Er is de laatste tijd veel aandacht voor de negatieve kanten van de samenwerking met (Mainland) China op onderwijsgebied. Chinese studenten zouden spioneren en technologie stelen uit laboratoria, de Chinese overheid verbiedt studenten in het westen kritisch zich over China uit te laten, Confucius instituten zijn een dekmantel voor de Chinese overheid om grip te krijgen op het academische programma van hun gast-universiteit, en zo verder.
Ik zal hier iets meer schrijven over de onderzoekssamenwerking met China naar aanleiding van de China-notitie van het kabinet die één paragraaf (9.1.1) hierover bevat. Het AWTI rapport uit 2014 “De Chinese handschoen” gaf al aan dat de stevige relatie tussen Nederland en China is gefundeerd op de band van wetenschappers die al sinds de jaren 80 samenwerken. Denk hierbij vooral aan de wetenschap disciplines van de universiteiten van Wageningen en Delft die in China in trek zijn: landbouwtechnologie. Dit leidde al vroeg tot kruisbestuiving is tussen de wetenschap en het bedrijfsleven.
Heden is samenwerking in onderzoek over de breedte van bijna de hele wetenschap: van filosofie en logica, taalkunde, archeologie, rechtswetenschappen, psychologie tot medisch onderzoek, kunstmatige intelligentie, scheikunde, geologie etc. Inmiddels richt de bulk van de onderzoekssamenwerking zich op geneeskunde, bètawetenschappen en business management. Voor velden als milieuonderzoek en medisch onderzoek – denk aan de vogelgriep – is het noodzaak om Chinese data te bestuderen en met Chinese wetenschappers samen te werken. Nu zijn het vooral wetenschapsfinancier NWO en de organisatie voor internationalisering van het onderwijs, Nuffic, degene die de samenwerking met China helpen vormgeven naast de onderwijs instellingen zelf.
Mogelijke risico’s
De beleidsnotitie van het kabinet gaat kort in op de China2025-strategie die als doel heeft China tot wereldleider te maken op technologiegebied, op de Chinese ambities voor kunstmatige intelligentie en wil dit tegengaan door het beperken van vergunningen voor dual-use goederen, ofwel het gebruik van civiele technologie om militaire middelen mee te maken.
Wat laat de notitie onbesproken? Hier een lukrake greep:
- Een eerste voorbeeld is de grote afhankelijkheid in Nederland van de China Scholarship Council beurzen voor Chinese studenten. Nederland profiteert van honderden door de Chinese overheid betaalde studenten en onderzoekers Eén ieder die werkt met door de Chinese overheid betaalde onderzoekers, zou moeten bedenken wat het betekent als de Chinese beurzen op een dag stopgezet worden. Eenzelfde afhankelijkheid van Chinese overheidsfinanciën speelt bij onderzoek dat relevant is voor (regionale) Chinese overheden of bedrijven. Het speelt ook mee als een universiteit voor taalprogramma’s Chinees afhankelijk is van een Confucius instituut: dit laatste speelt echter niet in Nederland. Je moet jezelf afvragen: welke afhankelijkheid van Chinese financiering vind je verantwoord?
- Een ander punt is het streven om zoveel mogelijk proefdiervrij te werken. Echter, dit is wel een punt waardoor wetenschappers gedwongen worden om experimenten met proefdieren over de grens uit te voeren, bijvoorbeeld in China. Dit gebeurt in de levenswetenschappen. Wat is verantwoord in het licht van de eigen ethische gedragscodes?
- Binnen big data onderzoek is het onduidelijk hoe toestemming van ethiek commissies in China verkregen wordt; hoe data verkregen worden; wie toegang heeft tot data; of resultaten van big data onderzoek door de overheid gebruikt kunnen worden, etc. Het is verleidelijk om big data onderzoek in China uit te voeren omdat er veel data is voor medisch en geologisch onderzoek, en omdat China er hard aan werkt om koploper op het gebied van kunstmatige intelligentie te worden. Er is een risico dat de Chinese overheid met resultaten en data aan de haal gaat, op een manier die Nederlandse en wellicht ook Chinese wetenschappers niet voor mogelijk houden.
Wat is wijs wanneer je samenwerkt met China in onderwijs of onderzoek?
- Bedenk eerst: waarom wil je met China samenwerken? Wat zijn je alternatieven als het met China niet lukt?
- Wat is je doelstelling? Er zelf beter voor staan door met Chinese collega’s of data te werken, of samen met China zij-aan-zij aan technologische of wetenschappelijke vooruitgang werken? Laat dat je informatiemanagement bepalen: welke kennis en data deel je?
- Wat zijn mogelijke uitdagingen? Denk aan financiering, personele inzet, apparatuur gebruik, reis(on)mogelijkheden, waar worden data bewaard, wie heeft toegang tot data, publicatiedruk en auteursvolgorde.
