‘Zuid-Europese landen diep ontgoocheld over bekrompen nationaal egoïsme Nederland’. ‘Italiaanse politici beroepen Duitse collega’s op hun solidariteit’. Oproepen tot solidariteit zijn in corona-tijden aan de orde van de dag. Althans, in Europa. In China kijken ze daar heel anders tegenaan. Internetcensoren (verder: de censoren) houden zich daar dagelijks bezig met het zo klein mogelijk houden van de kans op collectieve acties.
Intro
Als technische nitwit word ik ietwat overbluft door de intro, maar al gauw kom ik erachter dat het boek meer te bieden heeft dan een inkijkje in de technische wereld achter de Chinese firewall. Geen moment verlies ik de aandacht. Met citaten van geïnterviewde respondenten, quotes van wereldleiders en scherpe analyses gebaseerd op talloze onderzoeken en nieuwsartikelen, neemt Griffiths je mee op reis door tal van kenmerkende geschiedenisgebeurtenissen van China én de opkomst van het internet. Twee elementen die onlosmakelijk zijn verbonden aan de nauwelijks beklimbare en almaar uitdijende muur van internetcensuur: The Great Chinese Firewall.
Opbouw
De opbouw en lengte van de hoofdstukken zijn ideaal; kort, behapbaar en telkens afsluitend met een buitengewoon fraaie conclusie die de hoofdstukken als een geoliede ketting aan elkaar rijgen. De honderden voetnoten in combinatie met de zorgvuldig bijgehouden bronnenlijst zorgt daarnaast voor nieuwsgierigheid naar de bron achter de bron. Waar komt het vandaan? Wat is de verdere context?
Vanaf de eerste Chinese e-mail (september 1987) tot de alleenheerschappij van sociale media en lifestyle app WeChat. Het boek omschrijft elke gebeurtenis met finesse, zonder daarin een te moeilijk vocabulaire te kiezen of te vervallen in langdradigheid. De leesbaarheid scoort daarom hoog. Het toevoegen van illustraties had, wat bij betreft, zeker een extra dimensie kunnen geven aan dit fijn uitgekristalliseerde onderzoek.
Timing
De timing van het boek is vanzelfsprekend erg opvallend. Waar de roep om solidariteit in het Westen op dit moment groter is dan ooit, demonstreert dit boek hoe China er alles aan doet om elke vorm van solidariteit in te dammen. Het boek neemt je mee in een aantal bizarre, veelzeggende gebeurtenissen over hoe de censoren worden ingezet. Of hoe ze worden aangewakkerd.
Hervorming
Twee jaar na de eerste Chinese e-mail verzamelden groepen studenten zich op de straten van Beijing. Ze kwamen bijeen om actie te voeren voor politieke hervorming. De regering zag geen andere uitweg dan te besluiten duizenden gewapende militairen naar de hoofdstad te sturen. Honderden vonden de dood, nog meer werden gearresteerd of moesten het land ontvluchten. China kende op dat moment nog maar een handvol internetgebruikers.
Ook de overheid erkende dat dit heel anders had kunnen aflopen als het internetbereik groter was geweest. Erkenning vond plaats in wettelijke vorm. In 1996, toen het aantal computerverkopen door het dak ging, nam de toenmalige Chinese premier Li Peng een wetsvoorstel aan dat de staat absolute controle over het internet gaf.
Kat-en-muisspel

Auteur James Griffiths
Toeval of niet, dit gebeurde in een tijd dat een andere groep flink terrein boekte in China: de religieuze Falun Gong beweging. Op het hoogtepunt beoefenden enkele tientallen miljoenen deze spirituele discipline. De groeiende kritiek vanuit de communistische partij leidde tot een tegenbeweging; de organisatie van honderden vreedzame protesten. Een zelfverbranding in 2001 zorgde voor afkeer tegen de groep, en een grote anti-campagne werd opgezet. Zo groot en omvangrijk dat zelfs bepaalde cyrillische karakters, die lijken op Falun Gong tekens, geen doorgang meer vonden in het Chinese web.
Vastberadenheid en toewijding ontaarde in een kat-en-muisspel tussen de Chinese overheid en gevluchte en overzeese aanhangers. Met groot succes werden er meerdere tools ontwikkeld om de firewall te omzeilen. Echter, na verloop van tijd lijken ook zij het gevecht te verliezen. Deels door het gemis van kapitaalkracht, maar vooral vanwege de transformatie van het Chinese digitale landschap zelf. Het is domweg te makkelijk geworden om je door het Chinese leven te navigeren met de vernuftige inheemse apps. Waar men vroeger graag de internetmuur over sprong voor het gebruik van westerse websites of applicaties, is dat nu niet meer nodig. Alles is aanwezig – en werkt in sommige gevallen beter dan de westerse alternatieven.
Etnisch conflict
De schrijver neemt je daarnaast mee in een etnisch conflict tussen de Oeigoeren en Han-Chinezen. Ook hier bewijzen de censoren hoe prompt ze kunnen reageren. Binnen enkele uren was een provincie ter grootte van Iran afgesloten van het internet. Bijna een jaar zou het duren tot het opheffen van de blokkades.
Niet alleen grote vormen van solidariteit worden neergeslagen. In 2018 werd een app voor het delen van korte video’s geblokkeerd. Niet vanwege gevaarlijke inhoud, maar vanwege het knipperen van hun koplampen in een bepaald patroon.
Uitbreiding Firewall
De onstuitbare ambities van China om het internet te controleren gaan verder dan het binnenland. Meerdere landen waar autocratische leiders de macht hebben zijn er in afgelopen jaren achter gekomen hoe funest internet, en in het specifiek sociale media, kan zijn voor hun machtsreputatie. En China speelt daar graag op in.
Neem een voorbeeld aan Rusland, waar de sociale media apps VKontakte en Telegram van de Russische ondernemer Pavel Durov aan banden zijn gelegd nadat hij geen gehoor gaf aan de autoriteiten. Gevolg: de introductie van een internetmodel gebaseerd op The Great Firewall.
De tentakels van de Chinese censoren gaan ook zeeën over. Richting Afrika bijvoorbeeld. Daar wakkerde een tweet over de Oegandese leider Museveni de censoren aan. Een vierdaagse internetban tijdens de verkiezingen, het opsluiten van dissidenten, het arresteren van de oppositie; welke richting Uganda opkijkt mag duidelijk zijn. En dat behelst niet alleen economische redenen.
Het Westen
Zijn de handen van het Westen wel schoon? Verre van, aldus Griffiths. Westerse techconglomeraten hebben, meer dan eens, bewezen de verantwoordelijkheid over het internet niet aan te kunnen. Sterker nog, ze hebben gefaald als het om de vertegenwoordiging van privacyrechten en vrijheid van meningsuiting gaat. Zo werkt Google achter de rug om van haar medewerkers aan een geheime censuurtool die het bedrijf zou moeten helpen de Chinese markt te betreden. Deelde Yahoo gebruikersinformatie met de Chinese overheid dat leidde tot het arresteren van een journalist. Heeft Facebook de data van miljoenen gebruikers verloren zien gaan aan Cambridge Analytica. En zijn het vaak westerse bedrijven die spionageapparatuur exporteren, zoals tijdens de verkiezingen in Uganda.
Het handelen van het Westen blijkt zelfs enorm averechts te werken. Telkens wanneer men denkt een ‘democratische’ revolutie aan te kunnen sporen geeft dit de censoren des te meer bestaansrecht. Het geeft totalitaire staten munitie om het volk te kunnen verkondigen: “Zie je, het Westen is niet te vertrouwen. Ze zijn erop uit ons te ondermijnen. Internetvrijheid zorgt voor onrust en verdeeldheid, dat willen wij niet.” De Iraanse verkiezingen van 2009 zagen de Amerikaanse overheid ingrijpen toen Twitter op een cruciaal moment offline wilde gaan. Geen revolutie, maar censuur als resultaat.
In het boek gaat er veel aandacht uit naar dit soort gebeurtenissen. Gebeurtenissen die als het Westen als kansrijk of als omslagpunt worden bestempeld, maar juist het tegendeel bewijzen.
Machtsstrijd
De ideologische machtsstrijd tussen China en het Westen lijkt zich te ontpoppen in Koude Oorlog-taferelen. Ditmaal niet in de vorm van een fysieke muur, maar een digitale, die twee ideologieën van elkaar afschermt.
Het boek sluit af met een visie op een alternatief internetmodel. Een model gebaseerd op transparantie en democratie, ontwikkeld en gedragen door haar gebruikers. Niet geleid door een totalitaire alwetende overheid, maar ook zeker niet door uitbuitende en op geldbeluste techbedrijven. Het huidige systeem is in ieder geval onhoudbaar, aldus Griffiths.
The Great Firewall of China – How to build and control an alternative version of the internet, James Griffiths, ZED Books maart 2019, hardcover en e-book €23,99, ISBN 9781786995353.