hun eigen weg. Dat was niet toevallig, beargumenteren de Chinezen, want “er was sprake van een ongelijke economische ontwikkeling tussen beiden. Ook bestond er geen gedeelde markt: het noorden handelde met Engeland, het zuiden meer met Spanje”. En dan waren er ook nog de religieuze tegenstellingen tussen het Calvinistische noorden en het Katholieke zuiden.

De boodschap lijkt duidelijk: al dit soort tegenstellingen vormen een groot gevaar voor eenheid en stabiliteit, en zijn dus een belangrijke historische les voor de Communistische partij.

De eerste overwinning van de bourgeoisie

In 1581 werd uiteindelijk de onafhankelijke Republiek der Nederlanden uitgeroepen door de Staten-Generaal. En daarmee was de Nederlandse Revolutie volgens de Chinezen “de eerste succesvolle bourgeois revolutie in de wereld”, die de weg plaveide voor de ontwikkeling van Nederland tot een “typisch kapitalistisch land van de zeventiende eeuw”. De Nederlandse economie groeide als nooit tevoren, en al snel voeren de Nederlandse schepen de hele wereld over. Waar ze bekend stonden als… “de koetsiers van de zee”.

De Chinese leerlingen werden in de jaren negentig zelfs nog aangemoedigd over Nederland te discussiëren in de klas met de vraag: wat waren de redenen voor het uitbreken van de Nederlandse Revolutie?

Een kaartje van de Nederlanden in 1648 met de steden Āmǔsītèdān, Láidùn, Wūdélēizhī, Lùtèdān en Bù lǐ ěr*

In 1997 wordt hetzelfde verhaal in verkorte vorm nogmaals verteld, maar ditmaal moeten we het hoofdstuk delen met de Reformatie. In 2008 gaat het hele hoofdstuk over de Reformatie en is verhaal van hierboven letterlijk teruggebracht tot een voetnoot:

“De Nederlanden bestonden uit het huidige Nederland, België en Luxemburg. In 1581 ontstond een revolutie in de noordelijke provincies tegen het bewind van de Spanjaarden. Ze wonnen hun onafhankelijkheid en stichtten de Republiek der Nederlanden”.

Tot zover dus het nut en onnut van oer-Hollandse geschiedenis voor Chinese doeleinden. In de jaren vijftig en negentig een heldhaftig verhaal over geuzen die het opnamen tegen het autoritaire Spanje en de Katholieke kerk, met belangrijke historische lessen over kapitalisme, onafhankelijkheid, religie en stabiliteit. Vandaag de dag niet meer dan een enkele voetnoot. Een verklaring voor deze verandering kan zijn dat zowel historisch materialisme als revolutie tegenwoordig veel minder belangrijk zijn in de geschiedenisboeken. Maar toch jammer dat er nu een hele generatie Chinezen opgroeit zonder ooit over de watergeuzen gehoord te hebben.

*De rivieren aan het begin van dit stuk waren de Rijn, de Maas en de Schelde. De steden die op het kaartje genoemd worden zijn Amsterdam, Leiden, Utrecht, Rotterdam en Brielle.

 

Meer over Sanne’s onderzoek weten? Kijk op haar website of volg haar op instagram/twitter voor een foto van de dag (@chineseideology).

Dit is het vijfde deel in een korte serie over hoe Nederland in Chinese geschiedenisboeken wordt behandeld. Lees ook deel 1deel 2, deel 3 en deel 4.