
“Lang leve de vrienschap tussen de volkeren en de legers van China en de Sojetunie!”
Bron: Chineseposters.net
Rusland en China zoeken al enige tijd onderlinge toenadering. De oorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft deze tendens niet veranderd. Integendeel, in maart van dit jaar uitten de ministers van buitenlandse zaken van Rusland en China, Sergey Lavrov en Wang Yi, in Huangshan hun gedeelde geloof in een ‘multipolaire, rechtvaardige en democratische wereldorde’. In de visie van Rusland ligt de kern van deze nieuwe niet-westerse wereldorde op het grote Europees-Aziatische continent: ‘Eurazië’. Poetin ondersteunt deze geopolitieke ambitie met rechts-radicale filosofieën, die een bijna mystieke betekenis toekennen aan de eenheid van land, volk en civilisatie, zoals in het werk van Alexander Dugin. De ambities van China in de ontwikkeling van Azië, in de vorm van de ‘nieuwe zijderoutes’ (Belt and Road Initiative, BRI) en organisaties zoals de Shanghai Cooperation Organization, SCO) lijken daar goed op aan te sluiten.
Hoe past deze toenadering in de historische ontwikkeling van de relatie tussen Rusland in China, die zoals bekend niet altijd harmonieus is geweest? Daarover heeft het hier besproken boek van Chris Miller, hoewel niet specifiek China gericht, veel interessants te vertellen: genoeg om het onder de aandacht te brengen van wie geïnteresseerd is in de zich ontwikkelende relatie tussen de twee grootste landen van Eurazië.
Ruslands slingerbeweging tussen West en Oost

Auteur Chris Miller
Foto door George Marshall
In de geschiedenis van Rusland tussen Peter de Grote en Poetin waren er perioden waarin Rusland zijn aandacht en energie op Azië richtte, afgewisseld met tijden waarin het land zich vooral op zijn Europese omgeving concentreerde.
In de tijd van de tsaren vanaf Peter de Grote werd de aandacht voor Azië gedreven door uiteenlopende motieven: verwachtingen van economisch gewin, militaire drijfveren en het nastreven van imperiale grootheid. Het grotendeels dunbevolkte en nauwelijks door Russen bewoonde oosten bood ruimte voor ambities, plannen en luchtkastelen. Ook geestelijke en spirituele denkbeelden speelden hierbij vaak een rol. Nicolaas II, bijvoorbeeld, werd in zijn plannen om de kust van de Stille Oceaan en de spoorweg daarheen te ontwikkelen niet alleen door machtspolitieke en economische overwegingen gemotiveerd, maar ook door de duistere filosofie van prins Esper Oechtomsky, die op basis van ‘bloedverwantschap’ Rusland een leidende rol in Azië toedichtte.
Van meet af aan was de beweging naar het oosten niet constant. Het was eerder een slingerbeweging, waarin de Aziatische agenda van Rusland steeds sterk werd bepaald door zijn positie in Europa, het werelddeel waar Rusland economisch en politiek het meest van afhankelijk was en waar het merendeel van de Russische bevolking woonde. Terwijl de wil om Azië te domineren een constante bleef, trok Rusland zich noodgedwongen steeds opnieuw terug, wanneer de Aziatische avonturen te kostbaar of militair te riskant werden of wanneer de situatie in Europa alle aandacht van regering en leger opeiste.
Rusland en China van 1850 tot nu
De wisselende relaties van Rusland en China komen in het boek van Miller in detail aan de orde, als onderdeel van het grotere verhaal over de Aziatische ambities van Rusland.
De eerste periode die hij beschrijft, ongeveer van 1850 tot aan de Russische revolutie van 1917, gaat vooral over het veroveren van toegang tot de Stille Oceaan door beheersing van havensteden, rivieren en spoorwegen. Deze expansie leidde tot diverse conflicten met het rijk van de Qing, waarbij Rusland, net als andere mogendheden, gebruik maakte van de verzwakking van de Qing en de onrust in China. Rusland maakte hierbij zeker niet al zijn ambities waar, maar dat lag minder aan Chinese weerstand dan aan het tegenspel van andere Europese mogendheden en later ook Japan. Ook uitdagingen in Europa hadden steeds invloed op de Russische ambities en mogelijkheden.
Hierna komt in een aantal hoofdstukken de periode aan de orde vanaf de Russische revolutie tot het eind van de Sovjetunie. Van een warme en vruchtbare relatie is nauwelijks sprake geweest, al heeft China hulp van de Sovjetunie gekregen. Machtspolitieke overwegingen voerden de boventoon en ook de agenda van de Sovjetunie ten opzichte van China werd sterk beïnvloed door de situatie in Europa. Belangrijke elementen in het verhaal zijn het beperkte vertrouwen van Stalin in de Chinese communisten, zijn aanvankelijke steun aan de nationalisten, de breuk tussen Chroesjtsjov en Mao, de vijandschap tussen het Rusland van Brezjnev en China en de toenemende samenwerking tussen de Verenigde Staten en China, in een tijd dat beide landen de Sovjetunie als probleem zagen en China zich economisch snel ontwikkelde. Gorbatsjov probeerde weer een positieve relatie te ontwikkelen.
Na het einde van de Sovjetunie, behandeld in het laatste hoofdstuk, ontstonden er nieuwe initiatieven om de relatie met China te ontwikkelen, vooral onder Poetin. Met veel fanfare zette Poetin in 2015 zijn Aziatische perspectieven uiteen in Vladivostok – en niet voor niets in deze stad, die ‘heerser over het Oosten’ betekent. Chris Miller is daarvan weinig onder de indruk. Het waren vooral luchtkastelen en ideologische constructies. De feitelijke banden tussen China en Rusland bleven beperkt.
Nieuwe wereldorde of zich herhalend patroon?
Voor wie in de rol van China en Rusland in de veranderende wereldorde geïnteresseerd is, biedt het boek van Chris Miller, behalve een goed gedocumenteerde en leesbare fascinerende geschiedenis, interessante context voor wat zich nu tussen Poetin en Xi afspeelt. De auteur zelf waagt zich nauwelijks aan dit soort interpretaties, maar wat er nu gebeurt, roept herinneringen op aan het verleden.
Opnieuw bevindt Rusland zich immers in een fase van isolement in Europa en weer ontstaat enthousiasme voor expansie naar het Oosten, gevoed door een combinatie van machtspolitieke en economische motieven en nationalistische ideologie met mystieke trekken. In het verleden, zo laat Miller zien, liep een dergelijke draai naar Azië vaak vast op economische en politieke grenzen.
De geschiedenis zal leren of de ontluikende relatie met China weer een Russisch luchtkasteel is, of echt een stap naar een nieuwe wereldorde.
We shall be masters: Russian pivots for East Asia from Peter the Great to Putin | Chris Miller | Harvard University Press | juni 2021 | hardcover €30 | ook verkrijgbaar als e-book | 361 pag. | ISBN: 9780674916449
De relatie tussen Rusland en China is door de Russische invasie in Oekraïne uiterst actueel geworden. Daarom leest onze vaste recensent Huibert de Man een aantal publicaties over de driehoek China-Rusland-West-Europa. Lees ook de eerste recensie in deze korte serie: Rusland, China en Europa: een Russische visie.