Het is al weer ruim een half jaar geleden dat ik een uitgebreid artikel schreef over de strijd die ontstaan is tussen China’s twee grootste internetbedrijven Alibaba en Tencent. Alibaba is natuurlijk bekend van e-commerce-platforms als Taobao en Tmall. Tencent heeft hits als instant messenger QQ en ‘chat-app on steroids’ WeChat op haar naam staan.
Sinds 2013 en nadat Tencent diverse m-commerce- functionaliteiten heeft toegevoegd aan WeChat begeven de twee zich steeds meer op hetzelfde terrein. . Zoals ik hier en hier beschreef heeft dit geleid tot een felle strijd en de strijdbijl is het afgelopen half jaar alles behalve begraven. Tijd dus voor een update.
JD en Tencent
In de business-to-consumer-markt is Jingdong (JD.com) na Alibaba’s Tmall de tweede partij in China. In het eerste kwartaal van 2014 had Tmall ruim 50% van de markt in handen en JD bijna een kwart. In de afgelopen maanden was JD het middelpunt van een aantal opmerkelijke nieuwsitems.
Allereerst ging Tencent in maart een strategisch partnerschap aan met JD en kocht een aandeel van 15% in het e-commerce-bedrijf. Tencent liet daarbij weten haar e-commerce-activiteiten over te dragen aan JD: QQ Wangguo (B2C), Paipai (C2C) en op termijn waarschijnlijk ook Yixun (een B2C-platform dat met enkele procenten marktaandeel ook een van de top 5 e-commerce-platforms in China is).
Terwijl Alibaba begin mei haar toekomstige beursgang in Amerika aankondigde ging JD diezelfde maand daadwerkelijk naar de beurs en haalde $1,78 miljard op. Een aankondiging die ik persoonlijk veel interessanter vond was de integratie van JD in WeChat. In enkele steden in China is de JD-store sinds eind mei te vinden onder WeChat’s ‘Discover’-tab waar ook andere populaire functionaliteiten als de Facebook-achtige Moments-tijdslijn, games en stickers zich bevinden.
Het is een menu dat alle WeChat-gebruikers meerdere keren per dag te zien krijgen en JD heeft daarmee een veel prominentere positie gekregen dan Yixun’s plaatsing in het weggemoffelde ‘My Wallet’-menu. De samenwerking tussen JD en Tencent is hiermee een daadwerkelijke bedreiging geworden voor Alibaba’s Tmall. Wetende dat WeChat in het eerste kwartaal van 2014 is gegroeid naar 396 miljoen maandelijks actieve gebruikers, meer dan een verdubbeling ten opzichte van het jaar ervoor, is dit geen kleine bedreiging.
WeChat-Shops

WeChat’s My Wallet met Dianping Group Buying.
Maar er gebeurde meer in WeChat de afgelopen maanden. In februari nam Tencent een aandeel van 20% in Dianping, een portal die Yelp-achtige recensies van lokale bedrijven (waaronder restaurants) combineert met Groupon-achtige group-buying deals.
Dianping’s functionaliteiten zijn inmiddels op verschillende plekken in de app beschikbaar. Zo zijn de group-buying deals te vinden onder ‘My Wallet’ en kan een gebruiker door integratie met Dianping zijn locatie delen met vrienden. WeChat-gebruikers die onder dat ‘My Wallet’- menu hun bankrekening hebben gekoppeld aan WeChat kunnen sinds kort ook betalingen aan elkaar overmaken vanuit de app.
Dit is overigens niet de enige nieuwe betaalfunctionaliteit. In maart voegde Tencent aan service accounts (zie mijn artikel uit januari voor informatie over service accounts) een nieuwe functionaliteit toe die de eigenaars van dergelijke accounts in staat stelt betalingen te ontvangen via WeChat.
Dat dit onderdeel vormde van een groter, sluw plan bleek al snel. Eind mei maakte Tencent bekend naast het B2C-kanaal van JD ook een nieuw C2C-kanaal aan WeChat toe te zullen voegen: WeChat-Shops. Iedereen kan nu een virtueel winkeltje openen in WeChat indien voldaan wordt aan de volgende eisen:
- Men heeft een geverifieerd service account.
- Men heeft een borg van 20.000 RMB (€2.366) gestort (waaruit eventuele disputen met klanten betaald kunnen worden).
- Men heeft WeChat Payment in het service account geïntegreerd.
- Men heeft een in China geregistreerd bedrijf.
Via een content management-systeem kunnen producten worden toegevoegd, orders worden afgehandeld en klachten worden behandeld. In principe heeft WeChat hiermee een gelijksoortige propositie als Alibaba’s Taobao. Sommige experts zijn echter van mening dat dit vooral een bedreiging is voor Tmall omdat service accounts in WeChat met name door merken worden gebruikt en niet door particulieren.
