v.l.n.r. Japanse premier Shinzo Abe, Chinese premier Li Keqiang, Zuid-Koreaanse president Moon Jae-in
foto: Xinhua/Yao Dawei

Drie of vier tijgers, één familie

Michael Booth is journalist en schrijver van boeken over reizen en koken. In dit boek doet hij verslag van een reis langs een groot aantal steden in vier landen, waarvan zich twee China noemen: Japan, de Volksrepubliek China, Zuid-Korea en Taiwan. Het fascineert de auteur dat deze landen een gemeenschappelijke culturele erfenis delen, het Confucianisme, maar tevens een geschiedenis van bittere conflicten en bloedige oorlogen achter zich hebben, die nog dagelijks doorwerkt in de beelden die de bevolkingen van deze landen van elkaar hebben.

We weten dat de wreedste misdaden binnen families worden begaan en wat Booth laat zien over confuciaanse familie van Oost-Azië, bevestigt dit. De landen, waarvan China ooit het culturele en politieke centrum was, hebben vooral sinds de verzwakking en ondergang van de Qing-dynastie in China doorlopende onderlinge conflicten gekend, binnen het internationale krachtenspel waarvan Europa en de Verenigde Staten deel uitmaakten. China raakte zijn onbetwiste plaats kwijt en andere tijgers op de berg (Japan en Korea) – Booth ontleent het beeld aan een Chinees spreekwoord over twee tijgers – eisen hun eigen plek op.

Taiwan, dan weer deel van Japan, dan weer deel van China en nu een staat met betwiste zelfstandigheid, komt daar als vierde tijger bij. Booth reist door deze vier landen om te onderzoeken hoe het staat met hun onderlinge verhouding; hoe hebben zij deze onderlinge geschiedenis verwerkt en welke beelden heeft men van elkaar?

Vier landen, vele steden

Auteur Michael Booth

Het boek beschrijft de reis van de auteur, die in Japan start en daar ook weer eindigt. In totaal 36 korte hoofdstukken verhaalt de auteur over de verschillende steden die hij bezoekt. Daarin geeft hij meestal enige ‘couleur locale’ van de plek waar hij is, vertelt hij over historisch belangwekkende plaatsen en musea en doet hij verslag van interviews met verschillende mensen. Uit die interviews leren we over beelden die bestaan over de geschiedenis van het land, en over de conflicten die zich in de geschiedenis tussen de leden van de confuciaanse familie hebben voorgedaan. De gesprekspartners zijn heel divers: van toevallige contacten in cafés tot specialisten in de geschiedenis, politici of veteranen die ervaringen over voorbije oorlogen kunnen delen.

De beelden en meningen van deze mensen vult Booth aan met wat hij weet uit de historische literatuur. Als een reisgids die op historische plaatsen op tijd de toepasselijke historische achtergronden kan vertellen, put de auteur uit een brede collectie van feiten en analyses. Zo beweegt het boek per hoofdstuk steeds tussen sfeerbeschrijvingen, informatie over specifieke plaatsen, beelden uit interviews en historische duiding. Daarbij komt heel veel aan de orde, van lokale manieren om tofu te bereiden tot het rijgedrag van taxichauffeurs en cultureel bepaalde omgangsvormen.

Het kernthema blijft echter hoe mensen in de verschillende landen aankijken tegen de geschiedenis en de rol die elk land daarin heeft gespeeld. Een gebeurtenis die in het boek herhaaldelijk aan de orde komt is de slachting die de Japanners in Nanjing aanrichtten en hoe daar nu over gedacht wordt. Ook de rol van de gedwongen prostitutie voor het Japanse leger, met Koreaanse vrouwen als belangrijke slachtoffers, is een thema dat een aantal keer in het boek terugkomt.

Het verleden blijft aanwezig

Het geheel van anekdotes, toelichtingen en sfeerbeschrijvingen levert geen eenvoudig beeld op van hoe de inwoners van de vier beschreven landen over elkaar denken en hoe ze daarin de geschiedenis interpreteren. Aan de ene kant is het voor de meeste mensen duidelijk dat het verleden voorbij is, maar aan de andere kant blijkt dit verleden steeds opnieuw een rol te gaan spelen wanneer men dat gebruikt om een positie ten opzichte van elkaar en het verdere buitenland in te nemen. De vraag of Japan voldoende excuses heeft gemaakt voor oorlogsmisdaden in het verleden komt bijvoorbeeld steeds terug.

China rechtvaardigt zijn eigen buitenlandse beleid in toenemende mate met een gecultiveerd slachtofferschap uit de tijd van de opiumoorlogen, en in spanningen met Korea weet Taiwan oude beelden van Chinese superioriteit te activeren. Zoals in elke familie kunnen oude wonden worden opengereten als zich een nieuw conflict voordoet – dat haal ik althans uit het boek als algemene lijn.

Beeld van een afstandelijke reiziger

Toch is niet zo gemakkelijk om te achterhalen wat Booth de lezer precies wil zeggen. Dat heeft ook te maken met een wat afstandelijke en vluchtige relatie met zijn onderwerp. De stijl is vaak luchtig en ironisch, soms ook geforceerd humoristisch.

Daarmee creëert de auteur afstand tot zijn onderwerp als iets waar hij wel naar kijkt, maar niet echt bij betrokken is. In zijn commentaren citeert hij vele boeken en deskundigen, maar in de betreffende debatten kiest hij zelf geen positie. Dat hij als Brit in zijn eigen taal met mensen spreekt (al dan niet via een tolk), die deze taal minder of niet beheersen, vergroot naar mijn gevoel deze afstandelijkheid. Zijn perspectief is dat van de reiziger of toerist die wel steden bezoekt, maar er geen deel van uitmaakt.

Deze reiziger heeft wel veel interessants te vertellen, vanuit zijn brede kennis van de geschiedenis van deze regio. Wie naar een niet-specialistische inleiding op deze geschiedenis op zoek is en de combinatie van anekdotes, sfeerbeschrijvingen en historische feiten een plezierige vorm vindt, kan ik het boek van Booth dus zeker aanraden.  Wie al vrij veel weet en op zoek is naar stevigere kost, kan het anekdotische en luchtige van dit boek juist als hinderlijk ervaren. Die zal iets anders moeten lezen.

Three Tigers, One Mountain: a Journey through the bitter history and current conflicts of China, Korea and Japan, Michael Booth, Penguin Random House januari 2020, paperback €17,99, ISBN 9781910702956.