De verbroken belofte van het socialisme

Het honderdjarig jubileum van de oprichting van de Chinese Communistische Partij in 1921 was aanleiding voor velen om op een eeuw ontwikkeling terug te blikken. Xi Jinping en de Partij benadrukten wat het ooit vertrapte China had weten te bereiken, westerse critici van het regiem van Xi gebruikten de gelegenheid om de opmars van China als kwaadaardige wereldmacht en concurrent van ‘liberale democratieën’ in perspectief te plaatsen.

Voor links vormt het huidige China een probleem. De Volksrepubliek begon onder Mao Zedong als een idealistisch project waarin het volk in opstand kwam tegen de heersende machten (kapitalisme, imperialisme). Nu is China een maatschappij geworden die in de neoliberale marktordening geïntegreerd is. De emancipatie van de onderdrukte klassen en landen is niet langer de motor van de ontwikkeling, maar een conservatief nationalisme waaruit de idealen van het socialisme inmiddels vrijwel verdwenen zijn.

Lin Chun is een van de linkse intellectuelen die vanuit een marxistisch gedachtegoed kritisch schrijven over de ontwikkeling van China sinds Deng Xiaoping, die zij zien als ‘contrarevolutie’. De auteur kijkt vanuit haar eigen ervaring in China met nostalgie terug op de revolutie. De wending sinds Deng ziet ze als een dwaling. Zij is kritisch over het bewind van Xi Jinping maar zij deelt veel kritiek van westerse commentatoren op de Chinese ontwikkeling niet. En op veel punten denkt zij positiever over China dan veel westerse commentatoren. De Coronacrisis heeft het land voorbeeldig aangepakt, vindt Lin.

De geslaagde strategie van Mao

Auteur Lin Chun

Voor Lin, net als voor andere marxistische critici van China, zoals Rebecca Karl, ging het fout toen de leiders van China de kern vergaten van de revolutionaire strategie van Mao. Hem ging het om de opstand van onderdrukte massa’s en onderdrukte landen tegen de machthebbers, de kapitalisten en de staatsmacht die deze kapitalisten steunt in hun uitbuiting van de arbeid. Zijn strategie was gericht op het mobiliseren van de massa tegen de overheersende machten, tegen de combinatie van kapitalisme en imperialisme. Het nationalisme van Mao stond ten dienste van de internationale strijd van socialisten tegen onderdrukkende machten.

De auteur erkent dat er in het tijdperk van Mao fouten zijn gemaakt en dat er zaken uit de hand liepen, zoals in de Grote Sprong Voorwaarts en de Culturele Revolutie. Zij benadrukt echter de juiste intenties van Mao en de zijnen, ook waar de uitwerking ervan faalde. En op basis van uitgebreid feitenmateriaal probeert ze aan te tonen dat, ondanks de fouten in genoemde episoden, de revolutie succesvol was in termen van welvaart, welzijn en betrokkenheid van de bevolking. Wat er in die jaren tot stand is gebracht, toonde een succesvol socialistisch ontwikkelingsmodel. Een belangrijk element was de zelfvoorziening van China: door gelijktijdige verbetering van de landbouw (o.a. mogelijk door landhervormingen) en snelle industrialisatie kon het socialistische China een eigen economie opbouwen. Het succes onder Mao vormde volgens de auteur tevens de basis van de groei in de periode daarna.

De fuik van de neoliberale markteconomie

De veranderingen sinds Deng Xiaoping vormen die zowel in westerse beschouwingen als in het Chinese zelfbeeld het begin van een ontwikkeling van een modern en welvarend China. Volgens Lin vormden ze echter een fuik: steeds meer raakte China verstrikt in de logica van het internationale kapitalisme en raakte het zijn eigen vrijheid kwijt. Het ging nu om rijk worden; de klassenstrijd was vergeten. Het pragmatisme van Deng, voor wie het niet uitmaakte wat de kleur van de kat was als die maar muizen ving, verdrong de emancipatoire ideologie die onder Mao de toon had bepaald. De studenten die in 1989 op het plein van de Hemelse Vrede demonstreerden, werden nog door de idealen van Mao geïnspireerd (eerder dan door westers liberalisme). Maar daarvoor bood de nadruk op de macht van de partij geen ruimte, aldus Lin.

Toen onder Jiang succesvolle zakenmensen in de Partij werden ogenomen, vervolgens onder Hu een amorf idee van ‘harmonie’ de klassenstrijd verving, was er van het socialisme weinig over. Inmiddels was China dermate in het internationale kapitalisme geïntegreerd, dat de spelregels van het neoliberalisme ook voor China golden: massale herstructureringen, privatisering en liberalisering van markten en daarbij passende arbeidsverhoudingen.

De ideologische basis van de partij was verloren gegaan, mobilisatie van de massa iets van het verleden geworden. Het in stand houden van de macht van de staatsbureaucratie en het daarmee verbonden kapitaal werd doel op zich. Zo ontstond de autoritaire staat van Xi Jinping. China profileert zich niet als een alternatief voor de kapitalistische wereldorde, maar als concurrent van de hegemonische Verenigde Staten. De huidige geopolitieke conflicten zijn een gevecht binnen het kapitalistische systeem.

Toekomst voor Chinees wereldsocialisme?

Voor Lin Chun is de kapitalistische fuik waarin China gelopen is, de verkeerde keus, zoals het internationale neoliberale kapitalisme een doodlopende weg is. Als het aan haar ligt pakt China alsnog de draad op van het socialisme in lijn van Mao Zedong en werpt het land zich opnieuw op als leider van een internationale beweging die een alternatief vormt voor het kapitalisme.

Veel concrete aanknopingspunten voor een mogelijke strategie biedt ze echter niet. Binnen China is er wel enige belangstelling voor een maoïstische revival, maar die lijkt toch vrij beperkt. Internationaal ontbreekt een samenhangende nieuw-linkse beweging. Het lijkt erop dat het neo-marxistische gedachtegoed zich voor een groot deel in academische kringen ontwikkelt zonder direct contact met de politieke praktijk. Het taalgebruik en de stijl van dit boek, met moeilijk doordringbaar jargon en verwijzingen naar een tamelijk sektarische theorievorming, maakt het niet direct aantrekkelijk voor wie er praktisch iets mee wil.

Toch kan een boek als dit de discussie over het huidige China nuttig verbreden, omdat het anders dan de nu overheersend vanuit liberale of conservatieve westerse denkbeelden geuite kritiek het bewind van Xi Jinping spiegelt aan de idealen waaruit de Volksrepubliek is voortgekomen.

Revolution and Counterrevolution in China: The Paradoxes of the Chinese Struggle | Lin Chun | Verso Books | september 2021 | 352 pag. | ISBN 9781788735636