Of ik op internationale vrouwendag een blog wil schrijven voor China2025? Het antwoord daarop was niet moeilijk: ja natuurlijk!
Ik ben immers wel een internationale vrouw, een internationaal ondernemende vrouw. En zo voel ik me ook, in die volgorde van belang: internationaal – ondernemend – en dan vrouw. Ik ben vrouw, het is een feit, helemaal prima, leuk, maar voor de rest vind ik het eigenlijk niet zo spannend. Het internationaal ondernemen is veel spannender!
Niet gehinderd door enige wetenschappelijke kennis stel ik dat veel meer mannen dan vrouwen hun kansen in China verkennen. En dat is jammer! Hier noem ik een paar redenen om dat wel te gaan doen:
- Covid-19 is in China al lang onder controle
- De tweede economie van de wereld draait weer volop
- De Chinese markt met 1,4 miljard inwoners is één van de grootste ter wereld
- Het is vooral voor vrouwen een heel fijn land om zaken te doen
Looks don’t matter
Even terug naar het vrouw-zijn. Geboren en getogen in Nederland was ik niet anders gewend dan om als zakenvrouw te opereren in de Nederlandse zakencultuur. Pas toen ik vijftien jaar geleden zaken begon te doen in China, merkte ik de verschillen in zakelijke cultuur in beide landen. Er zijn ontelbare verschillen en ik kan er dagen over vertellen. Vandaag focus ik even op het laatste punt – waarom het zo’n fijn land is om zaken te doen als vrouw.
In China maakt het niet uit hoe je eruit ziet. In Nederland wordt een vrouw toch al snel beoordeeld op haar uiterlijk. Een voorbeeld uit de praktijk: ik was op bezoek bij een bedrijf voor een acquisitiegesprek. Mijn bedrijf Splendid China bestond toen al vijf jaar en ik was 38 jaar oud. De man tegenover mij vroeg op een gegeven moment naar mijn uurtarief maar toen ik dat noemde – uiteraard een heel redelijk tarief – viel de beste man bijna van zijn stoel! Hij riep: “Jij bent toch nog maar net van school?!”
Pas toen realiseerde ik me dat ik er veel jonger uit zag dan mijn leeftijdsgenoten, en dat als je er jong uit ziet als vrouw dat niet een voordeel is in de zakenwereld. Maar voor alles is een oplossing! En dus droeg ik voortaan nòg hogere hakken en rijd ik een grote auto. Aan beide kon ik overigens prima wennen! Inmiddels zijn de hakken en de auto nice to have en niet meer noodzakelijk: de rimpels hebben hun intrede gedaan en doen hun werk ook!
In China draag ik zelden hakken en rijd ik geen auto. Beiden zijn simpelweg niet nodig en onhandig, zeker in een stad als Shanghai waar ik delen van het jaar woon en werk.
Maar een grote – liefst Duitse – auto is toch juist in China een statussymbool? Dat klopt! Maar toch geldt dat met name voor zakenmannen. De status van de zakenvrouw in China wordt meer afgemeten aan de designertas die ze draagt. Een tas met de waarde van een paar duizend Euro is een standaard item in de kledingkast van menig Chinese zakenvrouw. Maar daarin ben ik dan weer echt Nederlands: ons bin zunnig! Ik kom daar echter mee weg omdat ik half Chinese, half Nederlandse ben. Heel handig bij tijd en wijle!
Soft skills en vrouwelijk ondernemerschap
Vanochtend had ik nog een online bespreking met een klant, een klant die ook internationaal opereert. Hij zei hoe bijzonder hij het vindt dat we in Nederland eerst zakendoen met elkaar en elkaar daarna pas leren kennen. Terwijl in veel andere landen de volgorde omgekeerd is.
Zo ook in China! En het hebben van goede soft skills is in China dan ook een belangrijkere voorwaarde om zaken met elkaar te doen, dan het hebben van excellente hardware.
En nog een reden waarom het voor vrouwen eenvoudig zaken doen is in China: Chinezen zijn er aan gewend! Het is heel duidelijk aan het veranderen, maar nog steeds komt het in Nederland regelmatig voor dat je als vrouw de enige bent tussen de mannen. In China wordt 51% van de topposities ingevuld door vrouwen.
Cheers! gānbēi!
Nog een grappig voordeel van zakenvrouw zijn in China: zakenmannen doen graag zaken met een vrouw. En om een hele andere reden dan je nu misschien denkt! Een onderdeel van de Chinese zakencultuur is het samen eten. Grote ronde tafels met heel veel heerlijk eten; na al veertien maanden niet in China te zijn geweest droom ik intussen van deze etentjes!
Maar bij eten hoort ook drinken. Bij zakenmannen onderling gaat het hard om hard: wie kan de meeste báijiǔ op? Ook buitenlandse zakenmannen ontspringen deze dans niet makkelijk. Maar van vrouwen wordt niet verwacht dat ze aan deze drinkcultuur meedoen. Gelukkig maar! Er gaat niks boven een paar Tsingtao biertjes bij het Chinese eten, maar de báijiǔ… nee dank u! En de mannen zijn tegelijkertijd ook blij dat ze eens niet hoeven te drinken.
If you don’t go you won’t know
Zakendoen in China heb ik vanaf dag één als zeer prettig ervaren! Er wordt niet zozeer gekeken naar wie je bent (man of vrouw, jong of oud), maar naar wat je doet en wie je kent. En daar gaat het toch uiteindelijk allemaal ook om?
Ik hoop dan ook meer vrouwelijke ondernemers te inspireren om eens een kijkje in China te gaan nemen! Mijn levensmotto: If you don’t go, you won’t know! Ik vlieg graag met je mee. Alleen nog even wachten tot we onze prikjes hebben gehad…