Het is jammer dat de Nederlandse titel van dit boek, ‘Stille Verovering‘, nòg meer dan de Engelse titel ‘Hidden Hand, exposing how the Chinese Communist Party is reshaping the world’, een voorschot neemt op de conclusie van de schrijvers. Dit is tekenend voor het huidige anti-Chinese klimaat; de lezer wordt hiermee meteen op een anti-Chinees spoor gezet. Terwijl het boek met ontluisterende, soms bekende feiten komt over de handelswijze van de Chinese Communistische Partij (CCP), is daarnaast de inhoud een aaneenrijging van verdachtmakingen aan het adres van democratische leiders en opiniemakers die zich positief over China uitlaten. Bewust of onbewust laten zij zich namelijk door China manipuleren om diens snode plannen uit te voeren. Geslaagde samenwerkingsvoorbeelden komen niet ter sprake, want die zijn allen verdacht.

Geraffineerde en manipulatieve tactieken

De kernboodschap van het boek is dat democratische instellingen kwetsbaar zijn en de CCP de zwakheden goed weet uit te buiten en te ondermijnen.  Westers establishment blijkt makkelijk ten prooi te vallen aan de verlokkingen en beloftes van China. De schrijvers stellen dat de CCP al vanaf zijn oprichting ‘allerlei verfijnde technieken ontwikkeld heeft om vriend en vijand psychologisch te manipuleren.’ De schrijvers gaan gedetailleerd in op de manier waarop westerse gezagsdragers en hoogwaardigheidsbekleders worden ingeschat.

Met behulp van vijf categorieën waarin deze mensen zijn ingedeeld kan de CCP gericht zijn pijlen richten op wie het beste voor hun karretje gespannen kan worden. Sommigen zijn ijdel en makkelijk in te pakken, anderen zijn minder beïnvloedbaar. In deze rubricering zijn hooggeplaatste buitenlandse vrienden in de politiek, de media en academische wereld niet alleen handig om anti-Chinees beleid af te remmen, maar vooral ook om handelingen van het Chinese regime te verdedigen.

De schrijvers noemen een aantal vooraanstaande Amerikaanse ambtenaren en politici die hun toon in de afgelopen jaren drastisch verzacht hebben. Ook andere westerse gezagdragers worden verder in het boek niet gespaard.  Een greep: George W. Bush, Mitch McConnell en diens vrouw Elaine Chao – tevens de voormalige Minister van Transport onder Trump, Steven Mnuchin, Ivanka Trump, Joe Biden en John Kerry. Allen hebben daar direct of indirect financieel voordeel gehaald uit hun connecties met de Chinese elite en machthebber, zo vertellen de auteurs. De payback is om zowel Senaat als Huis van Afgevaardigden en het Witte Huis te beïnvloeden ten gunste van het eigen Chinese gouvernement.

Auteurs Mareike Ohlberg en Clive Hamilton

Werkwijze CCP en Verenigd Front Departement

De Chinese overheid masseert westerse besluitvormers, academici en influencers via een uitgestrekt en fijnmazig netwerk dat wordt aangestuurd door het Verenigd Front Departement. De internationale afdeling van dit departement is werkzaam in tal van culturele vriendschapsverenigingen die wereldwijd als non-profitorganisaties culturele evenementen en gala’s sponsoren, waar rijke en machtige mensen elkaar ontmoeten. Onder het mom van het versterken van wederzijdse vriendschap, kruipt de CCP zo in de haarvaten van de westerse samenleving.

De CCP maakt hierbij verder gebruik van de Chinese diaspora, de Confucius Instituten, internationale denktanks en The China Arts Foundation. En, het maakt dankbaar gebruik van westerse academici en mediagrootheden zoals Martin Jacques en Jeremy Paxman, aldus de schrijvers.

Het naïeve en opportunistische Amerika

Zoals gezegd, de vriendelijke, op wereldvrede en samenwerkingsgerichte doelstellingen zijn een rookgordijn, stellen de auteurs. De intenties zijn vele malen meer sinister: het bijeenbrengen en bemiddelen van contacten tussen gepensioneerde westerse militairen en politieke vertegenwoordigers en mensen uit het Volksbevrijdingsleger bijvoorbeeld. Het naakte doel: het verrichten van inlichtingen- en propagandawerk.

Een voorbeeld van iemand die het goed kon vinden met de Chinese top was de Amerikaanse admiraal Bill Owens, voormalig vicevoorzitter van de gezamenlijke stafchefs (1994-96), die in die capaciteit jarenlang toegang had tot Chinese militaire generaals. Na zijn pensionering zou hij zijn Chinese connecties hebben aangewend om bij een Hongkongse investeringsmaatschappij te werk te gaan, en adviseerde hij in de handel van technologische kennis.

