De nieuwe zijderoutes: een complexe discussie
De Belt and Road Initiative (BRI), in 2013 gelanceerd als One Belt One Road (Yīdài Yīlù) door Xi Jinping, verandert de mondiale commerciële, politieke en militaire verhoudingen. Ik las twee boeken die hierin inzicht willen geven: ‘Belt and Road’ van Bruno Maçães en ‘China’s Asian Dream’ van Tom Miller.
Om met de conclusie te beginnen: beide boeken vormen een waardevolle bijdrage aan de gedachtevorming over de impact van het geheel van projecten, geldstromen en diplomatie onder de vlag van BRI. Voor een deel worden er feiten en analyses gepresenteerd die we al konden lezen in eerdere publicaties. Ik denk aan het boek van Frankopan uit 2018 en aan het journalistieke werk van Garschagen. Maar er komt voldoende nieuws aan de orde, zowel feiten als interpretaties. Het is immers een breed en schier onbegrensd thema waarmee een auteur veel kanten op kan, wat blijkt uit de twee heel verschillende boeken die ik hier vandaag bespreek.
Gaat het om het bouwen van havens, spoorwegen en industrieterreinen? Of eerder om een strategie om landen door schulden steeds afhankelijker van China te maken in een neokoloniale strategie – verpakt in een ideologisch verhaal over gedeelde lotsverbondenheid en harmonie? Of zien we juist een ontwikkelingsstrategie die uiteenlopende landen als Pakistan, Myanmar en Kirgizië zicht geeft op een welvarende toekomst? Is het een rationele strategie om de positie van China in mondiale waardeketens te veranderen, en zo de ‘middle income trap’ te vermijden? Vormt de ontwikkeling van zeeroutes en havens in wezen een militaire strategie om de macht van de Verenigde Staten in Azië over te nemen?
Het thema BRI roep al dit soort vragen op. Het gaat immers niet alleen om plannen, geldstromen en projecten, maar ook om een verhaal en een toekomstbeeld, waarmee China onder leiding van Xi Jinping een positie in de wereld opeist. Dat maakt de (westerse) discussie over BRI zo complex. Het gaat zeker over wegen, havens, spoorlijnen en financiering, maar ook over wereldbeelden, ideologieën en politieke systemen.
Maçães: van falend Europa tot Chinese wereldorde
De Portugese politicoloog en politicus Maçães schreef eerder over Eurazië in een boek dat op China2025.nl werd besproken. In zijn politieke werk was hij gedesillusioneerd geraakt over Europa. Dit continent was in zichzelf gekeerd geraakt en kon daardoor geen effectief antwoord geven op de uitdagingen van de wereld rondom. Europa moet beseffen dat het aan de rand ligt van het ‘Euraziatisch’ continent, een boodschap die overeenkomt wat het Aziatische perspectief van Khanna, eerder hier besproken.
De bezorgdheid over onze eigen plaats in de veranderende wereldorde lijkt ook een drijfveer voor het boek van Maçães dat ik las, waarin hij BRI als spil ziet van een nieuwe orde onder Chinese leiding. Net als in veel Chinese politieke teksten (bijvoorbeeld van Xi Jinping, zie hier) besteedt Maçães veel aandacht aan de ideeën (filosofie) die aan het Chinese internationale handelen ten grondslag liggen. De confucianistische concepten van lotsverbondenheid, harmonie en wederzijds voordeel neemt hij serieus. Hij meent ook dat het Chinese denken in termen van de wereld als dynamische totaliteit (de klassieke tiānxià) de internationale politiek van China kleurt. Deze auteur is dus een ‘idealist’, in de zin dat hij ideeën en idealen als motor van de wereldgeschiedenis ziet. Dat zien we bijvoorbeeld in zijn eigen scenario’s voor de toekomst van internationale relaties in termen van verschillende ‘paradigma’s’. De globalisering blijft, maar de vraag is wiens spelregels hier zullen gelden.
Het veranderende geopolitieke landschap
De auteur beschrijft de strategie van de BRI als economisch noodzakelijk. China wil met zijn Made in 2025 strategie opschuiven naar een betere plek in mondiale waardeketens. Dat lukt alleen als het de gehele ketens herontwerpt en de leiding daarvan neemt. Dit is de economische logica achter de ontwikkeling van infrastructuur, steden en samenwerkingsvormen onder de vlag van BRI. De bescherming van de ketens vereist ook een militaire aanwezigheid, zoals zich uit in het gebruik van havens voor militaire doeleinden en de assertiviteit van China langs de drukke scheepvaartroutes in Z.O-Azië. Hoe deze toenemende invloed en assertiviteit van China uitdagingen creëert voor de gegroeide geopolitieke verhoudingen behandelt Maçães in een zeer informatief hoofdstuk over de politieke implicaties van de BRI. En daar is hij weer terug bij wat hem ertoe zette om het boek over de dageraad van Azië te schrijven: de veranderende geopolitiek waarvan Europa zich te weinig rekenschap gaf.