Eind juni kondigde Tencent tenslotte aan een aandeel van bijna 20% te hebben genomen in 58.com, een populaire website voor lokale advertenties, vergelijkbaar met het Amerikaanse Craigslist. Tencent laat weten dat ook deze site een plekje zal krijgen in WeChat. Nee, er is geen twijfel meer mogelijk. Tencent neemt Mobile commerce serieus.
Mobile commerce
De interesse van Tencent is ook niet zo vreemd. Het is duidelijk dat de slag om e-commerce zich steeds vaker toespitst op smartphones, die inmiddels 80% vormen van de totale telefoonverkoop in China. China had halverwege dit jaar 632 internetgebruikers (nog steeds minder dan de helft van de populatie) en 83,4% van hen heeft via de smartphone en tablet toegang tot het web.
Dat is inmiddels meer dan de 80,9% die een PC gebruikt om te surfen. Van de mobiele internetters betaalt inmiddels 38,9% met de telefoon. Naar verwachting zal de omvang van bestedingen via de mobiele telefoon dit jaar bijna verdubbelen naar ruim $50 miljoen. Alibaba domineert met ruim driekwart van de m-commerce-markt nog steeds met Tmall en Taobao, maar hoe lang zal dat zo blijven?
Alibaba koopt publiek
Alibaba beseft dat ze dan misschien de grootste e-commerce-platforms mag bezitten, op de smartphone heeft ze een redelijk zwakke positie. Als mensen iets willen kopen gaan ze op hun telefoons naar de Taobao- of Tmall-apps, maar Alibaba had tot begin 2013 geen aandeel in een platform waar netizens hun ‘non-shopping time’ doorbrengen. Die tijd brengen ze wel door op WeChat en nu Tencent steeds grotere stappen in m-commerce zet wordt de dreiging dat consumenten niet meer de moeite nemen om WeChat te verlaten als ze iets nodig hebben steeds groter.
Alibaba heeft dus een strategie in gang gezet waarbij ze zichzelf een publiek koopt; Alibaba wil zijn waar de netizen zijn tijd doorbrengt. Een van de eerste stappen die het bedrijf vorig jaar nam was de aankoop van een aandeel van 18% in Sina Weibo, China’s populairste microblog. Helaas zakte het gebruik van Sina Weibo nog geen half jaar later flink in (zie mijn artikel Wie wurgt Weibo?). In april dit jaar haalde Sina Weibo $286 miljoen op bij een beursgang, flink lager dan de geplande $400 miljoen. Hoewel Sina Weibo nog steeds veel gebruikers heeft lijkt het platform inmiddels over zijn hoogtepunt heen.
Dit jaar zet Alibaba de gekozen koers voort. Wat doet men nog meer op de mobiele telefoon? 428 Miljoen Chinezen kijken video op hun smartphone of tablet en Youku Tudou trekt ongeveer 400 miljoen unieke kijkers per maand. Het nieuws dat Alibaba in april dit jaar $1,22 miljard investeerde in het online videobedrijf kwam daarom niet als een enorme verrassing. Wat doet de netizen nog meer?
Surfen op het web via een mobiele browser! Ook de volledige overname van UCWeb, moeder van UC Browser welke met 264 miljoen gebruikers de grootste mobiele browser in China is, past dus prima in de strategie. Deze overname was overigens de grootste internetovername in China ooit. Met UC Browser, de Taobao app en de online payment app Alipay heeft Alibaba nu 3 van de 5 meest gebruikte mobiele apps in handen.
Na een mislukte poging om met Laiwang zelf ook een chat-app als WeChat te lanceren probeert Alibaba het nu met een nieuw sociaal netwerk met de niet bijster creatieve naam FUN. FUN is een app welke is geïntegreerd in de Tmall-app en stelt gebruikers in staat om foto’s te maken en daarin de merken van de gefotografeerde producten te labelen: neem een selfie en voeg je merk shampoo, oorbellen, horloge en jurkje toe. Instagram heeft een soortgelijke functionaliteit die door vrijwel niemand in het westen gebruikt wordt. Maar Chinezen pronken graag met hun spullen, dus succes is voor FUN is niet ondenkbaar.
Samenvattend, Alibaba en Tencent hebben het afgelopen halfjaar alles behalve stilgezeten in hun strijd om de e-commerce-markt. China is daarmee één van de interessantste plekken om ontwikkelingen op dit gebied te volgen. Via China2025.nl blijf ik jullie op de hoogte houden.
Trackbacks / Pingbacks