Reisschrijfster Sanmao (pseudoniem van Chen Ping, 1943-1991) is de beroemdste schrijfster van het Chinese taalgebied. Ze werd in 1975 wereldberoemd in Taiwan met haar Berichten uit de Sahara. In een tijd dat verre buitenlandse reizen voor de meeste Taiwanezen nog niet mogelijk waren, boden haar verhalen over haar avonturen in de Sahara en haar huwelijk met een exotische Spanjaard haar lezers een blik op een veel grotere wereld. In de jaren ’80, toen China zich weer openstelde voor het buitenland, ontdekten ook Chinese lezers haar.
Sanmao woonde met haar Spaanse man José een aantal jaar in de Westelijke Sahara, destijds een Spaanse kolonie. Zoals te lezen in Berichten werd het land in 1975 onafhankelijk, waarop het meteen werd ingelijfd door Marokko. De meeste Spanjaarden, zo ook Sanmao en José, ontvluchtten het land. Sanmao’s volgende boek Optekeningen van een vogelverschrikker speelt zich daarom grotendeels af op de Canarische Eilanden, waar de twee na hun vlucht neerstreken.
Het boek bestaat net als Sanmao’s eerste uit losse verhalen, met steeds verschillende bijpersonages. De meeste verhalen zijn schetsen van Sanmao’s interactie met steeds één bepaald persoon (de verarmde, vervuilde, vereenzaamde buurman; de vasthoudende bloemenverkoopster; haar nichtjes en neefjes van familie en schoonfamilie; de verwaarloosde buurjongen die voor zijn beide ouders moet zorgen). Vertelster-hoofdpersoon Sanmao steekt haar mening over deze mensen en hun keuzes niet onder stoelen of banken, maar is ook grif bereid die mening bij te stellen als ze hen beter leert kennen. In deze verhalen komt ook haar zo geroemde compassie en gevoeligheid goed uit de verf: ze knapt het huis van de verwaarloosde buurman op, brengt hem naar het ziekenhuis en is de enige die na zijn begrafenis nog even bij zijn graf blijft staan.
Een paar andere verhalen gaan over haar relatie met de horkerige maar toch zeer beminde José. Hij blijkt het soort man dat, wanneer onaangekondigd zijn familie met zes man sterk op de stoep staat en voor onbepaalde tijd drie maaltijden per dag plus entertainment verwacht, ‘komt goed!’ roept en een biertje gaat drinken met zijn zwager. Intussen loopt zijn vrouw zich het vuur uit de sloffen om te zorgen dat het inderdaad goed komt, waarna ze aan het eind van de logeerpartij het verwijt te krijgen dat ze niet zo gestrest moet rondrennen.
Als Sanmao op haar beurt, ook al onaangekondigd, afreist naar Taiwan voor familiebezoek, stuurt José haar een vermakelijke serie brieven, die eerst vol staan met hartenkreten over hoezeer hij haar mist en smeekbeden om toch snel terug te komen, maar allengs overgaan op verslagen van de leuke uitjes met de knappe buurvrouw – allemaal verzonnen, maar dan komt Sanmao wél met het eerste vliegtuig naar huis. (De serie brieven zal op haar beurt weer door Sanmao verzonnen zijn.) Gevraagd naar zijn mening over zijn ‘betere helft’ bromt José: ‘Ik heb geen betere helft. Ik ben een geheel.’ Daar zeg je zo wat, denkt Sanmao, dat ben ik ook, en daarom hebben we het zo fijn samen.
Verder een paar meer klassieke reisverhalen. ‘Een mes in de woestijnnacht’, ook opgenomen in de Nederlandse vertaling van Berichten uit de Sahara, is een soort sfeer-samenvatting van dat eerste boek: Sanmao is in de Sahara, maakt gekke dingen mee, leert bijzondere mensen kennen, reageert daar creatief en vrolijk op. ‘Reis langs zeven verre eilanden’ zou niet misstaan als reisreportage in een hedendaags tijdschrift: een keurige feitelijke introductie van de Canarische Eilanden, gevolgd door indrukken en couleur locale van het ene na het andere eiland waar José en zijzelf als vroege toeristen langs trekken.
En een paar meer persoonlijke verhalen. In zeer literaire frases en obscure verwijzingen voor de goed ingevoerde lezer neemt ze ons in ‘Piraat van de oceanen’ mee op een reis langs de vele invloeden op haar groei als persoon en schrijfster, met een opsomming van iedereen van wie ze ‘gestolen’ heeft. ‘Beschermengelen’ is een roerende lofzang op haar ouders, de twee ‘engelen’ van wie je pas als je eenmaal volwassen bent begrijpt hoe goed ze voor je waren.
In Berichten uit de Sahara maakten we kennis met Sanmao’s reiszucht en haar vermogen iets moois te maken van de meest barre omstandigheden. In dit boek, op de Canarische Eilanden, is het leven wat gewoner, de avonturen wat alledaagser, waardoor we een beter beeld krijgen van haar persoonlijkheid en haar huwelijk met José. Allemaal prettige verhalen, vlot geschreven, die je op Sanmao’s kenmerkende opgewekte toon meenemen naar een andere tijd en plaats, voor vrolijke avonturen in verre oorden.
Optekeningen van een vogelverschrikker (Dàocǎorén Shǒujì, 1977) is nog niet vertaald in het Nederlands of Engels, alleen in het Spaans en het Catalaans. Berichten uit de Sahara is vorig jaar verschenen bij uitgeverij Atlas Contact, vertaald door mij.