Met zijn aandacht voor grote economische en politieke thema’s en oog voor de ideologische dimensie daarvan, biedt de auteur veel materiaal voor wie op zoek is naar een genuanceerd antwoord op de groeiende macht van China. De neiging van de auteur tot abstractie en filosofische bespiegeling leidt naar mijn gevoel echter soms af van een nuchtere analyse van de feiten. Ook het vaak nodeloos ingewikkelde taalgebruik in dit boek leidt soms af van de belangwekkende inhoud. Waar Maçães reflecteert op Chinese cultuur en filosofie (Confucius, tiānxià) kun je je afvragen, wat zijn deskundigheid op dit gebied eigenlijk is. Het blijft, ondanks geleerde woorden, nogal oppervlakkig.
Miller: onvermijdelijke opmars met hindernissen
De Britse journalist en China-deskundige Tom Miller reisde twee jaar rond door de grensgebieden van China. Daar zag hij met eigen ogen wat de BRI in de praktijk betekent, en hij hoorde wat mensen erover vertelden. Deze positie in het veld typeert dit boek, waarin Miller afdaalt onder de ideologische en politieke abstracties waarmee BRI gepropageerd wordt, maar ook afstand houdt van de angstbeelden die de opkomst van China als wereldmacht oproept.
Miller neemt de bedoelingen van China serieus en ziet de inspanningen van China om via ‘infrastructuurdiplomatie’ macht over zijn eigen grenzen heen uit te oefenen als onvermijdelijk. De wollige ideologische rechtvaardigingen van de Chinese machthebbers in termen van lotsverbondenheid, wederzijds voordeel en harmonie accepteert hij voor wat ze zijn. Meer dan op de woorden van de Chinezen let hij op hun daden. Met zijn observaties in heel verschillende landen en beschikbaarheid van aanvullende gegevens laat hij een genuanceerd beeld zien.
Er is niet één masterplan
De positieve potentie van Chinese investeringen is groot en voor veel landen is er vaak nauwelijks een alternatief. In de uitvoering is een en ander vaak niet zo fraai als het wordt voorgesteld: win-win is vaak twee keer winnen voor de Chinezen, soms worden landen met grote schulden opgezadeld, veel projecten worden slecht of niet uitgevoerd. De toenemende betekenis van Xinjiang als poort naar Centraal Azië en de aanwezigheid van delfstoffen hebben tot extreme maatregelen geleid om de Oeigoeren onder controle te houden. Ook deze negatieve kanten van de manier waarop China zijn internationalisering aanpakt, komen in het boek van Miller aan de orde.
Meer dan andere auteurs laat Miller zien dat er aan de Chinese kant meer actoren zijn dan alleen de nationale regering: banken, bedrijven en lokale overheden spelen een rol vanuit onderscheiden belangen. Eén masterplan rond BRI onder eenhoofdige leiding van Xi Jinping is een verkeerd beeld, zo laat het boek zien.
De paraplu die BRI heet
Miller heeft tijdens zijn reizen kunnen zien dat de harmonie van Xi Jinping in de praktijk vaak nog moeilijk tot stand komt. Wantrouwen tegen Chinezen en hun (veronderstelde) manier van zakendoen remt samenwerking. Waar democratisch gekozen regeringen afhankelijk zijn van de instemming van hun burgers, is samenwerking met China afhankelijk van (etnische, nationalistische) sentimenten, die zich gemakkelijk tegen een machtige buurman kunnen keren. Het boek laat hier een uitdaging voor China zien: hoe een stabiele samenwerking opbouwen met steun van lokale bevolkingen? Op grotere schaal roept de groeiende macht van China tegenbewegingen op. Miller laat met name zien hoe landen als India en Japan worden uitgedaagd hun eigen invloed te vergroten. Ook leidt het optreden van China ertoe dat landen de V.S. uitnodigen zijn rol te vergroten. (Zie voor dit soort tegenbewegingen ook McGregor)
Zo presenteert Miller een nuchter verhaal over wat er schuilgaat onder de paraplu van BRI en wat een en ander oproept. Dat China zijn eigen weg zal blijven volgen en zijn greep op de wereld en de geldende spelregels zal verstevigen, staat voor hem vast. Wel zal China op zijn weg de nodige barrières ontmoeten, voor een deel zelf gecreëerd door onvoldoende ervaring in de rol van wereldmacht.
Het in helder Engels en aantrekkelijk geschreven boek biedt veel wat ons helpen om een beeld te vormen van wat BRI in de praktijk betekent. Daarbij put hij uit een schat aan harde gegevens als aanvulling op zijn eigen waarnemingen.
Een beperking van het boek, grotendeels gebaseerd op feiten tot 2016, is dat de zwalkende koers van de VS onder Trump er nog niet in verwerkt is. Wat betekent deze voor de China’s plaats in de mondiale economie?
Bruno Maçães, Belt and Road – a Chinese world order, Hurst Publishers december 2018, hardcover €22,99, ISBN 9781787380028.
China’s Asian Dream – Empire Building along the New Silk Road, Tom Miller, Zed Books juli 2019, paperback €11,99, ISBN 9781786997418.