In tien verhalen, die zich voornamelijk afspelen in China, brengt de Chinees-Amerikaanse schrijfster en journaliste Te-Ping Chen een wijd spectrum van situaties tot leven waarin Chinese burgers zich, in meerdere of mindere mate, staande houden te midden van de uitdagingen van de moderne samenleving. Met dit debuut combineert zij kennis over China met talent voor schrijverschap. De verhalen zijn beeldend en met subtiliteit opgetekend, de plots soms verrassend, steeds met een ondertoon van menselijke nietigheid, verlies, schaamte en spijt, maar ook van hoop en moed. Tegelijk verweeft zij fantasie met werkelijkheid, waardoor gebeurtenissen soms iets van een fabel hebben.

De verhalen spelen zich af in de grote stad en op het platteland, op een metrostation en in een bloemenzaak. Twee verhalen vinden in Amerika plaats. De settingen zijn sterke ondersteuners voor de gebeurtenissen in de levens van de mensen om wie het gaat. Sommige verhalen lijken eenvoudig terwijl de diepere boodschap ernstig is: de mens die onder druk zijn gedachten aanpast, de burger die zijn eigen morele kompas volgt in weerwil van de gewenste mores, de acceptatie van het lot dat men is deelgevallen en het soms uitzichtloze of nutteloze bestaan. En toch zijn veel van de karakters ook sterk – enkelen weten juist om te gaan met existentiële levensvragen en de onbuigzaamheid van het bestaan.

Chens verhalen zijn daarmee van universele waarde – zij kunnen overal plaatsvinden: de vermorzelde burger die in het radarwerk van de overheid terecht gekomen is of de zachtmoedige jonge vrouw die door haar gewelddadige vriendje gestalkt wordt.

Lulu

Auteur Te-ping Chen

Het eerste verhaal, ‘Lulu’, beschrijft de levens van een tweeling waarvan de ene voorbestemd is om tot grote academische en maatschappelijke hoogtes te komen terwijl de andere zijn toekomst in de gaming industrie parkeert. Ogenschijnlijk lijkt hun lot bepaald, totdat de broer ontdekt dat zijn begaafde zus Lulu nalatige en kwalijke praktijken van de overheid aan de tand voelt, via sociale mediakanalen. Zij wordt een paar maal gearresteerd, mishandeld en gevangen gezet.

Het verweer van Lulu is dat zij niet anders kan, ongeacht de schade die zij zichzelf en haar familie aanricht. Dat zij de misstanden moet aanvechten en niet kan wegkijken. Zinloze moed? Als lezer wordt je gegrepen door haar onbaatzuchtigheid en kracht, terwijl het ongemakkelijke gevoel zich opdringt of je zelf wel in staat zou zijn om je nek uit te steken wanneer het moment daar om vraagt.

Vliegmachine

De arme boer Cao Cao probeert al vijftien jaar lid van de Communistische Partij te worden. Iedere keer wordt zijn aanvraag afgewezen door de partijsecretaris van het dorp. De Partij is immers op zoek naar jong en goed geschoold talent. Als arme boer maakt hij daarom weinig kans.

Cao Cao noemt zichzelf uitvinder en boer, en weet van afvalmateriaal allerlei machines en apparaten te maken. Zo komen dorpelingen bij hem langs om hun deegwaren te laten verwerken door zijn noedel-snijmachine. Met de bouw van een klein tweepersoons vliegtuigje, op zich een grandioze prestatie, hoopt hij op een goede dag de lokale partijbons te imponeren. Terwijl het vliegtuigje monter vooruit sputtert en het hele dorp meekijkt, wordt de lezer meegenomen in de wensdroom van de boer. Zal het hem dan eindelijk lukken om dat felbegeerde partijlidmaatschap te krijgen? Met weinig maar trefzekere woorden schetst Chen vervolgens de futiliteit van zijn pogingen en het kleinzielige machtsgebruik van de partijsecretaris.

Beleggen

In het titelverhaal krijgen we een inkijkje in het uitgebluste leven van een ouderpaar waar teleurstelling en saaiheid bijna tastbaar de toon voeren. Hun zoon Zhu Feng woont bij hen in. Deze is ambtenaar, en wordt verleid om te investeren in een plan dat grote winsten belooft.

Zhu heeft het geld niet en vraagt zijn ouders om het beleggingskapitaal vrij te maken. Zij bezitten dit niet, noch hebben zij enige belangstelling. De vader verdient, naast zijn pensioentje, een bescheiden inkomen door mensen op zijn scooter te taxiën. Zhu Feng besluit het geld van een vriend te lenen en ontvangt wonderwel een mooi investeringsresultaat. Het doet hem besluiten eens en voor altijd zijn karige inkomen aan te vullen met beleggingswinsten. Hij maakt handig gebruik van de overheidskas waar hij vanuit zijn functie bij kan, en stort het geleende geld steeds op tijd terug zodat er boekhoudkundig geen gaten vallen.

Wanneer de beurs een ongewenste beweging omlaag maakt en blijft kelderen, lijken de tijden zich echter tegen hem te keren, want hij is niet in staat het weggehaalde bedrag aan te vullen. Tegen de achtergrond van zijn toenemende zorgen en paniek schildert zich het verleden van zijn zwijgzame vader af. Deze blijkt op 4 juni 1989 op de barricades te hebben gestaan en door een kogel in zijn dijbeen te zijn geraakt. Vanwege zijn deelname aan de protesten werd zijn licentie om een taxi te besturen ingetrokken, en kan hij tot in het einde der dagen mensen alleen op zijn scooter rondrijden.

Dit verhaal brengt prachtig de lang vervlogen hoop van de ouders op een rechtvaardige samenleving en de vervliegende hoop van de zoon samen. Zijn kans op het vinden van een huwelijkspartner ziet hij in rook opgaan. Ook al zijn Zhu’s handelingen ten aanzien van het ‘lenen’ van geld uit de overheidskas meer dan bedenkelijk, zien wij als lezer vooral een gefrustreerde man die er niet op uit is te frauderen, maar gevangen zit in een uitzichtloos tandrad. Zijn handelen is dom, onethisch, maar tegelijk menselijk.

Mensen van vlees en bloed

Het is knap hoe Chen verschillende emoties bij de lezer weet op te roepen.  Daar spelen haar subtiele en vloeiende stijl en woordkeuze zeker een belangrijke rol in. Haar proza is stijlvol, rijk en gek genoeg licht. Haar onderwerpen vallen pas veel later als een baksteen op de maag.

Haar karakters zijn met sympathie neergezet, het zijn geen helden, maar mensen van vlees en bloed die proberen iets van hun leven te maken en onder niet altijd meezittende omstandigheden betekenis aan dit leven te geven. En dat gaat niet altijd goed. Daar waar sprake is van eenzaamheid en oneerlijkheid, trotseren haar karakters deze door noest vast te houden aan kleine verworvenheden, klein gerief.

Te-Ping Chen heeft duidelijk haar jarenlange ervaring als verslaggever voor The Wall Street Journal in China weten aan te wenden om sociale vraagstukken tot een menselijk niveau terug te brengen. Tegelijk zijn haar verhalen transporteerbaar naar andere werelden en daardoor voor een ieder herkenbaar. Een ware aanrader!

Land of Big Numbers, Te-ping Chen, Houghton Mifflin Harcourt februari 2021, 256 pag., paperback €16,99, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN: 9780358272557.

 

Luister ook de podcast van Asian Review of Books met auteur Te-ping Chen over dit boek: