Als we de China-strategie die in 2019 door onze rijksoverheid werd uitgebracht onder de naam ‘Nederland-China: een nieuwe balans’ in drie zinnen zouden moeten samenvatten, dan zou één van die drie zinnen zeker zijn ‘Er is meer kennis van China nodig’. De gemiddelde Nederlander weet heel weinig over China. En bij de jongste generaties is dat niet veel beter, want ook in het basis- en voortgezet onderwijs is er nauwelijks aandacht voor het land. China is slechts een krabbel in de kantlijn van het gemiddelde schoolboek. Het vak Chinees is dé mogelijkheid om de nieuwe generatie die broodnodige kennis over wereldmacht China en zijn buurlanden bij te brengen. Maar toch stoppen de laatste jaren veel meer scholen met Chinees dan dat er nieuwe scholen bijkomen. Voornamelijk vanwege een gebrek aan leerlingen die voor het vak Chinees kiezen.

Je zou hieruit kunnen concluderen dat scholieren gewoonweg geen belangstelling voor China hebben. Maar uit verschillende Nederlandse onderzoeken blijkt dat allerminst het geval. Bovendien zien er ook een aantal middelbare scholen waar het vak Chinees wél een groot succes is. Er lijkt eerder sprake van een soort mismatch tussen het huidige vak Chinees en hetgeen leerlingen willen weten over Azië en China.

In dit derde en laatste deel van deze reeks over het vak Chinees in het middelbaar onderwijs daarom vijf suggesties om het vak terug op de kaart te zetten.

1) Chinees & de leefwereld van de scholier

Het vak Chinees heeft onder scholieren soms een wat saai en stoffig imago. Chinees is in hun ogen karakters stampen en eindeloos blokken om een simpel dialoogje onder de knie te krijgen. Diezelfde leerlingen zien China ook dagelijks op het nieuws. Vanaf hun Huawei telefoon Tiktokken ze en bestellen ze van alles op Ali Express. China is wel degelijk deel van hun dagelijks leefwereld en ze realiseren zich dat ook. Maar in hun lesboek Chinees is voor dit soort zaken geen aandacht. Leerlingen zien de link tussen alle ontwikkelen in Azië en het schoolvak Chinees dan ook niet altijd.

Daar ligt een eerst grote kans. Door in de promotie voor het vak én in de les expliciet aandacht te hebben voor China in relatie tot de Nederlandse dagelijkse realiteit, zullen leerlingen eerder de relevantie van het vak inzien.

2) Chinees & voorloper China

In het verlengde daarvan ligt het gebrek aan aandacht voor het moderne China in de huidige lesmethoden. In de lesmethoden (en lessen zelf) wordt er nog altijd te vaak vooral naar het traditionele China gekeken. Hoe leuk het jaarlijkse lesje karakters kalligraferen, lampions maken en papier knippen voor veel leerlingen ook is, ze doen te weinig recht aan het China van 2021. China als innovatieland, als mondiale voortrekker op het gebied van technologie, kunstmatige intelligentie en zelfs ruimtevaart: dat gezicht van China zie je op veel scholen bij het vak Chinees te weinig terug.

Door hier meer aandacht aan te besteden, maak je het vak prikkelender voor leerlingen. En tuurlijk; dat kalligraferen en lampions knippen kan ook nog, maar dat mogen niet de stutpalen van het vak zijn.

3) Chinees & wereldburgerschap

Elke school is verplicht in haar curriculum aandacht besteden aan (wereld)burgerschapsvaardigheden. Die vaardigheden zijn onder andere: oog voor hebben wereldverhoudingen, kunnen schakelen van perspectief en weten wie je zelf bent, wie de ander is en hoe jij jezelf daartoe weer verhoudt. China en Chinees bieden veel aanknopingspunten om leerlingen aan het denken te zetten over deze zaken. Al is het maar omdat leerlingen leren over land waarin hee veel zaken heel anders gaan, maar evengoed een leidende rol op het wereldtoneel heeft/bekleedt.

Door in de lessen en in de opdrachten voor het vak Chinees regelmatig een koppeling te maken met interculturele vaardigheden kan het vak Chinees binnen de school een voortrekkersrol gaan spelen in de integratie van de burgerschapsvaardigheden in de reguliere lessen.

4) Chinees & Cool Asia

China en Chinees mogen dan misschien wat minder hot zijn. Maar veel andere Aziatische landen en fenomenen zijn dat allerminst. Japans met z’n manga’s en game-cultuur blijft onverminderd populair en in Europa deint de jeugd steeds harder mee op de Korean wave: van K-pop tot kimchi, alles wat Koreaans is heeft de cool-factor. Binnen het vak Chinees is hier ook van alles mee te doen, omdat veel van die fenomenen z’n oorsprong vinden in China of in China momenteel ook erg populair zijn. En wat is er op tegen om binnen Chinees überhaupt af en toe aandacht te besteden aan de buurlanden?

Door tijdens Chinees aandacht te besteden aan breder Aziatisch perspectief, biedt het vak een welkome afwisseling in een verder vrij eurocentrisch curriculum.

5) Chinees & andere vakken

Aandacht voor China in het curriculum zou zich natuurlijk niet moeten beperken tot het vak Chinees alleen. Toch blijkt in de praktijk dat het veel docenten lastig om China in hun eigen vaklessen te verweven. Soms door gebrek aan actuele kennis over China of door gebrek aan voorbeelden. Het vak Chinees op school kan een katalysator zijn voor vernieuwende vakoverstijgende projecten met vakken als economie, aardrijkskunde, geschiedenis en filosofie. De mogelijkheden en invalshoeken zijn bijna eindeloos. Door ook hier weer burgerschapsvaardigheden als fundament van zo’n project te nemen, kan de impact van zo’n vakoverstijgend project vergroot worden.

Door dit soort projecten komen ook leerlingen die niet voor Chinees kiezen inhoudelijk in aanraking met het land. In het beste geval kiezen leerlingen na een tof vakoverstijgend project ook weer eerder nog meer China-verdieping bij het vak Chinees.

Chinees heeft toekomst, maar we kunnen het niet alleen

Leerlingen hebben geen desinteresse in de andere kant van de wereld. Integendeel. Dat ze minder vaak kiezen voor het vak Chinees heeft voor een belangrijk deel te maken met het imago van China en de inhoud van het vak. En alhoewel we niets kunnen doen aan de acties van de Chinese overheid en het beeld van China in de media, kunnen we het vak wèl aansprekender maken. En we kunnen binnen de context van de school werken aan het imago en de relevantie van het vak. Maar daar zijn dan wel vernieuwingen voor nodig. En geld.

In het kader van de China-strategie is er vanuit de overheid behoorlijk wat geld vrijgemaakt voor onderzoek en kennisverspreiding over China. Dat geld is naar grote partijen als Clingendaal, VNG International en het Leiden Asia Centre gegaan. Zeker niet onterecht, maar het is opvallend dat het schoolvak hierin over het hoofd is gezien. Terwijl meer kennis over China bij de jongere generaties dáár juist begint.

Waar zou dat geld dan gebruikt voor moeten worden? Ten eerste voor de ontwikkeling van een vernieuwende, aansprekende lesmethode voor het vak. Uiteraard met ruime aandacht voor de bovengenoemde vijf punten.  Overheidsgeld kan tevens gebruikt worden voor de ontwikkeling van enkele formats voor vakoverstijgende projecten en voor bijscholing van docenten. En tot slot is geld nodig voor promotie van het vak. Nog te weinig schoolbesturen weten van de mogelijkheden die het vak biedt. Daar moet verandering in komen!

Wat we nu ook van China vinden, het land gaat een nadrukkelijker rol spelen in het leven van iedere Nederlander. En juist omdat China zo anders is, hebben we kennis van het land nodig. Om allerlei ontwikkelingen te kunnen plaatsen en onze mening er over te kunnen vormen. En nieuwe generatie kritische China-watchers ontstaat niet vanzelf. Daar zijn investeringen voor nodig. En dat begint in het onderwijs. Met meer aandacht voor China als geheel en het vak Chinees in het bijzonder.

 

Dit is het derde deel in een blogdrieluik over China en Chinese taalles in het voortgezet onderwijs. Lees ook deel 1 en deel 2 elders op China2025.nl. 

Auteur Danny Nobel komt graag in gesprek met nieuwsgierig geworden schoolbesturen! Neem vrijblijvend contact op via LinkedIn.