Donderdag 5 juni Is Wereld Milieu Dag. Decennialang legde China de nadruk op economische groei, zonder veel aandacht voor ongewenste neveneffecten zoals milieuverontreiniging. Maar de laatste jaren lijkt de wal het schip te keren.
Een grote stofzuiger die alle luchtverontreiniging opzuigt. Dat is het idee van de Nederlandse kunstenaar Daan Roosegaarde. Hoewel Roosegaarde kunstenaar is en geen uitvinder, krijgt hij deuren geopend in China. De burgemeester van Beijing zorgde er hoogstpersoonlijk voor dat Roosegaarde een miljoen euro kreeg voor zijn project.
China snakt naar het gouden idee om van zijn milieuproblemen verlost te raken. Regenraketten die voor stortbuien veroorzaken in gebieden waar al het water wordt opgepompt. Drones die chemicaliën sproeien waaraan fijnstof zich hecht. Of scholen onder een glazen stolp waarbinnen de lucht wordt gezuiverd.
Fabriekspijpen van de wereld
China experimenteert volop met nieuwe technologieën die de symptomen van de luchtverontreiniging aanpakken. Want de oorzaken aanpakken… dat is kwestie van lange adem en diepe zakken.
Sinds Deng Xiaoping in 1979 de open-deurpolitiek afkondigde, heeft China zich ontwikkeld tot de fabriek van de wereld. Maar dat betekent ook dat hier de fabriekspijpen van de wereld staan. Het rijke westen heeft niet alleen zijn productie naar China verplaatst, maar ook zijn milieuproblematiek.
Het is eigenlijk verbazingwekkend hoe vies het milieu bij ons is, als je bedenkt dat driekwart van de producten die we gebruiken inmiddels in China wordt gemaakt en alle troep die we in de atmosfeer stoten alleen is bedoeld om ons van energie te voorzien om die producten aan de gang te houden.
Op Wereld Water Dag ben ik uitgebreid ingegaan op verontreiniging van grond- en oppervlaktewater en waterschaarste. Maar ook grond- en luchtvervuiling zijn in China enorme problemen. Steeds meer voedsel is verontreinigd met zware metalen, doordat landbouwgrond en irrigatiewater is vervuild. Voor een deel is de grondverontreiniging afkomstig van vervuilende industrie (en tekortschietende milieucontrole) in de buurt van boerderijen.
Maar ook de landbouw zelf is een bron van vervuiling. Nergens ter wereld worden zoveel kunstmest en pesticides gebruikt. Ook blijft er veel landbouwfolie achter op het land, waardoor plastics in het milieu komen.
Van de 74 grote steden die door het Chinese ministerie van milieu worden gecontroleerd op luchtvervuiling, overschrijden er 71 regelmatig de maximale norm. Chinese stadsbewoners genieten maar de helft van de tijd van smogvrije omstandigheden.
De vervuiling is het ergst in Beijing en de provincie er omheen, Hebei. Deze provincie beslaat maar 8 procent van het Chinese landoppervlak, maar hier wordt 30 procent van China’s broeikasgassen de lucht in geblazen.
Paradox
Decennialang kon China’s leiders die neveneffecten van de groei niets schelen. Maar dat verandert. Niet alleen neemt de weerstand onder de bevolking toe; er is ook sprake van een aanzienlijke economische schade.
Snelwegen en vliegvelden moeten regelmatig worden afgesloten vanwege smog. Buitenlandse toeristen zijn terughoudend om naar China te reizen. Buitenlandse bedrijven kunnen moeilijker werknemers meer vinden die zichzelf en hun gezin aan het Chinese milieu willen blootstellen.
China investeert de afgelopen jaren miljarden in beheersing van het milieuprobleem. De paradox is dat China het meest vervuilde land ter wereld is en tevens de grootste investeerder in duurzaamheid.
China investeerde de afgelopen drie jaar 9,7 miljard yuan (1,1 miljard euro) in het sluiten of verplaatsen van vervuilende industrie. Ongeveer 640 miljard yuan aan het terugdringen van fijnstof door de industrie (77 miljard euro). Nog eens 490 miljard yuan aan de omschakeling van steenkool naar gas (59 miljard euro). Daarnaast kost het 210 miljard yuan om het wagenpark te moderniseren en deels op electriciteit te laten rijden (25,2 miljard). Miljarden bomen zijn de afgelopen veertien jaar door heel China geplant in het kader van het landbouwgrond tot bos-beleid. Nergens ter wereld wordt zoveel zonne-energie opgewekt. China staat op het punt tienduizenden windmolens neer te zetten.
De ironie is dat alle milieuwinst wordt opgevreten door China’s groei. Iedere gascentrale die wordt gebouwd, vervangt geen steenkoolcentrale maar komt erbij. Voor iedere hybride auto op China’s wegennet komen er tien auto’s op benzine of diesel bij.
Het verbeteren van China’s milieu gaat minstens zoveel decennia kosten, als het heeft gekost om het te verwoesten.
De Reis door China in 48 Dagen gaat verder op zaterdag 7 juni: Dag van de Bouw.
Trackbacks / Pingbacks