Het waren niet meer dan drie parallelle straten bestaand uit oneffen asfalt vol kuilen, waar na een bui het water in bleef staan. Of was het het afvalwater dat uit de restaurantjes en huizen aan weerszijden op straat gegooid werd? ’s Avonds was er geen verlichting en bestond de kans dat je je enkel verzwikte in een van de kuilen. Of op z’n minst met natte schoenen thuiskwam. Naast tientallen restaurantjes, die soms zo klein waren dat de kok buiten op straat in een grote pan zijn noodles moest koken wegens gebrek aan ruimte voor een keuken, vond je er vooral kleine winkeltjes met huishoudelijke artikelen. De plastic emmers stonden voor de deur uitgestald, alsof ze het afvalwater probeerden op te vangen. In een zijstraatje stalde een oudere man dagelijks zijn kledingswaren uit. Ik kocht er ooit een korte broek die na een week al uit elkaar begon te vallen. In dezelfde zijstraat werden groente en fruit verkocht. Helemaal aan het einde bevond zich een grote afvalberg die gedurende de dag groeide en meer begon te stinken, vooral op dagen dat het kwik de 40 graden naderde. Een paar meter verderop, in de schaduw van een flatgebouw was een weggemoffelde seksshop te vinden en een kapsalon waarvan ik nooit helemaal zeker ben geweest of mensen daarheen gingen voor een knipbeurt of een ander soort beurt achter het smoezelige gordijntje, zoals gebruikelijk is in veel Chinese ‘kapsalons’. Kortom, Zhao Jia Po Cun, zoals het dorp heette, was op het eerste gezicht geen aantrekkelijke buurt. Maar het was een van mijn favoriete plekken in Xi’an en ik heb het tot mijn spijt van de kaart zien verdwijnen.
Dorpen binnen steden
Er is vrij veel geschreven over de hutongs van Beijing die in de aanloop naar de Olympische spelen van 2008 tegen de vlakte zijn gegaan en hoe moeilijk het is om momenteel nog een echt authentieke hutong te vinden in de hoofdstad (Nanluogu Xiang hoort daar wat mij betreft niet bij). Er is veel minder bekend over de dorpen binnen de steden waar nieuwbouw bestaande uit torenhoge appartementencomplexen omheen is gevloeid. Tot de tijd komt dat ook deze dorpen verdwijnen. Xi’an had tientallen van dit soort dorpen, maar langzaam zijn ze allemaal aan het verdwijnen.
Dat Zhao Jia Po Cun een van mijn favorieten was in Xi’an had er onder meer mee te maken dat ik hier de sfeer nog proefde die ik in zoveel andere landen in Azië heb ervaren. De betonnen jungles van de Chinese steden waren in eerste instantie best wel een schok voor me en het soort dorpjes die verborgen lagen tussen de flatgebouwen bleek een vreemd soort toevluchtsoord voor me naar een ander leven in een andere tijd. Tijdens de lunch ging ik er met m’n tolk en collega’s eten; er waren voldoende restaurantjes met verschillende gerechten om elke dag weer iets anders te proberen. In de loop van de dag zetten straatverkopers er ook hun stalletjes op om tot laat in de avond de meest smakelijke snacks te verkopen.
Hartelijkheid
Anders dan bij de fast-foodachtige restaurants die zich vaak op de begane grond van de flatgebouwen bevinden bouwde je hier nog een beetje een band op met sommige restauranteigenaars. Neem bijvoorbeeld de vrouw die zodra ze me zag me altijd toeriep of de laowai (buitenlander) weer zijn favoriete noodles bij haar kwam eten. Zhao Jia Po Cun was ook de plek van een van de meest warme ontvangsten die ik in China heb gehad. Als buitenlander in Xi’an maak je al snel kennis met de rou jia mo, ook wel Chinese hamburger genoemd, en de eerste keer dat ik er een bestelde bij een klein kraampje in het dorp weigerde de eigenaar geld aan te nemen. Toen ik hem eindelijk begreep keek hij me lachend aan en zei na lang nadenken ‘Welcome to Xi’an!’. Hartelijkheid van een vreemde die ik niet vaak ervaren heb in China …
De huizen in Zhaojiapocun waren twee tot vijf etages hoog en als je goed keek zag je dat de bovenste verdieping er soms provisorisch opgebouwd was. Volgens een vriend van me hadden de bewoners dit gedaan in afwachting van de onvermijdelijke sloop van het dorp. Schijnbaar hadden ze de hoop meer compensatie te krijgen bij een groter aantal etages. Ik hoorde wel vaker over de sloop van dit soort dorpen, maar dacht dat het met ‘mijn’ dorp niet zo’n vaart zou lopen. Op een dag werd ik echter geconfronteerd met de harde realiteit …
Voortuitgang
Op weg naar m’n werk loop ik langs de zuidelijke ingang van het dorp. Deze morgen was er iets merkwaardigs aan de hand. Een bestelwagen met een luidspreker stond bij de ingang geparkeerd en er werd een aankondiging gedaan. Een plastic opblaasboog, die je vaak aantreft bij de opening van een nieuwe winkel op restaurant, was voor de ingang geplaatst en in de hele straat waren banieren opgehangen met Chinese teksten. Er was politie aanwezig en een opmerkelijk aantal mannen in grijze uniforms met hun baret op hun schouders geknoopt. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ik had wel gemerkt dat een paar weken eerder alle voedselstalletjes verdwenen waren, maar dat gebeurde wel vaker als de lokale overheid om een of andere reden een opschoonactie hield. Meestal keerde alles na een paar dagen wel weer terug. Maar deze keer niet..
