Toen Xi Jinping in 2013 het roer overnam van Hu Jintao, was duidelijk dat er een nieuw tijdperk was aangebroken. De ‘Chinese droom’ die Xi wilde realiseren, zag hij zelf als een ingrijpende nieuwe stap en ook de wereld buiten China was zich ervan bewust dat we met een ander China te maken gingen krijgen. Zelf was ik tijdens de overgang naar deze nieuwe periode een aantal keren in China en ik voelde, hoorde en zag om me heen dat er iets nieuws gaande was. Ik kreeg soms het gevoel dat ik me in China vergist had in de jaren dat ik de markteconomie zag groeien,weinig merkte van partij en communisme en toenemende vrijheid van individuen zag. Ik schreef in China2025 eerder over mijn indrukken: wat ik las in het boek met de verzamelde geschriften van Xi Jinping (The Governance of China) en ik zag op de straat reclame voor de Chinese waarden die Xi leidend wilde maken voor het gedrag van elke burger.
Vragen over China’s ontwikkeling
Hoe heeft Xi de digitale wereld vormgegeven op een manier die de groeiende economie ondersteunt, maar tevens een waarborg vormt voor het onbetwiste leiderschap van de partij? Hoe staat het met de politieke opruiming in de partij, en het herstel van het vertrouwen van de burger in het politieke leiderschap van de partij? Wat is er terecht gekomen van het versterken van de rol van de markt in de economie, de versterking van innovatie en de vergroening van China? Wat zien we van de versterking van de politieke rol van de supermacht China in de internationale verhoudingen?
Deze vragen stelt Elizabeth Economy in haar recente boek over China, vanuit het perspectief van de Verenigde Staten. Wat betekenen de ontwikkelingen in China voor de de huidige wereldleider, die een steeds sterkere nummer twee naast zich heeft, die zich niet vanzelfsprekend voegt naar de spelregels van de liberale democratie en vrije markteconomie? De hoofdstukken van dit boek volgen de belangrijkste punten van de beleidsagenda die Xi Jinping rond zijn aantreden op verschillende momenten heeft ontvouwd. Dit na een eerste hoofdstuk waarin Economy haar perspectief schetst, en afgesloten door een hoofdstuk waarin het perspectief van de Verenigde Staten op China wordt geboden.
China’s derde revolutie

In het openingshoofdstuk maakt Economy meteen duidelijk dat het om niet minder dan een revolutie gaat. De eerste (communistische) revolutie was die van Mao Zedong in 1949: de stichting van een socialistische staat. De liberalisatie van de economie en opening van de grenzen voor buitenlandse investeringen in de jaren tachtig vormt de tweede revolutie onder leiding van Deng Xiaoping. Meer macht kwam op decentrale niveaus en ondernemerschap werd aangemoedigd.
De derde revolutie ziet Economy als een soort hegeliaanse synthese van de eerste twee: het primaat van de partij wordt hersteld en de macht binnen de partij wordt sterk gecentraliseerd, met Xi als spin in het web. Het patroon van collegiaal leiderschap zoals onder Hu Jintao wordt doorbroken, persoonlijk leiderschap zoals onder Mao staat weer centraal. De versterking van de markt en bevordering van innovatie, inclusief de vergroening van de economie, vormt de erfenis van Deng in de politiek van Xi.
Alles staat in dienst van de Partij
Het hoofdstuk 2 over de de bestrijding van de corruptie maakt duidelijk dat onder Xi het herstel van de macht van de partij centraal staat. Deze centraliteit van de machtsdynamiek komt ook in het hoofdstuk 3, over internet in China duidelijk naar voren. Een goed functionerend internet is nodig voor de economie, en het kan zeker ook gebruikt worden als instrument van door de overheid geregisseerde burgerparticipatie. Maar tot elke prijs moet voorkomen worden dat internet een medium wordt voor niet door de centrale leiding gestuurde politieke actie. Economy beschrijft in detail hoe het beperken van informatie als noodzakelijk wordt beschouwd, ook als dit nadelig is voor de economie.
De centraliteit van het leiderschap van de partij en de macht van de staatsbureaucratie komen ook terug waar het boek over de markteconomie gaat. Het bevorderen van het marktmechanisme, ook voor staatsbedrijven, staat steeds ten dienste van het handhaven en versterken van het leiderschap van de partij. Staatsbedrijven blijven ook onder Xi een belangrijk instrument van politieke invloed en de prijs van inefficiëntie, hoge schulden en overbezetting wordt geaccepteerd door de politiek. Ook innovatie, een speerpunt van het beleid van Xi, vindt plaats binnen de door staatsmacht en partijverhoudingen gedomineerde industrie. Economy laat zien dat dit beleid op lange termijn zeker successen laat zien, maar dat innovatie geremd wordt door sub-optimale investeringen, en omdat de toegang van buitenlandse bedrijven tot de markt wordt beperkt.
Tegenstrijdige effecten van het beleid
Eenzelfde politieke logica ziet het boek in de strijd tegen vervuiling, een terrein waarop de Chinese overheid moet presteren om de steun van haar burgers te blijven behouden. Het hoofdstuk hierover laat veel ambitie zien, enige successen, maar vooral ook beperkingen door een gebrek aan transparantie en mogelijkheden van burgers om actief te participeren. Het beeld van grote pretenties, geïnspireerd door de Chinese Droom, en tegenstrijdige of verwarrende effecten zien we ook in de ontwikkeling van het buitenlandse beleid van China.
Aan de ene kant zien we een land dat inmiddels op economisch en militair gebied wereldmacht nummer 2 is, en officieel een beleid van vreedzame samenwerking met andere landen uitdraagt. Maar volgens Economy vertaalt China deze nieuwe positie nog onvoldoende in het nemen van verantwoordelijkheid die verder gaat dan direct eigenbelang. Daarbij lijkt China een voorstander van de liberale economische orde (vrijhandel), maar tegelijkertijd ondersteunt het niet de waarden die daarbij horen: vrije uitwisseling van informatie, liberale democratie.
Interessant door gedetailleerde analyse

Zo roept het boek een beeld op van China dat onder Xi een droom probeert te realiseren die niet zonder tegenstrijdigheden is, gebaseerd op een combinatie van economische markt en autoritair leiderschap door de partij. Ze adviseert de Verenigde Staten om China serieus te nemen, en daar met een duidelijk eigen visie op te reageren vanuit de eigen principes en waarden. Of haar adviezen bij Trump een gewillig oor vinden, betwijfel ik. Voor een deel zijn ze nu al achterhaald door de handelsoorlog.
Voor Europese politici en beleidsmakers bevat het boek geen specifieke aanbevelingen. Aan de relatie tussen de EU met China besteed Economy geen aandacht. Wel bevat het boek door de gedetailleerde analyses van de genoemde beleidsgebieden ook voor Europese beleidsmakers veel interessants.
Een beperking van het boek vind ik de nogal naïeve (Amerikaanse?) veronderstelling dat vrije markt, vrije belangenbehartiging (‘civil society’) en politieke democratie uiteindelijk een voorwaarde voor welvaart vormen. Is het China van Xi niet juist een verontrustend voorbeeld van een land dat probeert deze westerse orthodoxie te weerleggen?
The Third Revolution: Xi Jinping and the new Chinese State, Elizabeth C. Economy, Oxford University Press, juni 2018, hardcover €26,99, e-book €16,81, ISBN 9780190866075.