Via dit Sanya Initiative faciliteerde Owens ontmoetingen tussen Amerikaanse en Chinese generaals. Hij was tevens lid van een aantal Amerikaanse think tanks (oa. Carnegie en Brookings) en schreef in 2008 een opiniestuk in de Financial Times met de strekking dat verkoop van wapens aan Taiwan niet in het belang van de VS was. De lijst met onthullingen over Owens actieve betrokkenheid en rol als facilitator is lang en ontgoochelend. Doel was iedere keer om de anti-China sentimenten in de Amerikaanse politiek tegengas te geven.

Als dit allemaal waar is, is de verstrengeling van Chinese belangen met het Amerikaanse establishment inderdaad ronduit zorgelijk. De lijst met andere hoogwaardigheidsbekleders die zich hebben laten paaien is indrukwekkend, en beperkt zich niet tot Amerika. Ook in Europa zijn organisaties actief bezig China’s zaak te bepleiten. In het VK is er de 48 Group die vanaf 1954 zaken met China doet. Leden vertegenwoordigen beide kanten van het politieke spectrum, zoals Tony Blair en Michael Hesseltine. Stephen Perry, de zoon van de oprichter, wordt bladzijdenlang onder de microscoop ontleed. De schrijvers melden dat na de fusie met het latere China Britain Business Council (CBBC) dit een sterke lobbygroep werd.

Voor de Britten is er ‘geen weg meer terug’

Het is interessant hoe scherp de auteurs deze organisatie en de pogingen van Britse zijde om naast handel ook andere samenwerkingsvormen op te tuigen zo verdacht mogelijk willen maken. In de vroege jaren 90 was er nog hoop en nieuwsgierigheid om verschillende vormen van coöperatie uit te denken. Uit eigen ervaring weet ik dat beide organisaties vrijwel los van elkaar werkten en dat CBBC vooral praktische ondersteuning bood aan Britse bedrijven die China-waarts wilden gaan. Het VK is juist in een vroeg stadium uiterst voortvarend geweest met het organiseren van handelsmissies naar China, het stimuleren van kennis over China en het uitvoeren van marktonderzoek. Nooit is er een hint van ‘kowtow’ richting China geweest.

Het bijwonen van een studiebijeenkomst in 2019 over het ‘Denken van Xi Jinping’ op de Chinese ambassade in Londen door leden van de 48 Group en de CBBC wordt in dit boek in een bedenkelijk daglicht gezet. De auteurs concluderen dat de CCP zo vervlochten is met de Britse elite dat er ‘voor het VK geen weg meer terug is’. Dat lijkt echt te kort door de bocht en getuigt van weinig kennis over hoe Britten het diplomatieke en geopolitieke spel beheersen.

Een land met louter boze intenties

Het Nederlandse Centrum voor Wiskunde en Informatica wordt genoemd als facilitator bij het ‘opzetten van een geavanceerd laboratorium voor gebruikersonderzoek’ – nergens wordt verder uitgelegd wat de afspraken zijn. Het noemen alleen al maakt verdacht. En dat is de makke van dit boek – ondanks de alarmerende en zorgelijke mededelingen over verstrengeling van de CCP met onze wereld, wordt er op enkele uitzonderingen na, weinig consequent bewijs blootgelegd over hoe die versmeltingen post hebben gevat en op welke manieren westerse prominenten zich hebben laten (mis)gebruiken. Alsof iedereen hier aan het slapen is. De anti-China sentimenten worden met dergelijke boeken echter wel behoorlijk opgepookt. Is dat een goede zaak?

Inmiddels is er hier consensus dat de ogen niet gesloten kunnen blijven voor de acties vanuit de CCP, die de vrije wereld wel degelijk beïnvloeden. De schrijvers sluiten af met de vraag wat democratieën kunnen doen om infiltratie en bedreigingen vanuit Chinese hoek het hoofd te bieden en roepen media en academici op om vrijheid van meningsuiting en academische vrijheid te blijven beschermen. Samenwerking tussen bondgenoten voorkomt dat we uitgespeeld worden, waarschuwen zij.

Allemaal noodzakelijk, zeker, maar door gebrek aan nuance verliest het boek aan overtuigingskracht. Bovendien wordt er geen onderscheid gemaakt tussen het Chinese volk, de overheid en de CCP – alsof die één geheel zijn! De boodschap was met meer gelaagdheid en subtiliteit vele malen betrouwbaarder overgekomen. In dat geval was het misschien ook minder dik geweest! En, lezers zijn heus in staat zelf conclusies te trekken. Laat het boek daarom met een gezonde dosis argwaan gelezen worden.

Stille Verovering – hoe China het Westen infiltreert en de wereldorde herschikt, Clive Hamilton* en Mareike Ohlberg, Xander Uitgevers september 2020, paperback €24,99, ook verkrijgbaar als e-book, ISBN 9789045217598.

 

*Goed om te weten bij het lezen: sinds 2020 staat Clive Hamilton in China te boek als anti-China wetenschapper en is hem de toegang tot het land ontzegd (nadat Australië de visa van twee Chinese wetenschappers had ingetrokken).