- Hoe ga je om met cultuur- en taalverschillen? Zelf Chinees gaan leren is leuk (of eigenlijk dodelijk vermoeiend, laten we eerlijk zijn) maar je kunt ook tolken / sinologen inhuren om te helpen. Bedenk dat een tolk die je in Mainland China inhuurt, eerder geneigd is een Chinees perspectief te hebben.
- Laat de achtergrond van mensen met wie je samenwerkt checken door mensen die het Chinees beheersen. Veel is (op Chineestalige sites) online te vinden, bijvoorbeeld ook of mensen een militaire achtergrond hebben.
- Bedenk hoe je je wilt verhouden tot de belangen van je partner en van de Chinese politieke structuur. Bij elke Chinese formele organisatie zijn er partijafdelingen. De echte macht ligt vaak bij partijleden, niet altijd bij mensen met de hoogste functie. Dit is veelal openbare informatie.
- Verdiep je in de context van de Chinese partner: wat is het nationale en het regionale beleid? Wie zijn mogelijke stakeholders bij jullie project aan Chinese zijde? Wie neemt beslissingen over middelen en wanneer en waar moet hij/zij rekening mee houden?
- Academische vrijheid/censuur. Er is censuur in China. De laatste jaren is de academische vrijheid ingeperkt, in de zin van spreken in het openbaar, te behandelen onderwerpen in de collegezaal en academische literatuur. Bedenk waar je eigen grenzen in de academische samenwerking liggen. Wat vind je zelf ethisch verantwoord? Bespreek vragen of problemen die je hebt, één-op-één met je Chinese partners.
- Als de voordelen van de samenwerking niet opwegen tegen mogelijke risico’s, overweeg of je het project wilt stopzetten.
Verder lezen
Voor wie meer wil weten over de zaken die genoemd worden in de eerste alinea, kan ik o.a. de volgende rapporten aanbevelen:
- Leiden Asia Centre: Assessing Europe-China collaboration in higher education and research on Europe (2018) zie ook de bronnenlijst op het eind!
- Australian Strategic Policy Institute: Picking flowers, making honey. The Chinese military’s collaboration with foreign universities (oktober 2018)
- Meer over het China 2025-beleid van China waarin staat dat China wereldleider wil worden op technologisch gebied: Evolving Made in China 2025 (juli 2019)
Dit artikel is het zesde in een korte serie over de China-notitie die het kabinet in mei presenteerde. Deze weken behandelt een aantal China2025.nl bloggers hun visie en verschillende aspecten gerelateerd aan dit beleid. Lees ook de eerdere blogs in deze serie:
Twee misvattingen over China
Amerika valt aan, Europa worstelt
De China strategie is geen strategie
Gezamenlijk optreden voor stabiliteit
De koopman en de dominee redden het niet meer zonder de cyber techneut
Nuttige suggesties voor wie academisch met China samenwerkt. Ik mis echter aandacht voor twee zaken:
1 Wat de academische vrijheid betreft raad je aan om daarover met de Chinese counterpart te overleggen. Dat kan natuurlijk nooit kwaad, maar besef dan wel dat deze gebonden is aan de strenge regels die onder XI Jinping zijn ingevoerd, die gesprekken over heel veel dingen onmogelijke maken, althans binnen de collegezaak of het lab. Gesprekken over mensenrechten, democratie en divil society zijn eenvoudig taboe volgens het bekende document 8 http://www.chinafile.com/document-9-chinafile-translation . Ik zou op een aantal gebieden geen les meer kunnen geven in China zonder deze regels te overtreden, ben ik bang.
2 Ik lees weinig over aspecten van kennisoverdracht die met defensie en veiligheid te maken hebben. We hebben ooit gedoe gehad met kernfysici die kennis meenamen naar Iran. Als nu kennis over AI (met mogelijke toepassingen in leger of terrorismebestrijding) naar China gaat, zitten we met een vergelijkbaar probleem. Hoe zorgen we dat we kwetsbare kennis niet weggeven in een wereld waarin China niet in alle opzichten onze vriend is. Maar hoe werken we dan toch samen?
Beste Huib,
goede punten. Als antwoord op je eerste vraag, ik doelde op gesprekken in een-op-een situatie. Die onderwerpen zijn formeel taboe, dus in formele settings. ook een collegezaal behoort daartoe. maar dat belet je niet om met collega wetenschappers of docenten in informele settings hierover te spreken.
als antwoord op je tweede vraag, kan ik je aanraden de algemene AIVD tips na te lezen. op bezoek in China wordt aangeraden ‘lege laptops’en ‘burner mobiele telefoons’ mee te nemen, zonder je complete werkfiles erop, en geen gevoelige informatie erop. als je wechat installeert op je mobiel, weet dat je dan ‘je voordeursleutels aan de Chinese overheid geeft’, zoals een journalist eens schreef. Als je met studenten of onderzoekers werkt, bedenk dan tot welke data je ze toegang wilt geven, welke informatie ze mee mogen werken. Nederlandse universiteiten hebben vaak een open-deuren beleid. Denk na over fysieke toegang , bijvoorbeeld tot labs of kantoren e.d. groet, Annemarie