Toen ik tijdens de lunch met m’n tolk naar de oostelijke ingang van Zhao Jia Po Cun liep zag ik dat zich daar exact hetzelfde spektakel afspeelde. Ook hier stonden mannen in grijze pakken langs de winkels opgesteld. Veel van die winkels hadden bordjes buitenhangen met ‘leegverkoop’. M’n tolk vertelde me dat de luidspreker van de bestelwagen in propagandataal verklaarde dat het dorp tegen de vlakte zou gaan om plaats te maken voor een modern wooncomplex en dat men ‘blij was met deze vooruitgang’. Op de spandoeken boven de straat was te lezen dat de bewoners deze beslissing van de overheid volledig steunden. Het was overduidelijk aan de grafstemming en de gezichten van de winkeliers en restauranthouders af te lezen dat die teksten niet door hen geschreven waren. Maar de bewakers en de tekst uit de luidspreker die meldde dat ‘onrust en tegenstand bestraft zal worden’ hielden iedereen opmerkelijk koest.
Toen we ‘s avonds het dorp passeerden zaten de uniformen er nog, evenals de volgende morgen en de dagen erna. Verveeld rondhangend terwijl de dorpelingen zich gedroegen alsof er niets aan de hand was. Een paar dagen later waren de meeste winkels leeggeruimd en restaurants gesloten.
De weken erna werd er een schutting rond het dorp gezet met de tekst dat hier het nieuwe ‘Glorious Plaza’ zou komen. Op de begane grond van een van de flatgebouwen die Zhao Jia Po Cun omsloten werd een kantoor gevestigd van het onroerend-goedbedrijf dat de appartementen van Glorious Plaza moest verkopen. De meeste bewoners vertrokken en de sloop van Zhaojiapocun begon. Maar net als in veel andere plekken in China bleven ook hier enkele ‘nail houses’ staan van bewoners die weigerden weg te gaan zolang ze geen betere compensatie zouden ontvangen van de overheid.
Fastfood
Tegen de tijd dat ik Xi’an verliet was er niets meer over van het dorp. Waar ooit de restaurantjes, seksshop, kapper en plastic emmers stonden was nu een grote bouwput te zien. Een jaar later keerde ik terug in Xi’an en bezocht de voormalige lokatie van Zhao Jia Po Cun. Inmiddels waren er de geraamtes van nieuwe appartementencomplexen te zien. Weer een jaar later, twee jaar na mijn vertrek, keerde ik opnieuw terug en zag hoe er nog meer flatgebouwen uit de grond waren gestampt. Waar ooit het dorp had gelegen bevonden zich nu zes enorme bijna voltooide flatgebouwen die plaats zouden bieden aan duizenden families.
Zhao Jia Po Cun is niet meer en ook enkele andere dorpjes in de schaduw van flatgebouwen waar ik ooit noodles at zijn verdwenen. Het is een teken van de razendsnelle ontwikkelingen in China. De leefomstandigheden van de voormalige bewoners van Zhao Jia Po Cun zullen ongetwijfeld verbeteren wanneer ze als compensatie voor de sloop van hun oude woning een nieuw appartement krijgen. Maar met het verdwijnen van Zhao Jia Po Cun en andere soortgelijke dorpen in Xi’an en andere steden in China gaat er ook een stukje cultuur verloren. En het persoonlijke contact met de kleine ondernemers bij wie je voor een euro fantastisch kon lunchen wordt verruild voor de kille bediening door een tiener in de zoveelste vestiging van een fastfoodketen.